Mr. van de zaterdag: dr. Bregje Dijksterhuis

Bregje DijksterhuisMr. van de dag is dr. (Hogeschool van Amsterdam). Zij promoveerde afgelopen woensdag aan de Universiteit Leiden op het onderwerp ‘Rechters normeren de alimentatiehoogte. Een empirisch onderzoek naar rechterlijke samenwerking in de Werkgroep Alimentatienormen (1975-2007)’.

Wat is het onderwerp van uw proefschrift?

Het onderwerp van mijn onderzoek is landelijke rechterlijke samenwerking op het gebied van alimentatie. Om tegemoet te komen aan de landelijke eisen voor uniformiteit van rechterlijke uitspraken en efficiëntie, hebben rechters zelf de verantwoordelijkheid genomen om op dit terrein samen te gaan werken. In dit rechtssociologische onderzoek staat de Werkgroep Alimentatienormen, pionier op het gebied van rechterlijke samenwerking, centraal. Dit overleg, waarin rechters van alle rechtbanken en hoven zitting hebben, houdt zich al meer dan dertig jaar bezig met bevordering van de landelijke eenheid in rechterlijke uitspraken.

Wat is de essentie van het proefschrift?

De essentie is dat niet de wetgever, maar rechters het primaat hebben bij het normeren van de alimentatiehoogte. Met succes hebben de rechters zich tot drie keer toe verzet tegen nieuwe wetgeving en daar hun eigen systeem, de Tremanormen, voor in de plaats gesteld. Mijn boek laat zien dat als rechters eenmaal een domein hebben ‘veroverd’, ze dat niet zo makkelijk meer afstaan. De Werkgroep Alimentatienormen slaagde erin meer dan 100 normen te ontwikkelen die tegemoet kwamen aan de behoeften van collega-rechters. De grote invloed van de Werkgroep Alimentatienormen op het wetgevingsproces was echter nadelig voor de vorming van een alternatief systeem dat eenvoudiger was voor alimentatiegerechtigden en -betalers. Een ander neveneffect was dat andere belangen, zoals die van de belastingbetaler, niet meegewogen werden. Ik stel dat rechters een beperkte visie op het algemeen belang hebben, daar waar de wetgever een bredere belangenafweging maakt.

Wat is daarvan de maatschappelijke relevantie?

De maatschappelijke relevantie van mijn proefschrift is dat mijn boek een kijkje in de keuken geeft van hoe rechters met elkaar afspraken maken over alimentatiekwesties en richtlijnen ontwikkelen. Ik ben vier jaar lang bij de vergaderingen van de Werkgroep Alimentatienormen aanwezig geweest, de vergaderstukken geanalyseerd en heb niet alleen huidige werkgroepleden, maar ook rechters die in de jaren ’70, ’80 en ’90 in de werkgroep zaten gesproken over dit onderwerp. Het boek beschrijft gedetailleerd een aantal spannende praktijkcasus in de periode 1975-2007, bijvoorbeeld over hoe de Werkgroep Alimentatienormen besluiten nam over kwesties waar de rechters het over oneens waren.

Welk effect denkt u dat ervan uit zal gaan?

Ik verwacht dat mijn boek een discussie op gang zal brengen, die gevoerd zal worden door rechtswetenschappers, rechters, de Raad voor de Rechtspraak, de politiek, over of rechterlijke samenwerking en vooral het tegenhouden van wetgeving door rechters.

Wie was bij het schrijven van uw proefschrift uw bron van inspiratie?

Mijn bron van inspiratie waren de rechters. De leden van de Werkgroep Alimentatienormen waren altijd erg betrokken bij burgers en besteedden hun vrije tijd aan de Werkgroep Alimentatienormen. Zij stonden bovendien ook erg open voor mijn onderzoek en hebben mij toegang gegeven tot hun vergaderingen die voor anderen niet toegankelijk waren.

Welk wetsartikel vindt u het mooist?

Het mooiste wetsartikel is artikel 94 RO: "De Raad voor de Rechtspraak heeft tot taak ondersteuning te bieden aan activiteiten van de gerechten die gericht zijn op uniforme rechtstoepassing en bevordering van de juridische kwaliteit." Dit artikel legitimeert op een indirecte manier rechterlijke samenwerking zoals in de werkgroep alimentatienormen.

Welk wetsartikel het slechtst?

Artikel 12 AB: "Geen regter mag bij wege van algemeene verordening, dispositie of reglement, uitspraak doen in zaken welke aan zijne beslissing onderworpen zijn." Dit wetsartikel is naar mijn idee achterhaald. Mijn stelling is, dat er geen principiële bezwaren zijn tegen rechters die algemene normen, zoals de Tremanormen ontwikkelen. Dit sluit ook aan bij het concept van machtendeling.

Wat is het hoogtepunt uit uw juridische carrière?

Het hoogtepunt van mijn juridische carrière is mijn promotie.

Welke juridische website raadpleegt u vaak?

www.recht.nl

Welk boek las u het laatst?

Dat was uiteraard mijn proefschrift. Maar het boek dat ik daarvoor heb gelezen is ‘De overgave’ van Arthur Japin, dat heel mooi de complexe strijd laat zien tussen de Comanche-indianen en de pioniers in Texas in de 19e eeuw.

Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?

Ik had graag de gevangeniscel gedeeld willen hebben met Nelson Mandela, omdat hij een groot jurist en strijder voor mensenrechten is; en mijn zus en paranimf in Zuid-Afrika woont.

Weet u een goede Mr. van de Dag? Mail ons: redactie@mr-magazine.nl

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven