Mr. van de dag is K. Canatan (advocaat bij Meijers Canatan Advocaten en voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Jonge Strafrechtadvocaten (NVJSA)). Hij zit morgen de eerste algemene ledenvergadering voor van de NVJSA.
Wat is het belangrijkste agendapunt morgen en waarom?
Het belangrijkste agendapunt is de benoeming van twee nieuwe bestuursleden. Tot een jaar na de oprichting van de vereniging had het bestuur het alleenrecht om bestuursleden aan te stellen. De bestuurswisseling, die het gevolg was van het vertrek van een van de leden van het oprichtingsbestuur, dient op grond van de statuten echter aan de leden voorgelegd te worden.
De algemene ledenvergadering wordt afgesloten met een forum waarin een jonge strafrechtadvocaat, rechter en officier van justitie aan de hand van stellingen in discussie gaan met de aanwezigen. Van welke stelling verwacht u de meeste discussie en waarom?
De stelling: ‘De rechtbank en/of de Orde moeten een advocaat van een zaak kunnen halen, indien hij of zij zeer slecht functioneert’. De stelling lijkt me voldoende voer voor discussie, omdat een dergelijk standpunt indruist tegen de vrije advocatenkeuze, maar toch ook in het belang van de rechtzoekende is.
In welk opzicht kunnen jonge strafrechtadvocaten volgens u nog leren van de ‘oudere generatie’?
Jonge strafrechtadvocaten kunnen leren van de (proces)houding van de oudere generatie. Ervaren advocaten slaan veel beter de juiste toon aan op de juiste momenten tijdens de zitting. ‘Jonge honden’ willen zichzelf nog wel eens overschreeuwen. Dat kan tot veel ergernis leiden.
En in welk opzicht kan de ‘oudere’ strafrechtadvocaten nog leren van de ‘jonge generatie’?
De oudere strafrechtadvocaten leunen vaak op routine en parate kennis, terwijl jonge strafrechtadvocaten zaken soms veel uitgebreider uitzoeken, omdat zij het vak nog moeten leren. De ervaren strafrechtadvocaten missen daarom soms actuele wetswijzigingen en rechtspraak. Zo hoorde ik deze week een ervaren advocaat in de zittingszaal toegeven dat hij het nieuwe redelijke termijn arrest van de Hoge Raad niet kende.
Wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Gabriel Meijers, met wie ik samen kantoor houd en die op mijn vorige kantoor mij het vak heeft geleerd (en het met mij nog steeds leert).
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Art. 344a lid 3 Sv. Een vaak over het hoofd gezien artikel, maar heel goed toe te passen, omdat een anonieme verklaring simpelweg onbruikbaar wordt als wettig bewijsmiddel als de verdediging maar op enig moment vraagt om de bron te horen.
Welk wetsartikel het slechtst?
Art. 59c Sv. Onbegrijpelijk dat de officier van justitie wel, maar de verdachte niet in hoger beroep kan tegen de beslissing van de rechter-commissaris over het verzoek om invrijheidstelling.
Wat is het hoogtepunt uit uw juridische carrière?
Tot nu toe de oprichting van het eigen kantoor op 1 juni jl. Het kantoor staat nu al als een huis, ondanks het korte bestaan. Dat is overigens te danken aan de kwaliteiten van de (in totaal 5) advocaten en het ijzersterke tweekoppige secretariaat.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
www.rechtspraak.nl en die van onze eigen vereniging (www.nvjsa.nl) om te checken of de informatie nog actueel is.
Welk boek las u het laatst?
Maliesingel 2, het boek over de advocaten Ausma en de Jong. Ik heb het gelezen op verzoek van de redactie van de Mr. om het te recenseren (zie de Mr. van deze maand).
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Als hij nog in leven was, Johnnie Cochran, de advocaat van O.J. Simpson. Het proces tegen Simpson heb ik destijds vrij intensief gevolgd en was onder de indruk van de wijze van argumenteren van Cochran.
Weet u een goede Mr. van de Dag? Mail ons: redactie@mr-magazine.nl
