Het Tijdschrift voor Levensmiddelenrecht is een feit. Wat maakt levensmiddelenrecht zo interessant dat u hoofdredacteur van dit tijdschrift wilde zijn?
“Eten doen wij allemaal. En er zit een hele wereld achter voordat het eten op ons bord ligt. Denk bijvoorbeeld aan het toezicht op onze voedselveiligheid, maar ook de vraag hoe de boer een eerlijke prijs voor zijn product krijgt. In dat kader speelt onder andere de vrijstelling van het kartelverbod voor duurzaamheidsinitiatieven binnen de agri-food en retailsector een rol. Daar gaat het in ons eerste nummer ook over. Maar denk ook aan andere tastbare onderwerpen zoals greenwashing of de impact van (het gemis aan de inzet van) pesticiden. Je hoeft de krant maar open te slaan om te zien dat het een rechtsgebied is dat maatschappelijk veel impact heeft en dat constant in ontwikkeling is. Daar wilde ik graag een steentje aan bijdragen als co-hoofdredacteur van een juridisch-wetenschappelijk tijdschrift.”
Speelt er op levensmiddelenrechtelijk vlak voldoende om van tijd tot tijd een goed gevuld tijdschrift te maken?
“Zeker! Bij onze eerste redactievergadering in 2023 bespraken wij een lijst met ruim 50 potentiële onderwerpen voor een artikel. Deze lijst groeit iedere maand met nieuwe onderwerpen. Ik denk dat dit onder meer komt vanwege het grote publieke belang dat het levensmiddelenrecht dient. Een hoog niveau van voedselzekerheid en -veiligheid verzekert dat consumenten toegang krijgen tot gezond en veilig voedsel. Naast meer algemene wet- en regelgeving inzake voedselveiligheid en controles, kent het levensmiddelenrecht daarnaast ook een grote hoeveelheid specifieke wetgeving. Bijvoorbeeld etikettering, keurmerken, toelating van pesticiden en (EU) marktordening. Maar ook vraagstukken over begrenzing, zoals het onderscheid tussen levens- en geneesmiddelen en de praktische betekenis van het voorzorgsbeginsel. Bovendien is het levensmiddelenrecht een dynamisch rechtsgebied. Kortom: het levensmiddelenrecht kent voldoende aspecten die het waard zijn om verder uit te diepen in een mooi artikel.”
Wat is in uw ogen op dit moment het belangrijkste levensmiddelenrechtelijke vraagstuk waarmee we te maken hebben?
“Het verduurzamingsvraagstuk speelt ook in de levensmiddelensector een wezenlijke rol. Met haar Farm-to-Fork Strategy als deel van de Green Deal laat de Europese Commissie zien dat verduurzaming van de voedselketen hoog op de prioriteitenlijst staat. Tegelijkertijd is duidelijk dat snelle verduurzaming zeer ingrijpend is voor tal van spelers in de voedselketen en dat dit niet zonder slag of stoot gaat. Hieromheen spelen tal van interessante levensmiddelenrechtelijke vraagstukken: toelaatbaarheid van (keten)samenwerking binnen de agri-food en retailsector voor duurzaamheidsinitiatieven, (de)certificering van biologische producten en novel foods, et cetera.”
Wat wilt u, en de mede-redacteuren, graag bereiken met dit tijdschrift?
“Wij streven als redactie naar een praktisch én wetenschappelijk platform voor professionals die het – net als wij – interessant vinden hoe recht en beleid inwerken op de agri-food keten. Daarbij willen wij met dat platform juristen, academici, beleidsmakers en andere geïnteresseerden op de hoogte blijven houden en de gelegenheid bieden ideeën en visies uit te wisselen. Daarmee verwachten wij op eigen wijze een bijdrage te leveren aan de rechtsontwikkeling in het levensmiddelenrecht.”
Kunt u nog wel met een gerust hart boodschappen doen, nu u alle ins en outs van levensmiddelen kent?
“Ja: ‘wetten zijn als worstjes. Je kunt maar beter niet weten hoe ze gemaakt zijn’, wordt weleens gezegd. Maar dat is meteen het leuke aan het levensmiddelenrecht: je krijgt de oorsprong van de wet alsook het ‘worstje’ te zien. Maar wees gerust, ik doe fluitend boodschappen. De levensmiddelenwetgeving binnen de EU is een van de strengste ter wereld. Wij moeten ons allicht eerder zorgen maken over de uitvoerbaarheid van bepaalde (EU-)wetgeving.”
Het tijdschrift is keurig aangekondigd, met fraaie tekstjes op diverse platforms. Uw kantoor, Maverick, staat er echter om bekend ook weleens ludieke manieren te verzinnen voor allerhande aankondigingen. Heeft u voor dit tijdschrift ook iets ludieks overwogen?
“Een aankondiging bij Business Class was mooi geweest, maar Harry Mens was al volgeboekt. En het schoot door mijn hoofd het eerste nummer op ouwel, eetbaar papier, te laten maken. Dat papier leent zich alleen niet voor de wens ook een eerste nummer lang te kunnen bewaren. Niet getreurd: we wisten een passende columnist te strikken: Martijn Snoep, bestuursvoorzitter van de Autoriteit Consument & Markt. Hij bijt met een prikkelende column het spits af van een heerlijk eerste nummer dat naar meer smaakt!”
Wat is niet over u bekend, dat wel interessant is?
‘”Dat ik graag kinderboeken maak (al leggen ze het thuis nog af tegen de echte bestsellers, maar oefening baart kunst, zullen we maar zeggen).”
Wat staat er op uw bucketlist?
“Het winnen van de Woutertje Pieterse prijs.”
Welk boek las u het laatst?
“The Art of Political Framing van Hans de Bruijn. Boekje kreeg ik cadeau van een klant na een gewonnen kort geding. Hij wilde laten zien hoe om te gaan met framing van de wederpartij op zitting. Ik herhaalde een frame van de wederpartij in plaats van bijvoorbeeld een meta-frame strategie te kiezen, zo heb ik nu geleerd uit het boekje. Een goed pleidooi verzorgen is altijd leuk, maar een klant die je helpt beter te worden is nog leuker.”
Met welke beroemdheid zou u een gevangeniscel willen delen?
“Vladimir Poetin, mits we in Scheveningen de cel delen.”
Als u het voor het zeggen had dan…?
“Dan wordt onderzocht of en in welke mate het nuttig en/of haalbaar is dat advocaten in of direct na hun advocaat-stage een tijd (mee)werken in de rechterlijke macht of bij het OM (zoals bijvoorbeeld in Duitsland). Het mes snijdt daarbij mogelijk aan meerdere kanten, waarbij ik niet uitsluit dat het advocaten versneld helpt een effectievere advocaat te worden.”