Het zijn uitdagende tijden. Voor bedrijven, maar ook voor obligatiebeleggers. Bedrijven zoeken door de coronacrisis veel liquiditeiten om de lopende kosten te kunnen betalen, terwijl omzetten zijn weg- of teruggevallen. Regelmatig moeten ook aflopende financieringen worden geherfinancierd. En dus is het druk op de geldmarkten. De concurrentie tussen bedrijven die geld zoeken is keihard. Om beleggers te lokken en lagere rentes te bedingen, worden steeds meer leningen met zekerheden aangeboden. Volgens de Financial Times hebben bedrijven in de Verenigde Staten in april voor een recordbedrag van 21 miljard dollar aan obligaties met zekerheden uitgegeven. Voorbeelden zijn de cruiselijnen Carnival en Norwegian Cruise Lines. Beide bedrijven verkeren in zwaar weer door de coronacrisis. Om beleggers over de streep te trekken bood Carnival obligatiebeleggers 86 schepen aan als onderpand, terwijl Norwegian Cruise Lines zelfs een eiland op de Bahama’s in onderpand gaf. In Europa bracht pretparkuitbater Merlin, bekend van Madame Tussauds en Legoland, eigen aandelen in als zekerheid.
Wat die zekerheden werkelijk waard zijn als het erop aankomt, is natuurlijk altijd de vraag. Maar waar de nood hoger wordt, wordt het spel harder gespeeld. En dus lijken bedrijven vaker de juridische grenzen op te zoeken en te proberen het beloofde onderpand alsnog buiten bereik van obligatiehouders te brengen. J. Crew, een Amerikaans kledingmerk, haalde dit trucje voor het eerst uit begin 2019 (en overleefde dat niet: het bedrijf vroeg begin mei 2020 faillissement aan). Hedgefonds Elliott probeert nu hetzelfde te doen bij reissoftwarebedrijf Travelport, door intellectueel eigendom met een geschatte waarde meer dan een miljard dollar over te dragen aan een dochteronderneming buiten het bereik van zijn huidige geldschieters. Maar de schuldeisers laten het daarbij natuurlijk niet zitten: een groep schuldeisers eist het onmiddellijk terugdraaien van deze transactie en belooft procedures om het bedrijf in ‘default’ te verklaren als dat niet gebeurt. Om te voorkomen dat het bedrijf de geldschieters uit elkaar speelt, heeft deze groep schuldeisers (die 80% vertegenwoordigt van houders van de eerste lening van 2,8 miljard dollar) afgesproken uitsluitend collectief te zullen optreden en zich te binden aan het oordeel van de meerderheid.
Wie denkt dat het alleen Amerikaanse praktijken zijn, die heeft het mis. Zo schrijft de Financial Times dat autobouwer McLaren een verzameling klassieke bolides als onderpand aanbiedt voor een nieuwe obligatie, terwijl zittende financiers zeggen dat dat niet kan, omdat zij al zekerheden hebben gevestigd op het wagenpark.
Vooralsnog is het lawyers’ paradise.