Stel je voor: je bent student, je hebt eindelijk de langgezochte kamer in een chill huis, waar je met drie vrienden woont, omdat de vader van een van hen het heeft gekocht. Kerst staat voor de deur en je wilt bijna je huiskerstdiner houden, maar… je buurvrouw eist dat je op straat komt te staan. Afgelopen week deed de rechter uitspraak in een dergelijke zaak.
De vader van een van de bewoners en de buurvrouw vormden samen een VvE. In de splitsingsakte was opgenomen dat gebruik van het pand als kamerverhuurbedrijf, inclusief als Bed & Breakfast, verboden was. Een veelvoorkomende bepaling in splitsingsakte, die juist als doel heeft om verhuur aan studenten tegen te gaan.
Het was aan de Amsterdamse rechter om de studenten ofwel op straat te zetten, ofwel de buurvrouw ongelijk te geven. De rechter oordeelde uiteindelijk in het voordeel van de studenten: ze mogen blijven. Volgens de rechter is deze huurovereenkomst een privékwestie en geen vorm van bedrijfsmatige verhuur, omdat de overeenkomst eindigt wanneer de zoon afstudeert.
De bepaling uit de splitsingakte werd dus eng geïnterpreteerd door de rechter. En dat hadden we hard nodig in een tijd waarin de kamernood steeds hoger wordt en het verhuren van kamers aan steeds meer eisen gebonden is.
