Auteursrechter moet altijd aan informatievrijheid toetsen

Delen:

Het auteursrecht kent een flink aantal wettelijke beperkingen ten gunste de informatievrijheid. Denk aan de beperkingen ten gunste van het citaat, de parodie en het gebruik in de klas. In de EU wordt aangenomen dat de lijst met beperkingen op het auteursrecht limitatief is. In de VS kent men daarentegen de open fair use uitzondering. Veel Nederlandse geleerden pleitten voor de invoering van zo’n fair use regel. De flexibiliteit ervan zou vooral bij nieuwe technologieën wenselijk zijn. Rechthebbenden zijn er meestal tegen. Zij zijn bang het auteursrecht zo wordt uitgekleed.

De discussie over wel of niet ‘fair use’ in de EU is echter een stuk minder belangrijk geworden, door belangrijke rechtspraak uit Den Haag, Luxemburg en Straatsburg.

Naast de beperkingen binnen de Auteurswet, doen gedaagden meestal een beroep op het grondrecht van de informatievrijheid. Meestal werd dit afgewimpeld met de mededeling dat het auteursrecht nu eenmaal een bij wet voorziene beperking vormt op die informatievrijheid.

Maar zou eenvoudig gaat dat niet meer. De rechter dient te onderzoeken of ‘in het concrete geval de handhaving van een intellectueel eigendomsrecht afstuit op een ander grondrecht’, aldus de Hoge Raad. ‘Weliswaar dient reeds bij de totstandbrenging van regelgeving betreffende intellectuele eigendom een juist evenwicht tussen de diverse grondrechten te worden verzekerd, maar dat laat onverlet dat ook de rechter in een hem voorgelegd geschil, indien de stellingen van de aangesproken partij daartoe aanleiding geven, dient te onderzoeken of in de omstandigheden van het geval bij toewijzing van de gevraagde maatregel, gelet op het beginsel van proportionaliteit, niet te zeer afbreuk wordt gedaan aan het grondrecht waarop de aangesproken partij zich beroept’. Dat grondrecht is meestal de informatievrijheid.

Wanneer het gaat om een commerciële uiting weegt het belang van degene die de uiting doet in beginsel minder zwaar dan wanneer het een publicatie van algemeen maatschappelijk belang betreft. De rechter heeft ook een ‘bijzonder ruime beoordelingsmarge’. Er is dus geen garantie dat het oordeel vaker in het nadeel van de auteursrechthebbende uitvalt. De discussie over fair use is academisch geworden. Er moet altijd een ‘redelijk evenwicht’ worden gevonden en de rechter kan zich niet verschuilen achter verouderde of te beperkte wettelijke beperkingen.

HR 3 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:841 (GS Media/Sanoma)

HvJ EU 27 maart 2014, ECLI:EU:C:2014:192 (UPC Telekabel Wien)

EHRM 10 januari 2013, ECLI:NL:XX:2013:BZ9845, NJ 2015, 121 m. nt. Hugenholtz (Ashby Donald), zie ook Dommering in AMI 2014/2.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven