AFLEIDING IS UIT, FOCUS IS IN (3) – HOE SLIMMER, DES TE SNELLER AFGELEID!

Waarom kun je het tijdens die saaie presentatie van je collega niet laten om even je socials te checken? Aan te veel prikkels bloot worden gesteld is funest voor je focus, maar ook als je te weinig prikkels ervaart, kun je je concentratie verliezen en slimme mensen hebben daar sneller last van.

Delen:

beeld: Depositphotos

Zekerheidsrecht is al niet je favoriete onderwerp en dan houdt je collega tijdens de jurisprudentievergadering ook nog eens een slaapverwekkende presentatie over de verschillende soorten pandrecht. Na eindeloos geneuzel over het prioriteitsbeginsel – de rangorde tussen de verschillende pandrechten boeit jou helemaal niet – kun je, hoewel je niet onbeleefd wilt zijn, de verleiding tóch niet weerstaan om onder de tafel even je socials te checken.

Hoewel je nergens specifiek door afgeleid wordt, kun je je soms toch niet goed focussen. Je kunt namelijk ook last hebben van te weinig prikkels, zoals in dit voorbeeld. Daardoor ga je afleiding zoeken en dat veroorzaakt dan weer concentratieverlies. In deze serie ‘Afleiding is uit, focus is in’ behandel ik verschillende tips en tools om je focus te verbeteren. Waar we in deel 2 een te vol hoofd als concentratielek bespraken, staat deel 3 in het teken van het omgekeerde: juist te weinig aan je hoofd hebben. Hoe kun je dit concentratielek dichten? Daar gaat deze bijdrage over.

Te saai, te simpel of te langzaam: wat verveling doet met je brein

Er is een verband tussen de mate van stimulatie van je brein en hoe goed je presteert, ontdekte de Canadese psycholoog en onderzoeker Donald Hebb al in de jaren vijftig. In zijn ‘optimal level of arousal theory’ stelt hij dat er een ideale hoeveelheid stimulatie van je zintuigen bestaat, waarbij je optimaal presteert en je goed voelt. Als je te weinig prikkels krijgt, ga je steeds slechter functioneren en je vervelen, bleek uit de experimenten van Hebb. Te veel prikkels krijgen is niet goed, maar te weinig dus ook niet. Het optimum ligt ergens in het midden: bij de juiste hoeveelheid prikkels heb je ook de juiste focus om te presteren.

Wanneer je iets doet wat je erg saai vindt, te weinig uitdagend voor je is of voor jou te traag verloopt, dan gaat je brein zich vervelen. De taak of activiteit zelf kost dan te weinig hersencapaciteit, waardoor er ruimte in je hoofd over is en de prefrontale cortex – een gebied in de hersenen dat verantwoordelijk is voor het plannen en analyseren van nieuwe informatie – op zoek gaat naar nieuwe prikkels. Het gevolg hiervan is dat je moeilijk gefocust blijft. Dit is dus waarom je het tijdens een saaie presentatie niet kunt weerstaan om even je smartphone te checken. Je brein is op zo’n moment onderbelast, waardoor het op zoek gaat naar informatie die misschien wél boeiend is. Sta jij dit toe, zoals in het voorbeeld – je checkt je socials op je telefoon – dan beloon jij je brein met nieuwe informatie. Hierdoor heb jij geen aandacht meer voor die saaie presentatie, maar heeft de sexy selfie van Kim Kardashian op Insta je aandacht gekaapt. Hoe slimmer je bent, des te sneller je afgeleid zult zijn. Het brein van slimme mensen is sneller onderbelast, waardoor ze meer ruimte in hun hoofd over hebben voor nieuwe prikkels.

Een ander voorbeeld. Je werkt aan het opstellen van een vrij simpel arbeidscontract, voor jou een herhaling van zetten. Je telefoon ligt in een la, alle notificaties heb je uitgezet. Er zijn geen collega’s die je afleiden en toch kun je je maar niet concentreren. Je denkt na over waar je vanavond met je partner gaat eten en of je wel geld voor je hulp hebt klaargelegd. Kortom: je gedachten dwalen af en dat zoek je zelf op, omdat je ruimte in je hoofd over hebt voor afleiding.

Minder ruimte in je hoofd voor afleiding: vul de leegte!

