Mr. van de week is mr. Cor Petiet, docent straf- en penitentiair recht aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit. Vanaf september zal de faculteit van start gaan met de nieuwe minor ‘Forensische Criminologie’ welke vijf vakken omvat. Petiet zal voor deze minor het vak Penitentiair recht doceren.
Waarom heeft de Vrije Universiteit besloten dit jaar met deze minor te starten?
Het opstarten van deze minor vloeit voort uit een ‘VU breed’ beleid ten aanzien van het introduceren van ‘minors’. De minor Forensische Criminologie biedt studenten echter wel een unieke kijk in de strafrechtelijke keten vanuit het criminologische perspectief.
Kunt u kort uitleggen wat Penitentiair recht inhoudt en wat het belang hiervan is?
Detentie is een wezenlijk onderdeel binnen de strafrechtsketen. Bij Penitentiair recht wordt niet alleen ingegaan op het gebeuren binnen onze strafinrichtingen of op de rechtspositie van gedetineerden, maar ook op de strafdoelen en of deze doelen wel (kunnen) worden gerealiseerd.
Wat hoopt u de studenten in het bijzonder bij te kunnen brengen?
De bedoeling is dat de studenten, na het volgen van het vak weten wat het algemene effect is dat een vrijheidsstraf op mensen kan hebben, een beeld voor ogen hebben hoe ons detentiesysteem werkt en zich een mening kunnen vormen over ons detentiebeleid.
In 2010 verkozen de studenten u tot beste facultaire docent vanwege uw humoristische colleges. Bekijkt u in het dagelijks leven ook alles met een komische blik?
Helaas, lang niet alle gebeurtenissen waar ik mee te maken krijg lenen zich voor een komisch blik, hoe graag ik dat misschien ook zou wensen. En het feit dat mijn colleges door de studenten wel als humoristisch worden aangeduid, houdt -vraag het mijn dochter- niet in dat ik altijd zo humoristisch ben! Ik ben wel van mening dat kennisoverdracht niet áltijd ernstig, moeilijk en daardoor wellicht saai moet of hoeft te zijn. (Wat overigens niet gelijk betekent dat mijn college een soort cabaretvoorstelling is!) Maar inderdaad, het geven van plastische voorbeelden -en daar leent het strafrecht zich wel voor- spreekt studenten aan en ik ben de mening toegedaan dat daardoor de ‘stof’ beter blijft hangen, prikkelender wordt en zo motiveert tot verdieping.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Waarschijnlijk is dit de vraag die veel van mijn studenten bij het lezen van dit interview gelijk triggert. Met welke interessante, boeiende maar vooral wulpse vrouw zou die ‘oude snoeperd’ nu de cel willen delen? Wel, het antwoord valt ze dan even tegen en –om gelijk in te gaan op de derde vraag- studenten die het vak Penitentiair recht hebben gevolgd weten dan dat mannen en vrouwen (hoe innig de relatie ook is) niet gezamenlijk in een nederlandse cel kunnen worden ingesloten. Met uitzondering van een specifieke -héle kleine- categorie vreemdelingen, die in detentiecentra verblijft. Ik denk dat ik qua keuze van celmaat dan ook maar binnen de VU blijf. Als ik dan toch een cel moet delen, zou ik collega Klaas Rozemond verkiezen. Gezien het versoberde regiem zitten de doorsnee gedetineerden van 17.00 uur tot 08.00 uur achter de celdeur. Samen één tv’tje delen is ook geen lolletje – en met Rozemond valt altijd wel te dicussiëren. Het zou in alle opzichten een leerzame periode zijn.
Wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Niet een specifiek één ‘wie’. De bron is veelal mijn omgeving. Studenten, collega-docenten, collega’s op de rechtbank en de praktijksituaties.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Op het specifieke terrein van het Penitentiaire recht, artikel 7 lid 1 Pbw: ‘Bij elke inrichting dan wel afeling wordt door Onze Minister een commissie van toezicht ingesteld.’ Het is goed dat er een onafhankelijk toezicht is op de wijze van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming. Dit ter voorkoming van eventuele excessen of machtsmisbruik binnen strafinrichtingen.
Welk wetsartikel het slechtst?
Tsja, ik kom er wel meer tegen waarvan ik denk: ‘is dat nu wel de bedoeling’.
Wat is het hoogtepunt uit uw juridische carrière?
Dat is lastig, ieder succesje (hoe klein ook) was een wellicht hoogtepunt op zich, maar elke misser in feite ook! Ik leer er altijd weer van en pas mijn handelen en denken daarop aan.
Welke juridische websites raadpleegt u vaak?
Rechtspraak.nl en de site van de RSJ. (Raad voor Strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)
Welk boek las u het laatst?
Het laatste boek dat ik -tijdens mijn vakantie- heb gelezen is: ‘Het eetcomplot –De rechter als verdachte in het Wildersproces’ van Tom Schalken.
Weet u een goede Mr. van de Week? Mail ons: office@mr-magazine.nl