Velen vinden dat er een tekort is aan sociaal advocaten. Vindt u dat ook? Wat is een gezond aantal sociaal advocaten? Hoeveel zouden er dan nog bij moeten?
“Er is geen perfect aantal sociaal advocaten. Van belang is dat iedereen die voor gesubsidieerde rechtsbijstand in aanmerking komt, ook daadwerkelijk een advocaat toegewezen kan krijgen. Op dit moment zijn er voldoende sociaal advocaten om aan de vraag te voldoen van de rechtzoekenden. In sommige regio’s en specifieke rechtsgebieden begint het echter krap te worden, zeker als het gaat om familierecht, arbeidsrecht of socialeverzekeringenrecht. Het is dan ook van belang dat we zorgen dat we erger voorkomen en dat we toewerken naar een duurzaam aanbod van sociaal advocaten in de toekomst. Daarvoor zijn nu tal van initiatieven uitgerold in het onderwijs en de advocatuur. De komende tijd werk ik aan een visie op de toekomst van de sociale advocatuur, samen met de NOvA, de Raad voor Rechtsbijstand en de VSAN. Daarin neem ik mee welke initiatieven er nu al bestaan, en welke mogelijkheden ik nog zie voor verdere verbetering.”
Hoe komt het dat er een tekort is aan sociaal advocaten? Vergrijzing wordt genoemd, maar is het vak ‘aantrekkelijk’ genoeg?
“Sociaal advocatuur is een schitterend vak. Sociaal advocaten zorgen ervoor dat de meest kwetsbare mensen in onze samenleving toegang tot het recht hebben. Een essentieel beroep in onze rechtsstaat. Helaas kampt de sociale advocatuur met lage instroom door jonge juristen en hoge uitstroom van oudere advocaten en helaas ook deels jongere advocaten. Daar moeten we dus wat aan doen. In het onderwijs, in de wijze waarop de sociale advocatuur zichzelf organiseert en in de wijze waarop de sociale advocatuur wordt gefinancierd. Veel partijen moeten bijdragen aan hoe we de sociale advocatuur toekomstbestendig maken. Het is een veelzijdig probleem dat een brede aanpak vergt.”
Wat kunt u doen, of wat gaat u doen om het vak aantrekkelijker te maken?
“Er is geen snelle of makkelijke oplossing. Veel betrokken partijen kunnen en zullen moeten bijdragen aan de oplossing. Wij als overheid, maar zeker ook het onderwijs en de advocatuur zelf. In het juridisch onderwijs moeten jonge juristen in aanraking komen met de sociale rechtshulp. Dat kan door te werken bij rechtswinkels, door stage te lopen bij sociaal advocaten maar ook door te bezien of het curriculum wel voldoende aandacht heeft voor de rechtsgebieden waarin sociaal advocaten het meest actief zijn. Daarnaast helpt het als er specifieke opleidingen zijn om voor te kiezen, zoals de extended master sociale advocatuur in Tilburg. En ook de speciale leerstoel sociale rechtshulp die per 1 december aan de Universiteit van Amsterdam wordt aangesteld, draagt eraan bij dat de sociale rechtshulp in beeld is bij studenten die voor het recht hebben gekozen. Het is verder van belang dat rechtenstudenten aan alle faculteiten meer familie- en jeugdrecht krijgen als verplicht vak, want aan deze rechtsgebieden is veel behoefte in de sociale advocatuur.
Maar het gaat ook over hoe de advocatuur zichzelf heeft georganiseerd. Jonge juristen werken graag in een kantoor waar voortdurende opleiding, een gedeeld ideaal en sociaal contact belangrijk worden gevonden, zo is mijn ervaring als partner in een groot advocatenkantoor. Er moet worden nagedacht over een kantoormodel of een samenwerkingsvorm die bestendig en aantrekkelijk is. Daarnaast zijn de opleiding van stagiairs, ICT-voorzieningen, licenties en juridische bibliotheken ook allemaal zaken die in kantoorverband beter te organiseren zouden zijn.
