De verplichting tot digitaal procederen geldt voor partijen die zich via een civiele cassatieadvocaat bij de Hoge Raad in de prejudiciële procedure melden. Het verplicht digitaal procederen bij de Hoge Raad heeft betrekking op prejudiciële procedures waarbij op of na 1 mei 2024 door de rechter de beslissing is genomen om een vraag of vragen aan de Hoge Raad te stellen. Dit laat de Hoge Raad in een bericht weten.
Beperkt
Andere partijen zullen, als zij daartoe door de Hoge Raad in de gelegenheid worden gesteld, schriftelijke opmerkingen ook moeten indienen via het webportaal. Aan hen zal beperkt toegang tot het web-portaal worden verstrekt. Voor de rechtbanken en hoven wordt de mogelijkheid gecreëerd om de prejudiciële vragen digitaal in te dienen, maar wordt dit nog niet verplicht gesteld.
De verplichting tot digitaal procederen vloeit voort uit het ‘Besluit verplicht elektronisch procederen in civiele prejudiciële procedures Hoge Raad’ dat op 1 mei in werking treedt via het procesreglement van de Hoge Raad.
Rechtsvraag
Civiele prejudiciële procedures zijn procedures waarin een rechtbank of gerechtshof in een civiele zaak op verzoek van partijen, of ambtshalve, een rechtsvraag stelt aan de Hoge Raad. Dit kan als het antwoord op die vraag belangrijk is voor vorderingen of geschillen die bij rechtbanken of hoven voorliggen.
De Hoge Raad biedt vervolgens partijen en eventueel anderen de gelegenheid om schriftelijke opmerkingen te maken over de gestelde vraag of vragen. Als de Hoge Raad de vraag of vragen heeft beantwoord, zal de rechtbank of het hof de zaak voortzetten met inachtneming van de antwoorden van de Hoge Raad. Deze antwoorden zijn zoals gezegd ook van belang voor rechters die in vergelijkbare zaken beslissen.
Gelijkgetrokken
Er is al sprake van verplicht digitaal procederen in civiele vorderingsprocedures (sinds 1 april 2017) en verzoekprocedures (sinds 1 april 2021) bij de Hoge Raad. Met het verplicht stellen van digitaal procederen in civiele prejudiciële procedures wordt de wijze van procederen voor alle civiele procedures bij de Hoge Raad gelijkgetrokken. Dat maakt het eenvoudiger voor alle betrokkenen, waaronder de civiele cassatieadvocaten bij de Hoge Raad en de griffie van de Hoge Raad. Ook in de twee andere rechtsgebieden waarin de Hoge Raad als hoogste rechter oordeelt, strafrecht en belastingrecht, is digitaal procederen al grotendeels verplicht.
Meer soorten zaken
In de lagere rechtspraak is digitaal procederen ook in steeds meer soorten zaken mogelijk. Zo kan dat sinds 22 april ook in civiele jeugdrechtzaken en in gezag- en omgangszaken bij de rechtbanken Amsterdam, Limburg, Midden-Nederland en Oost-Brabant, en sinds 6 mei in kort gedingen op het gebied van handels- en familierecht bij alle rechtbanken en in alle familie- en jeugdrechtzaken bij de rechtbank Gelderland.