Fraude is big business. Bedrijven die te maken krijgen met (mogelijke) fraude, laten daar steeds vaker forensisch onderzoek naar doen. Deze onderzoeken worden doorgaans verricht door een team van forensische accountants en advocaten. Deze tegenpolen vullen elkaar goed aan: advocaten zijn in staat het onderzoek juridisch goed te structureren en waarborgen met hun verschoningsrecht in beginsel de vertrouwelijkheid ervan, terwijl accountants beter toegerust zijn om grote hoeveelheden financiële informatie te onderzoeken.
Het forensisch onderzoek is gericht op het vaststellen van feiten, wat naar zijn aard zorgvuldig dient te gebeuren. In dat verband bevestigde de Hoge Raad recent (HR 17 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:744, EY/Verweerder) dat op de forensisch accountant tegenover de bij het onderzoek betrokken personen een zorgplicht kan rusten, die mede wordt ingevuld door de voor de accountant geldende gedrags- en beroepsregels.
Dat is niet opzienbarend maar wel belangrijk. In de praktijk schort het bij forensische onderzoeken wel eens aan zorgvuldigheid. Daarbij gaat het met name om het toepassen van hoor en wederhoor: de onderzochte personen moeten hun verhaal kunnen doen en kunnen reageren op de concept-bevindingen van de onderzoekers, voordat het onderzoek wordt afgerond. Dit leidt vaak tot vertraging, met name wanneer de onderzochte fraudeur er belang bij heeft het onderzoek te compliceren en te traineren.
De onderzoekers zitten dan in een spagaat. Enerzijds heeft de opdrachtgever haast en wil deze de kosten van het onderzoek beperkt houden, zodat het belangrijk is om het onderzoek niet te laten verzanden in hoor en wederhoor. Anderzijds verliest gebrekkig verricht onderzoek zijn waarde, doordat het minder bruikbaar wordt voor juridische procedures of om maatschappelijke verantwoording af te leggen.
De onzorgvuldige accountant riskeert ook dat er door betrokkenen een tuchtklacht tegen hem wordt ingediend, met alle (reputatie)risico’s van dien. Weliswaar spreekt de accountant vrijwel standaard met zijn opdrachtgever af dat die hem vrijwaart en de juridische kosten van dergelijke procedures draagt, maar die vrijwaring komt op losse schroeven te staan als de accountant ten aanzien van het onderzoek verwijten kunnen worden gemaakt.
Langetermijndenken dicteert dan ook dat forensische onderzoeken met de nodige zorgvuldigheid worden verricht en dat daarbij voldoende ruimte wordt gelaten voor hoor en wederhoor. Dit arrest is daar een goede illustratie van.
Jan van Nass is advocaat bij Ysquare.