Richard Susskinds nieuwe boek is uit. Tomorrow’s Lawyers schetst in grote halen zijn visie op de toekomst van de rechtspraktijk in een tijd waarin computers steeds krachtiger worden, de wereld steeds verder liberaliseert en iedereen voor minder geld meer moet doen.
Ik had een voorbestelling geplaatst bij Amazon voor de verschijning op 25 januari. Op 21 januari zat ik in de trein naar huis, en zag op mijn Ipad een mail van Amazon: your item has been sent to your device. Tien seconden later stond de nieuwe Susskind in de Kindle-app op mijn Ipad. Wow.
Richard Susskind was in de jaren ’90 de technologie-adviseur van Lord Woolf bij de hervorming van de civiele rechtspraak in Engeland. Hij schreef toen The Future of Law, een vooruitblik op de veranderingen die de IT in de rechtspraktijk aan het brengen was. Lang niet alles wat hij schreef was goed onderbouwd, en hij werd wel Lord Woolf’s goeroe genoemd. Susskind is hoogleraar in Strathclyde, hij houdt lezingen en hij doet advieswerk.
Tomorrow’s Lawyers is een nieuwe vooruitblik op ontwikkelingen, en hun gevolgen voor de praktijk van de advocatuur. Ik laat de liberalisering en de meer-voor-minder-ontwikkelingen nu even voor wat ze zijn, en kijk naar de trends die Susskind ziet bij de informatietechnologie. Om het verschil aan te geven tussen verbetering en innovatie gebruikt hij het begrip “disruptive technology”: technologie die de oude werkwijze grondig overhoop haalt. Die oude werkwijze komt erop neer dat je in elke zaak van voren af aan begint, en elke stap helemaal opnieuw zet. De toenemende rekenkracht betekent harde concurrentie. Documenten kunnen vraaggestuurd worden samengesteld, je kunt putten uit kennis en ervaring en die hergebruiken, de klanten kunnen zelf advies vinden, zoeken kan slimmer, geschilbeslechting kan on line.
De rol van de rechter kan niet door computers worden overgenomen, zo vindt Susskind. Het stereotype beeld van de rechters als ouderwets en wereldvreemd klopt volgens hem ook helemaal niet. Wel klaagt hij dat zijn adviezen aan de rechtspraak niet zijn opgevolgd. De Engelse rechtspraak loopt met zijn werkomgeving achter bij de meeste andere kantooromgevingen (dat is in Nederland niet anders). Er valt nog veel te verbeteren, zoals gebruik van technologie in de rechtszaal voor bijvoorbeeld tonen van informatie uit het dossier en verslagleggen van wat er gezegd wordt. Toch is dat nog geen innovatie. De meest disruptieve technologie voor de rechtspraak is on line geschilbeslechting. Dat kan mediation zijn, maar ook een onderhandelingsproces zoals Cybersettle, een vorm van dubbel blind bieden die veel gebruikt wordt bij schadeclaims. Geschilbeslechting over het internet kan zonder traditionele zitting. Dat maakt het veel sneller en veel goedkoper, en daarmee een geduchte concurrent voor de “oude” gerechten. Ik stel vast dat dat nog niets zegt over de toekomst van de rest van het civiele recht, het bestuursrecht, en al helemaal niet over het strafrecht.
Susskind moppert dat de advocatuur met de adviezen in The Future of Law niet veel heeft gedaan. Mijn indruk is, dat hij vooral naar de hele grote spelers kijkt, en misschien zit de dynamiek nu juist wel bij de wat kleinere kantoren. Ik zie dat hier en daar ook al in de praktijk. Uit de literatuuropgave blijkt dat Susskind zich vooral baseert op voorspellingen over de richting van ontwikkelingen in de IT. Ik zie niet veel materiaal over onderzoek naar de werkelijkheid van de rechtspraktijk. Niettemin, voor wie wil nadenken over de ontwikkelingen die de advocatuur misschien wel overbodig maken, maar in ieder geval maken dat die anders moet gaan werken, is Tomorrow’s Lawyers interessante lectuur.