In zijn Cofemel-arrest van 12 september heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie bevestigd dat het auteursrecht op design Europees is geharmoniseerd ECLI:EU:C:2019:721 (Cofemel/G-star). Design kan zowel via het modellenrecht als via het auteursrecht worden beschermd. Auteursrechtelijke bescherming is aantrekkelijker, omdat die geen (tijdige!) registratie vergt en (véél!) langer duurt. Wel kent het auteursrecht een hogere drempel voor bescherming dan het modellenrecht. Hoeveel hoger blijft vaag en een punt van discussie. Omdat nu wel zeker is dat overal in de EU dezelfde norm geldt, wordt het makkelijker om voor de hele EU op basis van auteursrecht een verbod te krijgen.
Dat modellenrecht en auteursrecht kunnen cumuleren was geen nieuws. Ook was duidelijk dat het modellenrecht volledig is geharmoniseerd. Maar of dat ook gold voor het auteursrecht op design was niet duidelijk.
In de Europese Modellenverordening staat: “Elke lidstaat bepaalt de omvang en de voorwaarden van [auteursrechtelijke] bescherming, met inbegrip van het vereiste gehalte aan oorspronkelijkheid.” Maar sinds 2009 oordeelt het HvJ EU op grond van de Auteursrechtrichtlijn dat het voorwerp van auteursrecht volledige Europees is geharmoniseerd en dat lidstaten dus niet zelf mogen bepalen wat het ‘vereiste gehalte aan oorspronkelijkheid’ is. Hoe zit het nu? Mogen lidstaten hun eigen (hogere of lagere) eisen stellen aan auteursrechtelijke bescherming van design of niet? Het antwoord is dus: dat mag niet.
Voor auteursrechtelijke bescherming van design is vereist én voldoende dat het ‘een intellectuele schepping van de auteur is die de persoonlijkheid van deze laatste weerspiegelt en tot uiting komt door de vrije creatieve keuzen van die auteur bij de totstandkoming ervan’. Níet voldoende is dat het design (‘slechts’) ‘een eigen, vanuit esthetisch oogpunt opvallend visueel effect opwekt’. Het Hof benadrukt: ‘De bescherming van het auteursrecht, waarvan de duur aanzienlijk langer is [dan die van het modellenrecht], is […] voorbehouden aan voorwerpen die het verdienen om als werk te worden gekwalificeerd’ (curs. toegevoegd).
Als een bevoegde Nederlandse rechter ervan kan worden overtuigd dat een bepaald design auteursrechtelijke bescherming ‘verdient’ en de imitatie er te veel op lijkt, dient een verbod te volgen voor de hele EU.