Waarom Donner niet deugt, zelfs niet voor onderkoning

Delen:

Weinig is Nederlandser dan eindeloos vergaderen, daarvan notulen maken en vervolgens weer vergaderen over de vaststelling daarvan: een echt Droste-effect, als in ernst wordt vergaderd over wat is vergaderd. Buiten ons vaderland wekt het hoofdzakelijk verbazing: een besluitenlijstje is toch genoeg? Bovendien: wie weet nog precies wat is gezegd? Wat doet het er toe allemaal.

Ook over zin en doel van notulen of zelfs woordelijke verslagen van onze volksvergaderingen kan verschillend worden gedacht. Zelfs wetten staan en vallen niet met zoveel woorden in de Kamers, laat staan politieke, bestuurlijke, maatschappelijke en gewoon menselijke werkelijkheden. Die zich – als bekend – niet alles tegelijk aantrekken van wat in onderscheiden Kamers wordt gezegd, geroepen en soms ook besloten. Dat is maar goed ook. Trouwens wie leest die stukken nog? Een enkele – al dan niet parlementair – historicus misschien? Words are the only things that last en zelfs die niet altijd.

Toch kan betrouwbaarheid van dergelijke verslagen geen kwaad. In ieder geval is het niet de bedoeling om er achteraf in te knoeien, al dan niet om mogelijk onwelgevoeglijke of gewoon minder goed uitkomende woorden te doen verdwijnen. Tenminste, uit die verslagen. Die woorden zijn gesproken, of niet. Geen verslag kan daar echt iets aan doen.

Als bekend dacht kandidaat-onderkoning Donner daarover anders. Voor wie het niet precies meer weet: op 21 juni 2007 zei in de Tweede Kamer: “Ik moet toch even wat rechtzetten; partijen kunnen in Nederland niet bij onderlinge overeenstemming de arbeidsovereenkomst beëindigen. Dat heeft de wetgever verboden.” Zelfs Donner zelf erkent dat hij het heeft gezegd. Dat kan ook moeilijk anders, want het is allemaal vastgelegd, niet alleen op de band van de griffie van de Tweede Kamer.

Zijn uitspraak laat zien dat Donner niet goed bij zijn hoofd was – of is – en alleen dat maakt hem voor het ambt van onderkoning zonder meer ongeschikt. Een vice-voorzitter van de Raad van State die van de overeenkomst niet alleen arbeidsrechtelijk maar ook in het algemeen kennelijk niet het flauwste benul heeft is een gevaar voor het land. (Of is dit een overschatting van de Raad van State? Dat is in ieder geval te hopen voor het geval dat Donner er toch deel van gaat uitmaken.)

Indertijd zei de Tweede Kamer er ook wat van. Donner zal zich een beetje hebben geschaamd – zo ijdel is hij wel – en hebben laten opzoeken hoe het dan wél zat, met de kennelijke opzet om een betere versie alsnog in de Handelingen van de Tweede Kamer te krijgen. Met het opzoeken ging het al mis, want Donner liet er van maken: “Ik moet toch even wat rechtzetten; de werkgever kan in Nederland niet de arbeidsovereenkomst eenzijdig beëindigen. Dat heeft de wetgever verboden.” Alle tijd gehad voor deze politiek-bestuurlijke variant van valsheid in geschrifte en toch ging het weer mis. Ook deze uitspraak is immers volstrekte onzin, wederom getuigend van volstrekt onbegrip van recht. Zo mag het een wonder – of een geluk – heten dat het met het land ondanks een dergelijke minister nog zo goed ging.

Maar het blijft vervalsing. Dat is een nog ergere zonde dan bijna volmaakt onbenul van recht en rechtsbeginselen. Daarop aangesproken betichtte een als wel vaker verwaten Donner zijn critici “Farizees overal het vingertje bij te leggen”. Dat wist hij kennelijk nog wél uit de Bijbel, al schijnt daarin ook te staan dat je de boel niet moet belazeren (in de nieuwe vertaling dan, die zal Donner wel te modern zijn). Een Farizeër trouwens is volgens Van Dale iemand die zich schuldig maakt aan zelfverheffing op zedelijk gebied (naar Lucas 18:11), ofwel een schijnheilige, huichelaar of hypocriet. Een Donner dus zou nu kunnen worden gezegd, nu Bijbelvastheid bij grote delen van de bevolking is verdwenen. Al is te hopen dat ook Donner en zijn naam zo spoedig mogelijk van het toneel verdwijnen.

Alles in een dubbel mislukte poging om de eigen ijdelheid te redden: immers fout in weergave én inhoud. Welk landsbelang was met die “redactie” gediend? Geruststellend is hier alleen dat die Handelingen inderdaad niet belangrijk zijn. Donners gereformeerde streek – zo heette dat vroeger – doet er wél toe. Die getuigt van desinteresse in recht en waarheid. Kennelijk is alles zoals het uitkomt. Laatstelijk bleek dat nog uit de zaak rond het identiteitsbewijs: gratis zei de Raad van State, want de burger mag niet zonder. Ook dat probeerde Donner in zijn eigen straatje op te lossen, door een noodwetje met terugwerkende kracht aan diezelfde volksvertegenwoordiging voor te leggen. – Genoeg, ook dit was al bekend. Tegen Donners politiek-opportunistische bevordering tot onderkoning zal het evenmin helpen. Dan maar weg met de monarchie? Dat gaat hier ook – of beter gezegd ook hier – niet werken.

Vooruit dan, toch nog een bijbeltekstje bij Donners hopelijk toch spoedige afscheid: IJdelheid der ijdelheden, alles is (driedelige) ijdelheid.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven