Brechtje Paijmans over conflicten en rechtsbescherming in het onderwijs

Brechtje Paijmans (Doelen Advocatuur) is benoemd tot bijzonder hoogleraar 'Conflictoplossing en rechtsbescherming in het onderwijs' aan de Universiteit Leiden. De leerstoel is een initiatief van de Stichting Onderwijsgeschillen.

Delen:

Gefeliciteerd met uw benoeming! Wat is het eerste onderwerp waarmee u aan de slag gaat?
“Hartelijk dank! Allereerst ga ik graag met de diverse partijen in het onderwijsveld in gesprek om te inventariseren waar zij knelpunten ervaren rondom conflictoplossing, geschilbeslechting en rechtsbescherming. Tegelijkertijd wil ik auteurs bij elkaar brengen om gezamenlijk een handboek onderwijsprocesrecht tot stand te brengen. Wat mij betreft een gemis in de – toch al spaarzame – literatuur op het gebied van het onderwijsrecht.”

Wat voor soort conflicten komen het meest voor in het onderwijs?
“Wij als juristen zien slechts het topje van de ijsberg van de diverse conflicten op school, waarschijnlijk alleen de conflicten (of gevolgen daarvan) die ernstig genoeg zijn om over te gaan tot een klacht, een aansprakelijkstelling, bezwaar/beroep of een procedure. Dat wil echter niet zeggen dat die conflicten ook kwántitatief de boventoon voeren, dus het is een moeilijke vraag. In procedures wordt in elk geval vaak gestreden over de reikwijdte van de zorgplicht van onderwijsinstellingen, op allerlei fronten.”

Kort gedingen over middelbareschooladviezen of toegang tot een examengala ondanks wangedrag van een leerling: wordt er de laatste jaren meer geprocedeerd tegen scholen?
“Dat geluid klinkt er zeker en past ook in een bredere ontwikkeling, in elk geval binnen het aansprakelijkheidsrecht. Het is echter lastig vast te stellen of er daadwerkelijk meer wordt geprocedeerd, temeer daar er ook steeds meer uitspraken worden gepubliceerd. Wel is ‘de burger’ uiteraard mondiger dan vroeger, toen de ‘schoolonderwijzer’ bovendien meer respect inboezemde dan in de huidige tijden. Dit kan ook een toename van conflicten en procedures meebrengen.”

Hoe is het gesteld met de rechtsbescherming in het onderwijs?
“Het is positief dat er steeds meer aandacht is voor rechtsbescherming in wetgeving en wetsvoorstellen, maar de ‘papieren’ rechten van leerlingen en studenten leiden helaas niet altijd tot werkelijke rechtsbescherming. Dat is goed te zien in geschillen rondom passend onderwijs. Maar ook is het – door de complexiteit van wet- en regelgeving in combinatie met het duale stelsel (openbaar en bijzonder onderwijs) –  niet eenvoudig te doorgronden welke instantie bevoegd is in een bepaald geschil, zelfs voor juristen (laat staan voor particulieren zonder rechtsbijstand). Neem de vwo-leerlinge die voor haar eindexamen uitkwam op een 5,45 voor het vak Frans. Haar antwoord op een bepaalde vraag was niet volgens het correctievoorschrift, maar bleek achteraf toch juist te zijn. Als dit in het correctievoorschrift opgenomen was geweest, zou zij zijn geslaagd. Haar vordering slaagt daarentegen niet. In 2017 oordeelt de civiele voorzieningenrechter dat het College voor Toetsen en Examens niet onrechtmatig had gehandeld. In 2018 overweegt het hof dat de leerlinge bestuursrechtelijk bezwaar en beroep had moeten instellen en verklaart het de leerlinge niet-ontvankelijk. In 2019 overweegt de Hoge Raad dat de bestuursrechtelijke weg toch níét mogelijk was en verwijst hij de zaak terug (ECLI:NL:HR:2019:1243). In 2021 stelt het verwijzingshof vast dat de leerling al in 2018 haar vwo-diploma had behaald (en inmiddels bijna een universitaire bachelor had afgerond) en geen spoedeisend belang meer heeft bij haar vordering; een inhoudelijk oordeel blijft vervolgens achterwege. Een treurig voorbeeld.”

U doet als advocaat al jaren zaken op het gebied van onderwijsrecht en aansprakelijkheidsrecht. Welke zaak is u het meest bijgebleven?
“Een zaak waarin ik een vmbo-leerling bijstond en de rechter in eerste aanleg bij het schrijven van het vonnis zelf had bedacht dat de Web (voor mbo-studenten) van toepassing was. Alleen al daarom moest ik in hoger beroep. Maar het is vooral het signaal dat mij is bijgebleven: dat de civiele rechter – logischerwijs – maar weinig onderwijsrechtelijke ervaring heeft. Sindsdien leg ik in civiele procedures regelmatig wet- en regelgeving over en onderwijsrechtelijke literatuur, voor het geval dat.”

Na twee jaar aan de Pabo bent u rechten gaan studeren. Wilde u toch liever meester dan juf worden?
“Mag ik ook allebei zijn? In Leiden ga ik namelijk weer onderwijs geven, zoals ik ook jaren in Utrecht heb gedaan, en dus…”

Als u het voor het zeggen had, dan…?
“Zou iedereen gelijke kansen hebben, niet alleen op papier, maar ook in het echte leven.”

Wie of wat is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
“Tijdens het schrijven van mijn proefschrift over de zorgplicht van scholen waren de boeken van Cees van Dam dat. Zo helder en scherp analyserend; daar heb ik veel van geleerd.”

Welk boek las u het laatst?
“De kinderwet van Ian McEwan. Onbedoeld heel toepasselijk in het licht van de Leidse afdeling Jeugdrecht waar ik met mijn leerstoel ben ondergebracht, en waar bevlogen juristen op het terrein van kinderrechten werkzaam zijn, heb ik al snel gemerkt. Heel inspirerend.”

Stel: u belandde in een gevangeniscel. Met welke beroemdheid zou u die willen delen?
“Karin Bloemen. Zoveel mooie liedjes en levenservaring. Hoe lang mag ik daar zitten?”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven