A Farewell to Crime

Delen:

Binnenkort ga ik de strafsector van mijn rechtbank verlaten. Een mooi moment voor een kleine terugblik. Twintig jaar geleden ben ik ook al eens een tijdje strafrechter geweest, en er is sindsdien veel veranderd. Een paar in het oog springende verschillen.

Bewijs. Twintig jaar geleden hadden we eigenlijk geen electronisch bewijs. Nu is er in een beetje zaak altijd wel een verzameling camerabeelden en geluidopnamen van telefoontaps en dergelijke. Toch komt dat bewijs maar mondjesmaat de rechtszaal in. We gebruiken doorgaans een schriftelijke weergave, een amtsedig proces-verbaal waarin wordt beschreven wat er op de beelden te zien is. Als er discussie is over de opnamen worden ze wel vertoond, en dan blijkt met enige regelmaat dat die weergave toch niet zo getrouw blijkt te zijn. Dat is zorgelijk, omdat wij er wel ons oordeel op baseren. We weten inmiddels goed genoeg hoe moeilijk het is om waarneming, voorkennis en beoordeling te scheiden, en dat levert een groot risico op waar je heel behoedzaam mee om moet gaan. In Mr. van 11 mei 2010 deed de redactie een rondgang langs voorstanders en sceptici, en er blijkt veel animo te zijn om daadwerkelijk beelden te vertonen in de rechtszaal. Het zou de controleerbaarheid vergroten als wij rechters actief bevorderen dat het beeld en geluid ook daadwerkelijk wordt gebruikt bij de behandeling en beoordeling van het dossier.

Dossiers. Zo rond 1990 was ik in Alkmaar een tijdje voorzitter van de vaste dinsdagkamer. Wij hadden alleen het originele dossier voor de voorbereiding en dat moest dus rouleren. De enige mogelijkheid om het rustig te bestuderen was in het weekend. Daarom nam ik elke vrijdag een klapkrat mee in de auto. Daar ging dan de zitting van dinsdag in, en die las ik in het weekend. Dat zou nu niet meer gaan, want de dossiers zijn zo groot dat ze niet meer in dat krat zouden passen. Bovendien reis ik tegenwoordig met het openbaar vervoer, maar dat is een verandering die buiten de scope van dit stuk valt. De dossiers voor de zitting nemen we mee in een overmaatse rolkoffer. Ik heb al twee van die koffers versleten. Door de omvang van de dossiers is de informatie die je vroeger blindelings kon vinden nu veel moeilijker toegankelijk.

Je kunt een papieren dossier immers niet googlen. Googlen is, in ieder geval voor mij, de meest gehanteerde methode is geworden om van alles en nog wat op te zoeken. Ik word daarom nogal ongeduldig van al dat gespit in het papier. Daar heb ik het al eens eerder over gehad, en dat leverde een reactie van een collega op die ik hier letterlijk, maar geanonimiseerd, weergeef omdat die mijn punt zo treffend illustreert.

Beste Dory,

Ik lees in “Mr.”, de glossy van/voor de juridisch-forensische beroepen.
Daarin word je op pag. 13 geciteerd vanaf je Weblog.
Hoeveel dagen de verdachte gedetineerd is, is met de wetenschap van de datum van aanhouding/inverzekeringstelling en zittings- c.q. vonnisdatum te berekenen met het computerprogramma “Termijn 2000”, toegankelijk via de keuzes Start, Programma’s en Naslag op je pc. Kies uiteindelijk “bereken” en “verschil in dagen”.
Of de verdachte nog gedetineerd zit, is uit Compas te halen.
Waar het reclasseringsrapport blijft is een vraag die je met een kort mailtje aan OvJ of RC kunt stellen.

Het valt dus allemaal nogal mee.

Tja. Dat Termijn 2000 is inderdaad in nifty programmaatje, maar je moet dus wel weten dat het bestaat, en bovendien moet je elke keer nog in je papier de data opzoeken. Ik had in dat eerdere blog zeven vragen gesteld. Vier van mijn vragen hebben geen antwoord opgeleverd. Dat komt niet omdat mijn collega het antwoord niet weet, maar omdat het er niet is. Wij hebben zelf geen toegang tot een bron die ons vertelt wat er bij het Hof gebeurt. Van drie van mijn vragen weet ik nu waar ik de antwoorden moet gaan halen. Bij 1 daarvan moet ik op antwoord van de OvJ of de RC wachten. De toegankelijkheid van de informatie is minimaal. Dat komt de kwaliteit van de strafrechtspraak niet ten goede.

Daar komt overigens wel wat verbetering in als we overgaan op electronische dossiers. Daar wordt aan gewerkt, en daarover vertel ik een andere keer meer.

Het rolmodel. Na het gezeur over de informatievoorziening ga ik positief eindigen. Het oude rolmodel, waarbij een mannelijke voorzitter de hele dag alle zaken zelf voorzat en de bijzitters niet veel meer konden doen dan stilzitten en opletten is gelukkig passé. We verdelen de behandeling van een grote zaak over alle drie de rechters, en bij een gewone meervoudige kamer behandelen de rechters ieder naar rato een aantal zaken. Veel meer teamwerk dus, en we weten dat goede teams altijd beter werken dan solisten.

En nu op naar de sector Bestuur.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven