Sanderink-affaire laat een wrange nasmaak achter

Het stof van de Sanderink-affaire is inmiddels wat neergedaald. Een terugblik leert dat deze selfmade Twentse ondernemer na rechterlijk ingrijpen alle zeggenschap over de door hem opgebouwde ondernemingen is kwijtgeraakt. Zijn aandelenbezit in Centric (software), Strukton (bouw en spoor) en Oranjewoud (holding) is door de Ondernemingskamer van het Amsterdamse gerechtshof ten titel van beheer overgedragen aan enkele Zuidas-advocaten. Ook zijn bestuurderschap bij die bedrijven is hem afgenomen. Dit alles op grond van het enquêterecht. Maar is dat daar wel voor geschikt?

Delen:

beeld: Depositphotos

Het geschil tussen Gerard Sanderink en zijn ex-partner Brigitte van Egten, met op de achtergrond Sanderinks vriendin Rian van Rijbroek, heeft onder meer geleid tot civiele en strafrechtelijke procedures, tuchtzaken tegen advocaten en een bekroonde podcast van het Financieele Dagblad. En natuurlijk tot genoemd ingrijpen van de Ondernemingskamer (OK), bij Centric zelfs op verzoek van het Openbaar Ministerie om reden van het openbaar belang (zie de mondelinge beschikking ECLI:NL:GHAMS:2022:3139 en de nadien genomen schriftelijke beschikking ECLI:NL:GHAMS:2023:149). Bij Oranjewoud en Strukton ging het verzoek uit van deze vennootschappen zelf, vertegenwoordigd door hun raad van commissarissen (ECLI:NL:GHAMS:2023:1275). Het betrof daar dus een zogeheten zelfenquête (art. 2:346 lid 1 (d) BW). Inmiddels overweegt de nieuwe bestuurder van Strukton om bedrijfsonderdelen die naar zijn smaak niet in de strategie passen te verkopen, met de zegen van de beheerder van de aandelen. 

De door de OK getroffen, zeer ingrijpende maatregelen zijn onmiddellijke voorzieningen (art. 2:349a BW). Dat wil zeggen, tijdelijke ordemaatregelen, bedoeld om de geconstateerde noodsituatie te keren. Maar wat maakt die maatregelen nu eigenlijk tijdelijk? Sanderink heeft geen cassatieberoep ingesteld inzake Centric (kon tot 3 februari dit jaar). Onbekend is of hij dit nog gaat doen inzake Strukton (kan nog tot 1 september dit jaar). Dit laatste vermoed ik echter niet, mede gezien zijn problemen om nog een advocaat te vinden die hem wil bijstaan, nadat hij er zeker vijftien heeft versleten (Advocatenblad 2023/6, p. 43). Maar zelfs als dat wel het geval zou zijn, dan nog verwacht niemand dat Sanderink nog ooit de zeggenschap over zijn aandelen terugkrijgt. 

Vermoedelijk zal de OK niet aarzelen om de getroffen voorzieningen op verzoek schier eindeloos te verlengen. Zolang Sanderink zijn aandelen niet verkoopt, kan de OK eigenlijk ook niet anders. Dat heeft vooral te maken met het feit dat in elk geval de mondelinge Centric-beschikking voor een belangrijk deel stoelt op een oordeel over de mentale gesteldheid van Sanderink. Volgens de OK bestaat er “aanleiding te twijfelen aan het vermogen van Sanderink om rationele beslissingen te nemen in het belang van de onderneming van Centric (…).” In de Strukton-beschikking rept de OK van “toenemende twijfel aan het vermogen van Sanderink om effectief leiding te geven aan een onderneming met de complexiteit en de omvang van Oranjewoud en Strukton Groep.” 

Maar is de OK wel het juiste gremium om een oordeel te geven over iemands verstandelijke of mentale vermogens en is zij daartoe voldoende geëquipeerd? Het betreft hier tenslotte niet een verzoek om ondercuratelestelling als bedoeld in art. 1:378 BW. En hoe zou Sanderink moeten aantonen dat hij in de (nabije) toekomst mogelijk wel weer geschikt is om zijn ondernemingen te leiden? En is dat überhaupt een optie?

Het probleem dat op de achtergrond speelt is dat het enquêterecht toch vooral is toegesneden op geschillen tussen meerdere aandeelhouders en niet op de situatie met slechts één aandeelhouder. Bij de introductie van de overdracht ten titel van beheer als eindvoorziening (art. 2:356 (f) BW) verwees de wetgever nadrukkelijk naar de wettelijke geschillenregeling (art. 2:335 BW) indien een aandeelhouder definitief van zijn medeaandeelhouder wil scheiden. Maar ja, als er maar één aandeelhouder is, wordt dat lastig. Het enquêterecht is eigenlijk niet geschikt voor problemen zoals bij Centric en Strukton.

Het resultaat is een permanente ontneming van aandeelhouderszeggenschap op een nadrukkelijk voorlopig-bedoelde, wettelijke basis. Dat geeft de Sanderink-affaire mij dunkt toch een wat wrange nasmaak. 

Gerelateerd artikel: de Snelrechtbijdrage Gebruik enquêterecht OM bij Centric: trendbreuk of uitzondering? 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven