Mr. van de week is Wouter Veraart. Hij gaat aanstaande vrijdag samen met demissionair-minister Ivo Opstelten (Veiligheid & Justitie), Jan Loorbach (algemeen deken van de Nederlandse Orde van Advocaten) en Rosa Jansen (voorzitter College van Bestuur SSR) in debat over de positie van de rechter. Het debat wordt georganiseerd door Democratie in Debat, een samenwerkingsverband van ProDemos, Internationaal Perscentrum Nieuwspoort en het Montesquieu Instituut. Veraart is hoogleraar encyclopedie der rechtswetenschap en rechtsfilosofie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Een van de discussiepunten is hoe de rechters opnieuw tussen het volk geplaatst moeten worden. Maar is dat wel wenselijk? Hoogleraar bestuurskunde Paul Frissen raadde onlangs rechters juist aan niet mee te gaan in de populistische tijdgeest en vindt dat de kloof tussen burgers en de rechtspraak zelfs breder mag worden.
Populistische rechtspraak is levensgevaarlijk. Wie daaraan nog twijfelt zou de klassieke roman De goden hebben dorst van Anatole France moeten lezen, dat handelt over de volkstribunalen in Parijs vlak na de Franse Revolutie. De rechtszaal moet een plek zijn waar het populisme geen ruimte krijgt; waar rechters zaken op hun feitelijke merites beoordelen en verdachten een eerlijk proces krijgen. In die zin mogen rechters nog wel wat steviger en zichtbaarder tegen de tijdgeest ingaan.
Het slechte imago van de rechtspraak zou vooral worden veroorzaakt door onjuiste en of onvolledige berichten in de media. Is de rechtspraak zelf geen enkel verwijt te maken?
Angst is een slechte raadgever. Ik heb aanwijzingen dat de rechterlijke macht, met name tijdens en rondom het Wildersproces, als een angstig instituut met angstige magistraten opereerde. Als het gaat om het bewaken van een goed imago, lijkt de rechterlijke macht zelf zijn grootste vijand.
Uw beste tip voor de rechtspraak voor het herstellen van haar reputatieschade?
Niet bang zijn, maar moed tonen in verwarrende tijden! Ik constateer dat veel rechters meer moeite lijken te hebben dan anderen om zich aan te passen aan een veranderende, meer populistische samenleving. De reflex om weg te duiken als het politiek wordt (zoals in het Wildersproces) is niet langer van deze tijd. Ook in politiek beladen zaken behoren rechters het hoofd koel te houden en te vertrouwen op eigen kracht.
Uit een deze zomer verschenen onderzoek, waaraan u meewerkte, bleek dat sommige politieke partijen plannen hebben die lijnrecht ingaan tegen rechtstatelijke waarden als rechtsbescherming en rechtsgelijkheid. U ziet dat zeker vol afschuw aan?
Dat de PVV en de SGP denkbeelden koesteren en uitdragen die lijnrecht met de rechtsstaat strijden, was voor mij niets nieuws. Wat mij wel opviel is dat sommige populistische denkbeelden inmiddels tot de politieke mainstream zijn gaan behoren. Zo kiezen zowel PvdA als VVD in hun programma’s expliciet partij voor slachtoffers en keren zij zich keihard tegen daders (die zij met verdachten gelijk stellen). De VVD roept in haar slogan “meeleven met slachtoffers, niet met daders” de burgers zelfs op om elk gevoel van compassie voor degenen die de strafwet overtreden uit te doven. Die ontwikkeling vervult mij met afschuw.
Wat is het hoogtepunt uit uw juridische carrière?
Mijn promotie in 2005. Voor een rechtswetenschapper is het moeilijk om zo’n hoogtepunt te evenaren, maar daar streef ik wel naar.
Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Drie mannen: Albie Sachs, voormalig Justice in het Zuid-Afrikaanse Constitutioneel Hof, mijn promotor Laurens Winkel, hoogleraar rechtsgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, en mijn vader Chris Veraart, voormalig strafrechtadvocaat in Alkmaar. Deze heren hebben met elkaar gemeen dat zij op een ambachtelijke wijze hun persoonlijke idealen in hun werk tot uitdrukking brengen. Daar heb ik groot respect voor.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Artikel 11 van de Wet Algemene Bepalingen: ‘De regter moet volgens de wet regt spreken: hij mag in geen geval de innerlijke waarde of billijkheid der wet beoordeelen.’ Ik vind het taalgebruik al heel mooi, dat enigszins aan de stijl van Reve doet denken. Maar ook inhoudelijk is het een fraaie bepaling. Het gaat hier over de machtenscheiding tussen wetgever en rechter, waarbij de rechter een aan de wetgever ondergeschikte plaats krijgt toebedeeld. Soms heb ik de indruk dat wij tegenwoordig niet meer in staat zijn om dergelijke grootse bepalingen te componeren.
Welk wetsartikel het slechtst?
Ik geloof dat ik Artikel 11 van de Wet Algemene Bepalingen inhoudelijk ook de slechtste bepaling vind. Een rechter moet soms kunnen zeggen dat een wet met fundamentele rechtsbeginselen of met mensenrechten in strijd is. In het huidige tijdsgewricht is de wet niet langer onschendbaar.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
www.rechtspraak.nl.
Welk boek las u het laatst?
Momenteel lees ik in mijn vrije tijd Met alle geweld van de Nederlandse filosoof Hans Achterhuis (2010). Een prachtig en erudiet boek, zoals er te weinig geschreven worden.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Als ik vrouw zou zijn, zou ik graag een cel met Fleur Agema (PVV) delen. Zij vindt dat een gevangenisregime niet streng genoeg kan zijn, en is ook van mening dat de temperatuur in cellen best een paar graden omlaag mag. Ik ben benieuwd of zij in de positie van gevangene aan die ideeën zou blijven vasthouden en hoe zij daar zelf als mens op zou reageren.