Voor het behouden van je concentratie is het vooral van belang dat je brein de juiste stimulatie krijgt. Je moet als het ware wat prikkels toevoegen en daarmee de leegte in je hoofd opvullen, zodat er minder ruimte is voor afleiding. De beste manier om dit te doen is door taken en activiteiten uitdagender te maken. Hieronder geef ik een aantal tips.

Geef jezelf er een extra taak bij

Door jezelf een extra taak te geven naast de bestaande taak of activiteit, voeg je meer prikkels toe, waardoor er minder ruimte is voor afleiding. Bv. in plaats van je alleen bezig te houden met het voorbereiden van een cursus contractenrecht voor een groep klanten, verzin je er een nieuwe uitdaging bij. Je geeft je PowerPoint-presentatie een andere lay-out of je bedenkt nieuwe casusposities. Of in het voorbeeld van de saaie presentatie: in plaats van alleen maar te luisteren moet je van jezelf ook een paar slimme vragen aan je collega stellen. Het klinkt misschien simpel, maar door je brein nét dat beetje extra te laten doen, blijft je concentratieboog scherp.

Verhoog je werktempo

Ook door het tempo waarmee je iets doet te verhogen, wordt je brein gedwongen zich te focussen. Merk je bijvoorbeeld dat tijdens het lezen van dossierstukken je gedachten telkens afdwalen, verhoog dan het tempo waarmee je leest. Hierdoor zul jij je aandacht wel bij de taak moeten houden en voorkom je dat stimulans van buitenaf je hoofd gaat vullen.

Stel tijdslimieten en deadlines

Een andere manier om je brein uit te dagen is door tijdslimieten aan taken en activiteiten te verbinden of door deadlines te stellen. Daardoor vergroot je de werkdruk. Door jezelf net wat minder tijd te gunnen om iets uit te voeren, verhoog je ook je stressniveau. Hierdoor gaat je brein minder snel op zoek naar stimulans van buitenaf. Duurt een routineklusje normaal gesproken bijvoorbeeld zo’n twee uur, probeer het dan eens uit te voeren in 1,5 uur of bepaal een ambitieuze datum waarop het af moet zijn. Wil je het nog spannender voor jezelf maken, dan doe je ook nog een toezegging aan de betreffende opdrachtgever. Dan moet je wel gefocust doorwerken om de toezegging waar te kunnen maken.

Voeg een no-brainer toe: doe er iets simpels naast

Je kunt je brein ook stimuleren door naast je taak of activiteit iets te doen waar je brein niet bij hoeft na te denken: een no-brainer. Bv. het beluisteren van muziek tijdens het opstellen van een simpele incassobrief, eenvoudige tekeningetjes maken tijdens een saaie presentatie, met een paperclip of steentje spelen tijdens een eindeloze vergadering. Doordat je brein zich tegelijkertijd moet focussen op het uitvoeren van de taak of activiteit én het verwerken van de no-brainer, zal het niet op zoek gaan naar andere prikkels. Eenvoudige tekeningetjes (Doodles) verhogen je concentratie met 29%, zo blijkt uit onderzoek. Je ogen bij het lezen van een saai stuk begeleiden met je vinger of een pen, helpt je ook beter te focussen.

Ergo: te veel prikkels krijgen is niet goed voor je focus en dus voor je prestaties, maar te weinig prikkels ook niet. Soms moet je even wat prikkels toevoegen om je focus te behouden en daardoor beter te presteren.

Geraadpleegde literatuur en bronnen

Tigchelaar, M., Focus aan/uit, 9789000359691.

Crabbe, T., Nooit meer te druk, 9789024572687.
Yerkes RM, Dodson JD (1908). “De relatie tussen kracht van prikkels en snelheid van gewoontevorming”. Journal of vergelijkende neurologie en psychologie. 18 (5): 459-482. doi : 10.1002/cne.920180503.

Corbett, Martin (10/08/2015). “Van wet tot folklore: werkstress en de wet van Yerkes-Dodson”. Tijdschrift voor managementpsychologie. 30 (6): 741-752. doi : 10.1108/jmp-03-2013-0085 . ISSN 0268-3946.
The legacy of Donald O. Hebb: More than the Hebb Synapse, January 2004, Nature Reviews Neuroscience 4(12):1013-9, DOI:10.1038/nrn1257.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven