Vorig jaar nog verklaarde Rutte tegenover Den Haag FM fulltime les te willen gaan geven als hij de deur van het Torentje eenmaal achter zich dicht heeft getrokken: Dat vind ik superleuk.” Een baan in Brussel, bij de EU of bij de NAVO, zei hij niet te ambiëren: “Prachtige stad, maar geen Den Haag.” Vorige maand keerde Rutte echter – wederom tegenover Den Haag FM – op zijn schreden terug, en zei hij tóch secretaris-generaal van de NAVO te willen worden als de Noorse oud-premier Jens Stoltenberg eenmaal afzwaait. Opmerkelijk, niet alleen omdat Rutte zijn aanpassingsvermogen – “visie is als een olifant die het zicht belemmert” (woorden waar-ie overigens later ook weer op terugkwam) – als zijn voornaamste kwaliteit beschouwt, maar ook omdat het ministerie van Defensie onder zijn bewind langzaam werd uitgekleed, tot onder de NAVO-norm van 2%.
Zowel op de website als in de StemWijzer geeft de VVD aan die norm nu in de wet vast te willen leggen. En in het verkiezingsprogramma valt te lezen dat met name de oorlog in Oekraïne daar een belangrijke drijfveer achter is: “De Russische aanval op Oekraïne heeft het onvoorstelbare weer voorstelbaar gemaakt.” En: “We kunnen het ons niet veroorloven onze verdediging te zeer aan de Verenigde Staten over te laten.” De ‘nieuwe’ VVD-lijsttrekker Dilan Yeşilgöz lijkt daarmee – of in ieder geval op dit punt – een andere koers te zijn gaan varen dan Rutte, van wie zij zich nu koortsachtig lijkt te distantiëren. Zo zei ze twee weken geleden tegen het AD dat Rutte eigenlijk na de coronapandemie al weg had moeten zijn. Hup Dilan! Oh nee, best een vreemde opmerking eigenlijk, aangezien Rutte twee jaar geleden nog bijna twee miljoen stemmen kreeg, meer dan welke andere politicus dan ook.
Of Dilan er over iets meer dan een week ook zo veel krijgt, is nog maar de vraag. Maar wat als een paal boven water staat, is dat deze VVD maar moeilijk lijkt te kunnen breken met het tijdperk-Rutte. Met de volledig terechte, althans volgens mij, herwaardering van de NAVO-norm, lijkt ook een herwaardering van de VVD op z’n plaats, een gegeven waar Rutte nu – onterecht – een graantje van mee lijkt te willen pikken.
De VVD worstelt met zichzelf, en Dilan kan zich voor het overgrote deel maar moeilijk onderscheiden van haar voorganger. Dat zij de PVV níét op voorhand uitsluit van regeringsdeelname – mocht de VVD de grootste worden – is in dat verband de uitzondering op de regel, maar een fraaie is het wat mij betreft niet.