Verpanding van voorwaardelijk eigendom

Delen:

Iedere ondernemer komt het wel eens tegen. Er worden zaken ingekocht bij een leverancier, maar de koopprijs wordt niet meteen (geheel) betaald. De leverancier bedingt dan vaak een eigendomsvoorbehoud: de eigendom van de geleverde zaken wordt voorbehouden door de leverancier totdat de koopprijs in haar geheel is voldaan. De koper is tot deze betaling geen (vol) eigenaar van deze zaken, maar alleen houder daarvan. Dit komt vooral voor bij de koop van voorraden (retailbranche), maar bijvoorbeeld ook bij de koop van machines en voertuigen (industrie).

Dezelfde ondernemer heeft doorgaans ook (bank)financiering nodig, waarbij de gebruikelijke zekerheden zijn verschaft: een pandrecht op de inventaris, voorraden en vorderingen. Voor de financier is dat belangrijk: zij kan bij het uitoefenen van haar pandrechten een eventueel faillissement van de pandgever negeren. Maar geldt dat ook voor een pandrecht (bij voorbaat) op zaken die onder eigendomsvoorbehoud zijn geleverd? Tot voor kort niet. Indien de pandgever failliet ging, terwijl de koopprijs nog niet geheel was betaald, had de financier niets aan dat pandrecht. Op het moment dat de pandgever eigenaar werd, was zij niet meer beschikkingsbevoegd, zodat het pandrecht op de betreffende zaak niet tot stand kwam.

Daar is recentelijk verandering in gekomen. Op 3 juni 2016 heeft de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2016:1046) in een baanbrekende uitspraak met zoveel woorden gezegd indien zaken onder eigendomsvoorbehoud zijn geleverd, de koper niet alleen een “eigendomsverwachting” heeft, maar een direct voorwaardelijk eigendomsrecht krijgt dat onvoorwaardelijk kan worden verpand. Indien later de (resterende) koopprijs wordt voldaan, dan groeit dit pandrecht van rechtswege uit tot een pandrecht op de volle eigendom van die zaken en daarmee op die zaken zelf.

Een tussentijds faillissement van de pandgever doet naar niet aan af. Dit is gunstig voor het handelsverkeer. Financiers weten nu dat een pandrecht kan worden gevestigd op voorwaardelijk eigendom.  Hoe meer een ondernemer in zekerheid kan geven, hoe ruimer de beschikbaarheid van krediet en hoe lager de kosten daarvan. Ook verbetert dit arrest de (rechts)positie van borgen en andere personen die zich hoofdelijk aansprakelijk hebben gesteld voor de financiering aan de onderneming, nu voorstelbaar is dat een financier zich op een groter deel van de opbrengst kan verhalen en dus minder snel, althans voor een lager bedrag, een hoofdelijke verbonden schuldenaar zal aanspreken of een beroep zal doen op een borgtocht.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven