Mr. van de week is Walter van Overbeek. Met ingang van 1 januari is hij de nieuwe managing partner van Houthoff Buruma en zal hij samen met Johan Rijlaarsdam leiding geven aan het kantoor. Van Overbeek is partner in de internationale Corporate praktijk van Houthoff Buruma en is hoofd van de Automotive Industry Group.
Welke plannen heeft u als managing partner met Houthoff?
Houthoff Buruma staat er goed voor. Het vorige bestuur met Eddie Meijer en Philippe Creijghton verdient daarvoor alle credits. Johan en ik gaan door op de ingeslagen weg om Houthoff Buruma nationaal en internationaal te profileren als een van de drie Nederlandse topkantoren.
Vindt u het niet jammer voorlopig geen of minder tijd te hebben voor uw praktijk?
In mijn praktijk besteed ik altijd al veel tijd en aandacht aan het contact met mijn cliënten. Ook in mijn rol als managing partner zal ik veel contact hebben met de belangrijkste cliënten van kantoor. In die zin wordt het niet minder, eerder meer.
Hoe is het om nu opeens een soort van baas te zijn over uw collega’s? Heeft u zin in het managen van ‘the mavericks’?
Er is binnen Houthoff Buruma grote eensgezindheid over de strategie van het kantoor. Het is de taak van de managing partners om het kantoor in staat te stellen die strategie succesvol uit te voeren. In die zin ben je meer een facilitator dan een baas. Houthoff Buruma is een sterk kantoor met excellente partners, ik vindt het enorm motiverend dit potentieel maximaal tot zijn recht te laten komen.
Wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Dat zijn de cliënten, die je vaak toch weer weten te verbazen over nieuwe ontwikkelingen, producten, diensten of feitencomplexen waarvan je nooit gedacht had dat die zich op enig moment zouden kunnen voordoen. Het is een genot om dat dan weer te vertalen naar juridische begrippen en regels, om vervolgens diezelfde cliënten, zonder ze al teveel te vermoeien met die begrippen en regels, uit te leggen waar ze heen moeten.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Artikel 101 van het Verdrag inzake de Werking van de Europese Unie. Dit artikel vormt de basis van het hele mededingingsrecht. Het zit knap in elkaar. Over de toepassing ervan is inmiddels heel veel geprocedeerd en zijn boekenkasten vol geschreven. Daarmee is overigens niet gezegd dat ik altijd gelukkig ben over het effect van dit artikel op de praktijk.
Welk wetsartikel het slechtst?
Artikel 6:248 lid 2 BW. Misschien is het artikel zelf niet eens zo slecht geschreven, maar het wordt in de praktijk nog steeds door de lagere rechtspraak te ruim geïnterpreteerd. Het leidt tot de nodige rechtsonzekerheid en is vaak aan (buitenlandse) cliënten moeilijk uit te leggen, omdat datgene wat men dacht goed te hebben afgesproken (en vastgelegd) plotseling toch onderuit blijkt te kunnen worden gehaald.
Wat is het hoogtepunt uit uw juridische carrière?
Zou ik niet echt kunnen noemen. Als je – zoals ik – ruim twintig jaar advocaat bent zijn er natuurlijk heel wat hoogtepunten in de vorm van gewonnen zaken. De beste herinneringen bewaar ik echter toch aan die momenten waarop cliënten mij de behartiging van hun zaak of zaken toevertrouwden.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Ik raadpleeg eerlijk gezegd niet zoveel juridische websites. Ik kijk met enige regelmaat op de website van de Europese Commissie die speciaal gewijd is aan de automobielsector. Ik ben veel vaker te vinden op websites waarin bericht wordt over de laatste ontwikkelingen op de markten waarop mijn belangrijkste cliënten actief zijn.
Welk boek las u het laatst?
De biografie van Steve Jobs, geschreven door Walter Isaacson. Fascinerend.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Ik zie mijzelf nog niet meteen in de gevangenis, maar als we er een onbewoond eiland van maken, dan zou ik graag wat tijd doorbrengen met Redmond O’Hanlon. Veel te vertellen en een ongelooflijk gevoel voor humor.
