Elk jaar schrijft een deskundige in opdracht van perscentrum Nieuwspoort een rapport over een actueel thema. Zo werd Hertogh gevraagd het rapport voor 2012 te schrijven over de relatie tussen politiek en rechtspraak. Daartoe richtte hij zich in Den Haag met name op de vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie. Hertogh woonde een aantal vergaderingen bij, bestudeerde alle commissieverslagen uit 2012 en hij sprak uitgebreid met een aantal Tweede Kamerleden. Om de mening van de rechtspraak te peilen, ging hij met een groepje rechters op werkbezoek bij de Tweede Kamer waarna deze rechters uitgebreid met elkaar spraken over hun visie op de politiek. Dit vormde de basis voor het rapport.
Hertogh zegt dat zowel de politiek als de rechtspraak in een identiteitcrisis zitten. “Ze merken dat hun maatschappelijke positie minder vanzelfsprekend is geworden. Burgers zijn kritisch en politici en rechters weten eigenlijk niet zo goed hoe ze daarmee om moeten gaan. Strenger optreden of juist niet? Meer in de media of juist niet? Ze worstelen met allerlei vragen waar ze het antwoord niet op weten en kiezen daarom voor de makkelijkste weg: ze richten de pijlen op elkaar.”
Krokodillentranen
Volgens Hertogh is de bemoeienis van de machten met elkaar van alle tijden, maar is de toon van het debat de laatste jaren wel veel scherper geworden. Politici vinden dat de rechtspraak transparanter moet worden (bijv. benoemingsprocedure raadsheren Hoge Raad) en meer verantwoording moet afleggen aan de samenleving. Sommige Kamerleden pleiten er voor dat de rechtspraak meer een afspiegeling vormt van de samenleving. Rechters vinden op hun beurt dat politici te veel meewaaien met de waan van de dag en hun kiezers te veel naar de mond praten. Ze ergeren zich gruwelijk aan de bemoeienis van de politici en vinden dat zij zeer terughoudend moeten zijn met hun kritiek op de rechtspraak.
“Maar die verwijten zijn vooral dikke krokodillentranen”, vertelt Hertogh. “Ze doen zo lelijk tegen elkaar, om zichzelf beter te kunnen profileren. Als je langer met rechters en politici praat dan wordt de soep wat minder heet gegeten dan die wordt opgediend. Ze hebben ook respect voor elkaars positie, omdat ze elkaar uiteindelijk hard nodig hebben.”
Relatiecrisis
Het debat gaat te weinig over waar het eigenlijk om zou moeten gaan, vindt Hertogh. “De rechtspraak en politiek voeren het debat alleen in termen van de trias politica. En dat komt ze heel goed uit. Op die manier hoeven ze het niet te hebben over hun eigen verzwakte maatschappelijke positie. De burger neemt de instituties lang niet meer zo serieus als twintig jaar geleden.” Als voorbeeld noemt Hertogh het manifest van zeven raadsheren uit Leeuwarden die daarin hun zorgen uiten over de organisatie van de Rechtspraak. “Ook in dit verhaal blijft de burger grotendeels buiten beeld. Die rechters verdedigen alleen hun eigen positie, niet de positie die ze ten opzichte van de samenleving innemen.”
Hertogh concludeert dat er geen crisis is in Den Haag, maar met Den Haag. “Het gaat niet zo zeer om een relatiecrisis tussen politiek en rechtspraak onderling, maar veel meer om een crisis tussen de politiek en rechtspraak samen en de rest van de samenleving. Al ruziënd kruipen de instituties naar elkaar toe om de vervelende waarheid – dat hun posities ter discussie staan – niet onder ogen te hoeven zien. Maar al dat zwartepieten leidt niet tot meer vertrouwen van de burger. Integendeel.”
Regie
Het beeld dat de samenleving van de rechtspraak en politiek heeft, wordt sterk beïnvloed door de media. Hertogh: “De rechtspraak is vaak ontevreden over hoe zij in de media naar voren komt. Rechters overschatten hun positie in deze denk ik. Ze willen niet alleen de regie in de rechtszaal, maar ook graag controle houden over wat over hen gezegd en geschreven wordt. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Politici trekken veel meer een eigen lijn en zoeken naar alternatieven (zoals Twitter) om zelf de berichtgeving te corrigeren. Rechters kunnen wat dat betreft nog veel van politici leren.”