Mr. van de week is Titia Loenen. Zij is sinds begin dit jaar hoogleraar mensenrechten en diversiteit aan de Universiteit Leiden. Loenen zal tijdens het jaarcongres van de Vereniging voor Vrouw en Recht, dat plaatsvindt op 9 oktober, een discussie leiden over mensen- en vrouwenrechten in Nederland.
Er is weinig (politieke) aandacht voor de vrouwenrechten in ons land. Hoe is dat te verklaren?
De heersende gedachte is vaak dat de emancipatie wel zo’n beetje voltooid is en dat voor zover er nog problemen zijn mannen en vrouwen dat individueel met elkaar moeten kunnen oplossen. Dat is beide een misvatting. Gelukkig is er in ons land inderdaad al veel bereikt, maar dat wil niet zeggen dat we er zijn. Denk bijvoorbeeld aan het wijdverbreide verschijnsel van vrouwenmishandeling en seksueel geweld, aan de nog steeds zeer scheve verdeling van zorgtaken die veel vrouwen belemmert in hun loopbaan, aan de exploitatie van meisjes en vrouwen in de prostitutie en aan oude en nieuwe stereotypering van vrouwen én mannen in de media en de reclame.
In 1992 promoveerde u aan de Leidse universiteit. Daarna ging u aan de slag als hoogleraar bij de Universiteit Utrecht. Wat is het leukste van weer terug te zijn in Leiden?
Het leukste is dat het nieuw en verfrissend is en tegelijk ook zo vertrouwd. En dat ik nu weer op loopafstand van mijn werk woon is een extra bonus.
Op 15 november houdt u uw oratie. Kunt u alvast een tipje van sluier oplichten?
Eigenlijk is dat natuurlijk nog geheim, maar ik kan wel verklappen dat ik in wil gaan op de vraag hoe het HvJEU naar verwachting om zal gaan met de zeer uiteenlopende invulling van de godsdienstvrijheid in Europa, waardoor het in het ene land bijvoorbeeld verboden is om als ambtenaar op het werk een hoofddoek of ander religieus symbool te dragen, terwijl dat in een ander land juist als een recht wordt gezien waar de overheid niet aan mag tornen. Het EHRM heeft gekozen voor een zeer terughoudende opstelling in dit soort gevoelige zaken en laat de staten min of meer de vrije hand. Een belangrijke vraag is of we van het EU-hof een vergelijkbare terughoudendheid kunnen verwachten.
Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Bron van inspiratie is altijd de gedachte geweest dat het recht, als we het op een goede manier weten in te zetten, een belangrijke bijdrage kan leveren om voor iedereen in de wereld een menswaardig bestaan te realiseren.
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Er zijn meerdere hoogtepunten, maar mijn deelname aan het Fulbright New Century Scholar Program 2004-2005 was er in ieder geval een van. Dit programma bracht een multidisciplinair samengestelde groep van zo’n 30 wetenschappers uit de VS en de rest van de wereld bij elkaar rond een gemeenschappelijk onderzoeksthema. In 2004-2005 was dat ‘Towards Equality: the global empowerment of women’. Het was een geweldige ervaring om met mensen met zoveel verschillende geografische en disciplinaire achtergronden samen te werken. Daarnaast was het natuurlijk ook heel eervol om in een mondiale competitie voor dit programma te zijn geselecteerd.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Artikel 1 UVRM, al is dat strikt genomen geen wetsartikel. Maar het is voor mij wel de mooiste en meest fundamentele juridische bepaling die er is en die kort en krachtig formuleert waar het in het recht uiteindelijk om draait of in ieder geval zou behoren te draaien.
Welk wetsartikel het slechtst?
Hoog scoren wat dit betreft de bepalingen in de AOW die de hoogte van de uitkering afhankelijk maken van de vraag of er sprake is van een gezamenlijke huishouding. Daardoor moeten alleenstaande oude mensen die toch al vaak minder sociale contacten hebben erg oppassen als ze een beetje gezelligheid en steun bij elkaar zoeken. Als ze te vaak bij elkaar over de vloer komen, samen eten, elkaar helpen met klusjes of elkaar verzorgen bij ziekte, dan lopen ze het risico dat ze flink op hun welverdiende AOW worden gekort omdat ze geacht worden een gezamenlijke huishouding te voeren.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
De website van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.
Welk boek las u het laatst?
‘De Zwarte Zwaan’ van Nassim Taleb. Ik ben er nog in bezig, maar het is een fascinerende beschouwing over het cruciale belang van hoogst uitzonderlijke en onvoorspelbare gebeurtenissen (de zwarte zwaan) voor ontwikkelingen in de wereld en in het leven van individuele mensen. Taleb betoogt dat toeval in een complexe wereld als die van ons een steeds belangrijker rol speelt, maar dat we dat niet willen onderkennen. Wat we doen is dat we toevallige en uitzonderlijke gebeurtenissen (bijvoorbeeld 9/11, de kredietcrisis) achteraf alsnog gaan verklaren en aannemelijk maken. Dat doen we door uit alles wat is gepasseerd alleen die feiten te selecteren die een bepaalde verklaring ondersteunen en feiten die dat niet doen buiten beschouwing te laten. Daardoor ontstaat de illusie van kennis en dat we greep op de werkelijkheid hebben.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Met Monty Python (helaas zijn ze niet allemaal meer in leven). Met hun weergaloze humor weet je zeker dat je de tijd goed door zult komen.