Rellen en tellen

Delen:

Er was eind januari een hoop gedoe over e-Court. In Het Financieele Dagblad van 24 januari en in mr-online viel te lezen dat heel veel vonnissen van e-Court ongeldig waren. De directeur van e-Court, Henriëtte Nakad, verklaarde desgevraagd aan het Financieele Dagblad dat “de wereld van de rechtspraak een conservatieve is”. De berichtgeving leidde ook tot een reactie van de Raad voor de Rechtspraak op een persbericht van Intrum Justitia over doorlooptijden in de rechtspraak. Dit riep een paar vragen op, die ik hieronder een voor een zal beantwoorden.

Vraag 1: hoe lang duurt het?

Het wapengekletter ging vooral over de vraag hoe lang de echte rechter doet over een proces. Volgens Intrum Justitia heeft de traditionele rechter gemiddeld 62 weken nodig voor de afronding van een proces. Volgens de Raad is dat voor incassozaken maar 16 weken. E-court zegt op de eigen website dat de incassoprocedure acht weken duurt, en de bodemprocedure 18 weken. Eerst dus maar eens wat fact-checking.
Het jaarverslag 2010 van de rechtspraak en het begin februari 2012 verschenen Rechtspleging Civiel en Bestuur 2010 van WODC en CBS leren ons het volgende. De overgrote meerderheid van de geldvorderingen zijn kantonzaken. Kantonzaken bij verstek hebben een doorlooptijd van minder dan een week, bodemprocedures zonder enquete duren gemiddeld 17 weken en met enquete gemiddeld 43 weken. Van de weinige geldvorderingen met een groter belang duren de verstekken ongeveer 6 weken en een doorsneebodemzaak duurt 40 weken. E-court heeft totnogtoe 1 zaak afgerond tot en met het exequatur. In die zaak (ik kan niet helemaal met zekerheid vaststellen dat het dezelfde zaak is) is bij uitspraak van 1 december 2011 (LJN BU6895) verlof verleend tot tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis gedateerd 11 november 2011. In een aantal andere zaken, te vinden op www.rechtspraak.nl, is het exequatur afgewezen.
Conclusie: Het overgrote deel van de zaken op tegenspraak duurt ongeveer 17 weken, tenzij een getuigenverhoor nodig is. En dan duurt zo’n zaak ongeveer 40 weken. Voor E-court valt dit niet op grond van openbaar toegankelijke informatie te zeggen. De rechtbank Almelo heeft over het exequatur met een doorlooptijd van minder dan drie weken geen gras laten groeien.

Vraag 2: is de wereld van de rechtspraak conservatief?

Let wel: het gaat er om of dit klopt, en niet om of het iets verklaart van de lotgevallen van e-Court.
Rechtspraak gaat altijd over gebeurtenissen in het verleden, en moet meestal de vraag beantwoorden wie de schuld moet krijgen. De instrumenten daarvoor zijn de wet en de jurisprudentie – en de zitting, maar daarover straks. Kenmerk van de instrumenten, vooral de jurisprudentie, is dat die hun geldigheid ook ontlenen aan het verleden – ze waren er immers al. Daarbij mogen procespartijen niet voor verrassingen worden gesteld. Het is duidelijk: hier is het geen innovatie troef.
Heel anders is het gesteld met de werkwijzen van de rechtspraak. Uit de klantwaarderingsonderzoeken bleek ontevredenheid met de werkwijze op de zitting. Bovendien weten we uit onderzoek ook dat vroege interventie doorlooptijden kan verkorten. Er is al heel veel geëxperimenteerd met comparities na antwoord, regiezittingen en andere vormen van vroege interventie. Veel van die experimenten zijn in de zittingspraktijk gemeengoed geworden. Het procesrecht is aangepast. De invloed van de mediationgolf is onmiskenbaar. Er wordt meer geluisterd en meer geschikt. De klanten worden tevredener over de zittingen, maar niet over de doorlooptijden.
Conclusie: de rechtspraak is conservatief waar het moet, en innovatief waar het kan.

