Het CvT houdt toezicht op het toezicht dat dekens uitoefenen op de advocaten in hun arrondissement. Het CvT heeft bij de dekens informatie opgevraagd die nodig is voor dit systeemtoezicht. Het college wil aan de hand van opgevraagde dossiers nagaan of de dekens hun beleid consistent uitvoeren, en of de dekens het toezicht goed uitoefenen, vooral op de grote kantoren.
In de vierde voortgangsrapportage schrijft het CvT dat hiervoor samen met het dekenberaad een aanpak is ontwikkeld. Die moet recht doen aan de vertrouwelijkheid van cliëntinformatie en het verschoningsrecht van de advocaten en de dekens.
Inmiddels hebben enkele dekens aan het informatieverzoek voldaan, maar de manier waarop ze hiermee omgaan verschilt nogal. In de vierde voortgangsrapportage schrijft het CvT: “Er zijn dekens die inzicht hebben verschaft in geanonimiseerde toezichtdossiers, er zijn dekens die na rappel geanonimiseerde samenvattingen hebben verstrekt en er zijn dekens die toelichting en/of inzage willen verschaffen ten tijde van het bezoek van het college.”
Wet open overheid
De dekens zijn bang dat het door de nieuwe Woo (Wet open overheid) makkelijker wordt om vertrouwelijke informatie op te vragen als die informatie in het bezit is van het college.
Uit de voortgangsrapportage blijkt dat het CvT geïrriteerd is over de houding van de dekens. Het CvT schrijft: “Er was al een aanpak ontwikkeld en het college heeft zijn algemene beleidsregels zodanig aangepast dat geen onduidelijkheid meer kan bestaan op wie ze betrekking hebben en waartoe de bevoegdheden van het college strekken. Toch hebben de dekens zich op het standpunt gesteld dat het college zijn verzoek nader moest motiveren.”
Nadat de dekens juridisch extern advies hebben ingewonnen, heeft het CvT hetzelfde gedaan. Dat advies bevatte een nadere motivering waarom het college de gevraagde informatie moet hebben om zijn taak goed te kunnen uitvoeren. Het CvT heeft die motivering aan de dekens verstrekt.
Cliëntinformatie
De voorzitter van het dekenberaad Eef van de Wiel kan niet zeggen waarom de verschillende dekens anders omgaan met de informatieverstrekking: “Alles wat cliëntinformatie is gaat sowieso niet naar buiten, ook niet naar het CvT,” licht Van de Wiel toe. “We hebben juridisch advies ingewonnen over de vraag wat je wel en niet kunt delen, en wij volgen dat advies. Maar kennelijk is er een verschil in aanlevering tussen het ene arrondissement en het andere. Maar ik weet niet wat iedereen heeft ingevuld. Daar ga ik ook niet over, daar gaan de dekens over.”
Van de Wiel is zelf deken in het arrondissement Noord-Nederland. Op de vraag wat zij zelf aanlevert zegt ze: “Dat kan ik niet zeggen. Ik krijg het college donderdag op bezoek en ik weet niet of ze genoegen nemen met wat ik aanlever. Ik snap dat je, om toezicht op mij uit te oefenen, meer nodig hebt dan mijn blauwe ogen, maar hoeveel en wat precies is nog onduidelijk.”
Volgens Van de Wiel is van een conflict geen sprake. “Dit is iets waar je heel zorgvuldig mee moet omgaan: hoe ver gaan je wettelijke verplichtingen?”
Vertraging
Een ander twistpunt betreft de risicogestuurde toezichtstrategie. De dekens hebben “na veelvuldig overleg” (volgens het CvT) een opdracht gegeven aan De Galan Groep om deze strategie te helpen ontwikkelen. Het CvT steunt dat project en noemt het urgent. Maar mede doordat de opdracht gezamenlijk met de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) wordt gegeven, loopt het project veel vertraging op. “Het college betreurt dat en maant beide partijen de nodige voortgang te betrachten,” zo staat te lezen in de voortgangsrapportage.
Van de Wiel zegt dat de dekens de verbetering van het toezicht ook belangrijk vinden en dat deze kwestie heel gevoelig ligt. “Daarom zeg ik er niets over.”
Het is al langer onrustig rond het toezicht op de advocatuur. Eind september stapte voorzitter Jeroen Kremers van het College van Toezicht op omdat volgens hem de effectiviteit, onafhankelijkheid en transparantie van toezicht onder druk staan. Vorige week lanceerde minister Weerwind een voorstel voor een nieuw toezichtsysteem waarin de Landelijke Toezichthouder Advocatuur een centrale rol krijgt toebedeeld.