Rechtbank Rotterdam: 5 soorten coronadelicten

Delen:

Rechtbank Rotterdam
Rechtbank Rotterdam

In een vonnis over een man die dreigde twee politieagenten met corona te besmetten, heeft de rechtbank Rotterdam vijf soorten misdrijven omschreven waarbij het coronavirus een rol speelt. De rechtbank geeft rechters daarmee handvatten voor de beoordeling van strafverzwaring bij ‘coronagerelateerde’ delicten.

Bij de opsomming van deze vijf soorten delicten baseert de rechtbank zich op nieuwsberichten op rechtspraak.nl en op informatie op andere (sociale) media.

Virus als wapen

Een eerste categorie misdrijven waar het coronavirus als middel wordt ingezet zijn de (zware) mishandelingszaken. In dat type zaken speelt het coronavirus een directe en concrete rol in het misdrijf. Het gaat dan bijvoorbeeld om het opzettelijk (proberen) iemand te besmetten. “Het coronavirus is in feite het wapen dat bij het misdrijf wordt gebruikt,” betoogt de rechtbank.

De bedreigingszaken vormen categorie 2. Daarbij wordt het coronavirus als dreigingsmiddel ingezet en minder direct in het misdrijf betrokken. “Op dit laatste punt valt binnen deze categorie een onderscheid te maken,” betoogt de rechtbank. “Bij het fysiek dreigen met het coronavirus (bijvoorbeeld spugen) is het coronavirus weer directer bij het misdrijf betrokken dan als het alleen als woordelijk dreigingsmiddel wordt ingezet. Dat vindt zijn oorzaak in de mate van onzekerheid en angst die bij een slachtoffer wordt veroorzaakt.”

Oplichting

Eenvoudige (cyber)oplichtingszaken zijn de derde categorie. Bij dat type zaken wordt het coronavirus ingezet als oplichtingsmiddel om het slachtoffer te verleiden iets te doen (bijvoorbeeld door een babbeltruc).

Dan zijn er ook nog de misdrijven (categorie 4) waarbij het coronavirus niet als middel wordt ingezet, maar het coronavirus een omstandigheid van het misdrijf is. Bijvoorbeeld huiselijk geweld omdat iedereen thuis op een kluitje zit, supermarktruzies over toiletrollen of ruzies over 1,5 meter afstand. Als categorie 5 noemt de rechtbank grotere zaken waarin het coronavirus een cruciale en of bijzondere rol heeft gespeeld.

Cruciale beroepen

De rechtbank merkt op dat bij de eerste drie categorieën de gevaarzetting van het coronavirus allengs afneemt en de reden voor strafverhoging op die grond daarmee ook afneemt. “Bij categorie 4 is het de vraag of corona tot strafverhoging moet leiden, omdat het coronavirus slechts een bijrol speelt,” vindt de rechtbank. “Datzelfde geldt voor categorie 5 waarin de wat grotere en bijzondere zaken (een grote oplichting bij de verkoop van vaccins) vallen. Dat type zaken is simpelweg te casuïstisch.”

Niet alleen het soort misdrijf speelt een rol bij de straftoemeting, ook is van belang tegen wie het coronamisdrijf zich richt. “Als de slachtoffers van de coronamisdrijven werkzaam zijn in cruciale beroepen en/of in vitale processen is het strafverhogende effect groter dan wanneer sprake is van andere slachtoffers,” oordeelt de rechtbank. “Het zijn namelijk juist die groepen die in deze tijd extra bescherming verdienen.”

Ook ouderen en andere kwetsbare mensen verdienen volgens de Rotterdamse rechters extra bescherming. Bij misdrijven gericht tegen deze groepen is er daarom ook meer aanleiding om de corona-achtergrond zwaarder te laten wegen.

Portiekdeur vernield

In deze zaak ging het om een man die op 23 maart twee agenten had bedreigd met besmetting met het coronavirus. Ook had hij een portiekdeur vernield. De officier van justitie vond bedreiging met de dood en een vernieling bewezen en eiste een gevangenisstraf van zes weken waarvan twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast eiste de officier een vrijheidsbenemende maatregel en dadelijk uitvoerbaarheid daarvan. De rechtbank komt tot oplegging van een gevangenisstraf van tien dagen.

In het algemeen deel van het vonnis merkt de rechtbank op: “Als onder deze zware en moeilijke omstandigheden (de corona-achtergrond) het coronavirus wordt ingezet als middel om misdrijven te plegen, ligt het voor de hand dat dat strafverhogend werkt.” Een extra vergelding is daarom op haar plaats en de dader van een dergelijk misdrijf moet weten dat hij het niet nog een keer moet doen. En: “Hoger straffen dient er ook toe om duidelijk te maken dat de maatschappij op dit moment wel wat anders aan haar hoofd heeft.”

Geen gevaar

In de oriëntatiepunten straftoemeting wordt bij bedreigingszaken een strafverhoging met 33 procent tot 100 procent genoemd als de bedreiging wordt gepleegd tegen een politieagent. “Gelet op de corona-achtergrond zal de rechtbank in dit geval uitgaan van een 100 procent strafverhoging vanwege de hoedanigheid van de slachtoffers.”

De rechtbank overweegt ook dat de politieagenten geen gevaar hebben gelopen, omdat de verdachte na de bedreiging zijn hoofd op bevel van de agenten meteen heeft afgewend. Daardoor werkt de corona-achtergrond minder strafverhogend dan bij bijvoorbeeld mishandelingszaken en fysieke bedreigingzaken. De strafverhoging vanwege de corona-achtergrond van het feit zelf wordt begroot op 25 procent. Samen gaat om 125 procent opslag dus.

Normaal zou de dader voor de twee feiten een week celstraf krijgen plus 125 procent van 7 dagen: dus 16 dagen. Maar gezien de persoonlijke omstandigheden van de dader (hij heeft psychische problemen en is verslaafd) legt de rechtbank een gevangenisstraf van tien dagen op.

Op 27 maart publiceerde mr-online al een overzicht van eerdere coronavonnissen.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven