Bestuurders van verschillende grote en middelgrote advocatenkantoren vinden dat ook niet-juristen advocaat moeten kunnen worden. Dat zeggen ze in een artikel in het Financieele Dagblad. Volgens de ondervraagde advocaten worden juridische vraagstukken steeds complexer, en is voor de oplossing meer dan alleen juridische kennis nodig.
Volledige rechtenstudie
Voor advocaten geldt nu nog de wettelijke eis dat ze een volledige rechtenstudie hebben afgerond. Maar de bestuurders Eelco Meerdink (De Brauw), Brechje van der Velden (Allen & Overy), Marcel Hielkema (Dirkzwager) en Jan-Jaap Trommel (NautaDutilh) willen dit verplichte ‘civiel effect’ schrappen. De niet-juristen moeten volgens deze advocaten wel voldoende juridische basiskennis hebben.
Dwarsverbanden
Decaan Ton Hol van de juridische faculteit van de Universiteit Utrecht en tevens voorzitter van de Raad van Decanen Rechtsgeleerdheid, is echter kritisch: “We hebben miljoenen geïnvesteerd in de aanpassing van ons curriculum. Wat zullen we nou krijgen?” Ook Johan Koggink (Van Benthem & Keulen) zet vraagtekens: “De huidige advocaten in spe leren dwarsverbanden te zien tussen verschillende juridische disciplines, casuïstiek op lossen en juridisch verfijnd te denken. Dat is niet voor niets.”
Toelatingsexamen
Advocatenkantoren, de Raad voor de rechtspraak, de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) en de universiteiten voeren al jarenlang een debat over het civiel effect. De NOvA denkt, in navolging van de VS, over de invoering van een toelatingsexamen voor advocaten. De discussie brandde in 2014 los met een artikel van vijf bestuursvoorzitters in NRC Handelsblad.