Mr. van de week is Wouter Burgerhart (estate planner en notarieel-juridisch adviseur). Burgerhart is per november 2011 bij de Faculteit Rechtsgeleerdheid (Vakgroep Privaatrecht en Notarieel Recht) van de Rijksuniversiteit Groningen benoemd tot hoogleraar Fiscale aspecten van de notariële rechtspraktijk. De leerstoel is ingesteld door de Stichting tot Bevordering der Notariële Wetenschap.
U was tot nu toe een beetje een achterblijvertje hè? In vergelijking dan met uw kantoorgenoten Freek & Bernard Schols die beiden al hoogleraar waren.
Wij hebben in goed onderling overleg afgesproken in welke volgorde wij ons proefschrift zouden schrijven; we zijn in dezelfde volgorde bij onze ‘Doktorvater’ professor Martin-Jan van Mourik gepromoveerd. Onze benoemingen sluiten daar ook keurig bij aan. Staat overigens ook niet geschreven ‘vele laatsten zullen de eersten zijn’.
Groningen timmert aardig aan de weg als dé universiteit van het notarieel recht (vinden wij). Kon u kiezen uit meerdere opties?
Dat is helemaal waar wat Groningen betreft, vind ik, en hoop daaraan een steentje bij te kunnen dragen. Het aantal notariële, wetenschappelijke functies is beperkt en er zijn zelden op één moment meerdere openstaande vacatures. De vacature in Groningen was echter ‘in the right place at the right time’.
We kunnen ons voorstellen dat uw kantoorgenoten ook lichte druk hebben uitgeoefend om voor Nijmegen te kiezen?
Er is geen enkele, dus ook geen lichte druk uitgeoefend om in Nijmegen te blijven. Er heerst bij ons wetenschappelijke vrijheid, ook in dat opzicht. Mijn benoeming in Groningen laat onverlet dat ik een prettige tijd op de Radboud Universiteit Nijmegen heb gehad.
U werkt in het dagelijks leven bij een kantoor waar 100% van de partners nu (buitengewoon) hoogleraar is. Opvallend. Maar u bent een echte hoogleraar toch? Niks bijzonder of buitengewoon.
Je bent hoogleraar of je bent het niet, maar zoals voor veel dingen in het leven zijn er ‘soorten en maten’. Ondanks dat we geen van drieën ‘buitengewoon’ zijn, vinden we ons wel ‘bijzonder’ als het om onze praktijkuitoefening gaat. Het bijzondere van mijn leerstoel Fiscale aspecten van de notariële rechtspraktijk is, dat het één van de vele goede initiatieven van de Stichting tot Bevordering der Notariële Wetenschap is.
De combinatie wetenschap en praktijk moet u trekken. Dat geldt voor heel veel beoefenaars van het notarieel recht. Hoe zit dat toch?
De notariële rechtgebieden, zoals het familievermogensrecht, het ondernemingsrecht en het registergoederenrecht, kenmerken zich door het feit dat de daarin voorkomende vraagstukken over het algemeen dicht bij het leven van alledag, oftewel de praktijk staan. Notarieel recht gaat in veel gevallen om ‘samenleven en samenwerken’ zoals mijn leermeester Van Mourik het uitdrukt. De kruisbestuiving die de combinatie wetenschap/praktijk kan opleveren, kan en zal voor de meesten een reden te zijn om in beide metiers werkzaam te (willen) zijn. Het is overigens geen voorwaarde voor notariële wetenschapsbeoefening.
Wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Nu ik daarover nadenk, kan ik niet één bron van inspiratie aanwijzen, maar zijn er vele, die naar tijd en plaats verschillend zijn. Vaak zijn het mensen in mijn omgeving, waaronder in ieder geval mijn collega’s in wetenschap en praktijk, maar ook studenten en cursisten kunnen hiertoe gerekend worden. Soms is het een voordracht, een boek of een artikel. Als je je ogen en oren goed open houdt, wemelt het van de inspiratiebronnen.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Art 4:82 BW; met deze bepaling is de legitieme portie onder bepaalde omstandigheden de facto ‘afgeschaft’. Het wordt mijns inziens overigens tijd dat de legitieme portie als zodanig uit het erfrecht wordt verwijderd, en haar plaats geheel wordt overgenomen door wettelijke, erfrechtelijke verzorgingsaanspraken.
Welk wetsartikel het slechtst?
Art. 35b lid 1 letter a SW (de voetvrijstelling van 1 mio voor de erf- en schenkbelasting in geval van een bedrijfsopvolging), een typisch voorbeeld van een op zich nobele gedachte die in de daadwerkelijke toepassing desastreuze gevolgen kan oproepen, omdat de wetssystematiek geweld aan wordt gedaan. Maar bedenk wel, zo zijn er nog vele andere voorbeelden te noemen.
Wat is het hoogtepunt uit uw juridische carrière?
Daar hoef ik niet lang over na te denken, dat is mijn promotie.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Op mijn dagelijkse route kom ik de zoekmachines van de juridische uitgevers veelal tegen, en natuurlijk www.rechtspraak.nl, zeker na de ontvangst van het weekoverzicht in de nacht van vrijdag op zaterdag.
Welk boek las u het laatst?
Het is door Rob Wijnberg geschreven, en heet ‘En mijn tafelheer is Plato’ (een filosofische kijk op de actualiteit); ik heb het boek in ‘één teug’ uitgelezen.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Het verblijf in een gevangeniscel zal (als ik het goed inschat) weinig vreugdevol zijn, maar levert wel veel tijd op om één van mijn hobby’s, koken, te beoefenen. Met wie kun je dan beter opgesloten zijn dan met de beste kok ter wereld, Ferran Adrià, bij wie het me overigens nog niet gelukt is om een tafel te reserveren.
Weet u een goede Mr. van de Week? Mail ons: office@mr-magazine.nl