Vraag 3: maakt internetrechtspraak de doorlooptijden korter?

De klanten van de rechtspraak zijn dus nog niet tevreden over de doorlooptijden.
Ik heb een deel van mijn buitenstage gedaan bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw. OP een gegeven moment liepen daar de doorlooptijden enorm op; vanwege de lange doorlooptijden in de rechtspraak gingen er meer geschillen naar de Raad van Arbitrage. Omdat het aantal arbiters en secretarissen niet meteen toenam, lagen de nieuwe zaken langer te wachten tot ze aan de beurt waren. Mijn voorspelling is dat e-Court, als het populair wordt, ook onverbiddellijk geconfronteerd zal worden met de spanning tussen vraag en capaciteit.
De Agenda voor de Rechtspraak stelt in het vooruitzicht dat er voor civiele zaken in eerste aanleg een snelle, eenvoudige procedure wordt ontwikkeld. Bovendien zullen in 2014 digitaal zaken kunnen worden aangebracht. De voortgang van deze zaken kan via internet gevolgd worden. De uitspraken worden digitaal toegankelijk voor belanghebbenden.

Het is niet zonder meer gezegd dat zaken doen via internet de doorlooptijd zal verkorten. Toch kan ik het niet laten te wijzen op bewezen technologie uit de rechtspraak in het Verenigd Koninkrijk (VK): Money Claim On Line. Daar kunnen partijen in Engeland en Wales procederen via het Internet. De vordering kan worden ingediend bij het County Court Bulk Centre van Northampton County Court. Dit gerecht is speciaal opgezet voor het geautomatiseerd verwerken van grote aantallen kleine geldvorderingen van banken, energieleveranciers en dergelijke. In 2002 werd internettoegang opengesteld voor individuele schuldeisers, en veel kleine bedrijven en zzp’ers gingen er dankbaar gebruik van maken. In 2010 werden hier anderhalf miljoen zaken aangebracht volgens het jaarverslag van de gerechten in het VK over 2010. In bijna 300.000 zaken werd verweer gevoerd. Die zaken zijn verwezen naar de gewone gerechten. MCOL produceerde in 2010 meer dan 500.000 vonnissen, dat is meer dan twee derde van het totaal aan geldvorderingen dat werd beslist. Deze vorm van internetrechtspraak voorziet overduidelijk in een behoefte. Dat geldt vooral voor de afdoening van grote aantallen kleinere vorderingen.Tot mijn grote spijt bevat het Engelse jaarverslag geen bruikbare gegevens over doorlooptijden. Wat we wel kunnen leren zijn: je kunt toegang voor kleinere geldvorderingen centraliseren, en de afhandeling van zaken zonder verweer automatiseren. Zaken met verweer worden door het systeem doorgezonden naar het bevoegde gerecht. In sommige gevallen moet er een zitting komen. Uit de cijfers blijkt dat er bij de gerechten gemiddeld een lange wachttijd is voordat de zaak op de zitting komt. Die wachttijd is langer dan de totale doorlooptijd van een doorsneezaak in Nederland. Er zijn watverschillen in het procesrecht die deze vorm van internetrechtspraak in het VK makkelijker maken in vergelijking met Nederland. In het VK kan een geldvordering anahangig worden gemaakt met een verzoek. Er is voor het indienen van een claim geen formele dagvaarding nodig. Bovendien is er een kostenstructuur waarbij voor elke handeling apart een tarief geldt. De aanlegger kan dus bij elke volgende stap in de procedure afwegen of de kosten van die stap opwegen tegen het belang. Trouwens, jammer dat bij de verhoging van de griffierechten niet gekeken is in hoeverre zo’n wijziging van de kostenstructuur een beter idee is dan de kaalslag die ons nu in het vooruitzicht wordt gesteld. Maar dit terzijde.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven