Mr. van de week is Wyke de Vos. Op 1 juni viert zij, tezamen met mede-oprichters Fleur Onrust en Marieke Kaajan, het eenjarig jubileum van hun eigen advocatenkantoor ENVIR Advocaten in Amsterdam. De drie partners van ENVIR zijn afkomstig van traditionele Zuidaskantoren en richten zich met hun eigen kantoor volledig op het bestuursrecht.
Kernwaarden voor het kantoor zijn de best mogelijke juridische dienstverlening en persoonlijke aandacht. De Vos is tevens co-auteur van het handboek Ambtenarenrecht Toegelicht en voorzitter van de bezwarenadviescommissie van het Ingenieursbureau van de gemeente Amsterdam.
Gefeliciteerd met de eerste verjaardag van uw kantoor! Een behoorlijke stap, van een Zuidaskantoor als NautaDutilh naar een eigen kantoor. Als u na het eerste jaar de balans opmaakt, wat viel mee en wat viel tegen?
Toen ik samen met Marieke en Fleur besloot een eigen kantoor te beginnen, heb ik me niet gerealiseerd dat er zoveel geregel bij komt kijken. Met een pand, laptop, wetboek en koffiemachine ben je er nog niet. Zaken als een printer, een kopieermachine, een logo, briefpapier, meubilair, een computersysteem, know how, de regels van de Orde, etcetera kostten veel tijd en werden bij de grote kantoren allemaal voor je geregeld. Aan de andere kant heeft het regelen van deze zaken er zeker aan bijgedragen dat ENVIR Advocaten voor mij als heel eigen voelt.
Wat mij echt meeviel was het feit dat we meteen door cliënten werden gevonden. Natuurlijk waren we bang dat we rond de telefoon zouden zitten te wachten. We hebben allemaal een solide netwerk en we merkten dat mensen het je ook gunnen, dus hadden we meteen mooie en interessante zaken.
Heb je in deze tijd getwijfeld om voor jezelf te beginnen?
Ik heb er natuurlijk goed over nagedacht. Ik had een mooie baan, met aardige collega’s en interessante zaken bij NautaDutilh. Maar zelf ondernemen is anders, geeft een extra dimensie. Daarbij wilde ik minder tijd besteden aan vergaderen en meer contact hebben met cliënten. Zelf het juridische werk doen, in een klein team werken en flexibel kunnen zijn. Volgens mij past dat ook in deze tijd; cliënten stellen het persoonlijke contact zeer op prijs en omdat wij een andere kostenstructuur hebben kunnen we ook faire tarieven bieden. Ook dat speelt een rol.
Drie vrouwen aan het roer van een kantoor dat zich volledig richt op het bestuursrecht, omgevingsrecht en ambtenarenrecht. Is dat niet een door mannen gedomineerde wereld?
Het vakgebied van bestuurs- en omgevingsrecht wordt vaak geassocieerd met vastgoed, wat inderdaad een door mannen gedomineerde wereld is. Bestuursrecht is echter breder dan de vastgoedsector alleen en mijn cliëntenkring is heel gevarieerd. Zo werken we veel voor de overheid en voor bedrijven en doen we veel samen met andere niche-kantoren. Van een typische mannen- of vrouwenwereld merk ik daarin niets.
In de gemeente Amsterdam gebeurt genoeg, zou je denken. Zijn er spraakmakende zaken waarover u iets mag zeggen?
Natuurlijk is onze praktijk niet beperkt tot de gemeentegrenzen. Maar enkele weken geleden was ik voor een Amsterdamse kwestie bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in verband met de vergunningverlening voor een groot jaarlijks dance-evenement in Amsterdam. De vraag was of er een evenementenvergunning kon worden verleend. Het festival heeft toevallig afgelopen Pinksterweekend met succes plaatsgevonden. Een heel actuele zaak dus.
Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Een van mijn belangrijkste inspiratiebronnen is altijd de maatschappelijke relevantie van het bestuursrecht geweest. Ik buig mij over zaken die direct invloed hebben op het leven van veel mensen. Dat kan zijn bij zo’n zaak over een evenementenvergunning, maar ook bij de vraag of er een bouwproject kan worden gerealiseerd of over een milieuvergunning die wordt verleend. Het gaat vaak om kwesties waarbij vaak meerdere partijen en belangen zijn betrokken. Om er voor te kunnen zorgen dat een bepaalde ontwikkeling toch doorgang kan vinden en daarbij tegelijkertijd de belangen van alle partijen een plek te geven, dat vind ik heel uitdagend, zeker als dat verdere procedures voor mijn cliënten kan voorkomen. Uiteraard neemt dit niet weg dat ik houd van stevig procederen als dat in het belang van de zaak is.
Wat vindt u het beste/handigste en wat het slechtste wetsartikel dat er is?
Het meest fascinerende in het bestuursrecht vind ik dat een partij pas een bestuursrechtelijke procedure kan starten tegen een ongewenste ontwikkeling of overheidsbeslissing als er een besluit is genomen door de overheid, als bedoeld in artikel 1:3 Awb, en als deze partij een belanghebbende is, zoals beschreven in artikel 1:2 Awb. Voordat je aan de daadwerkelijke inhoud van de zaak toekomt, is er soms al een hoop juridisch getouwtrek over de vraag of sprake is van een besluit of een belanghebbende. Afhankelijk van voor welke partij ik optreed, ervaar ik deze artikelen dan als positief of als negatief.
Welk boek las u het laatst?
Ik lees op dit moment het nieuwste boek van David Mitchell, The Bone Clocks. Ik heb al zijn boeken gelezen en vind hem een meesterlijk auteur, die speelt met tijd, ruimte, taal en personages.