Natuurlijk moeten we er als overheid voor zorgen dat de vergoedingen voor sociaal advocaten passend zijn voor hun werkzaamheden. Op dit moment onderzoekt Commissie Van der Meer II de tijdsbesteding en de vergoedingen. Met de uitkomsten van dat onderzoek zal ik bezien wat er nodig en mogelijk is op het gebied van de vergoedingen.”
Wat kunt u financieel betekenen? Uit zo’n beetje alle onderzoeken (commissies Wolfsen, Barkhuysen, Van der Meer en Panteia) blijkt: ze verdienen gewoon te weinig. In 2017 concludeerde Van der Meer al: er moet 126 miljoen bij, dan pas verdienen sociaal advocaten marktconform.
“Ik wil hier zeker iets in betekenen, maar dan moet ik wel weten wat er nodig is. Er zijn op het gebied van de vergoedingen sinds Commissie Van der Meer I veel stappen gezet. Voor de vervolgstap die nu nodig is zal ik het onderzoek moeten afwachten van de Commissie Van der Meer II. Met het rapport van die commissie zal ik bezien wat er kan op het gebied van de vergoedingen. Voordien kan ik nog geen extra geld regelen. Overigens moeten we ook het meer principiële debat met elkaar voeren of een advocaat volledig moet kunnen leven van toevoegingen. Misschien is een mix van betalende klanten en toevoegingen een betere basis voor een bestendig sociaal kantoor. Met de opbrengsten van de betalende klanten kan dan worden voorzien in de infrastructuur die nodig is om de sociale praktijk in de lucht te houden, waar het gaat om inhoudelijke ondersteuning, een stagiair, een secretaresse en dergelijke.”
Het kabinet heeft het voornemen om de sociale advocatuur te versterken, maar dit voornemen is niet in de begroting geconcretiseerd, constateerde de NOvA onlangs. Wel wordt bezuinigd op de asielrechtsbijstand. Waarom is dat eigenlijk?
“In het regeerprogramma is inderdaad opgenomen dat we kijken naar het beperken van rechtsbijstand bij asielaanvragen waarvan duidelijk is dat het geen reële kans van slagen heeft. Dit wordt op dit moment door het kabinet verder uitgewerkt. Ik houd daarbij in de gaten dat de toegang tot het recht ook in het asielrecht op een goed peil blijft.”
De eigen begroting zegt niks over een structurele versterking van de gefinancierde rechtsbijstand. Hoe komt u tegemoet aan de (financiële) zorgen van de toevoegingspraktijk?
“De vergoedingen van sociaal advocaten moeten passen bij de werkzaamheden. Ik wil hier wat aan doen. Maar dan moet ik eerst weten wat er nodig is. Op dit moment doet Commissie Van der Meer II hier onderzoek naar. Met het rapport van deze commissie zal ik beslissen wat er nodig en mogelijk is.”
De zorgen zijn breder – dat kwam vooral aan de orde tijdens het congres vrijdagmiddag in Tilburg. Dit raakt de toegang tot de rechter van minderbedeelden. Wat kunt u doen om die toegang te verbeteren?
“Toegang tot het recht gaat in de eerste plaats om een toegankelijk, en liefst ook fysiek, loket waar je terecht kan met je vraag of zorg. Het Juridisch Loket is de eerstelijnsvoorziening waar de eerste hulp en advies wordt geboden. Daarom investeert het kabinet in het Juridisch Loket, zodat zij betere hulp kunnen bieden en beter kunnen doorverwijzen naar andere vormen van hulp. Het Juridisch Loket is overigens ook begonnen met telefonische hulpverlening, sinds kort gratis. Daarnaast zijn er belangrijke rollen weggelegd voor de sociaal advocaten en de geschillencommissies. Ook dat zijn wegen waarmee mensen hun toegang tot het recht moeten kunnen vinden.”
Is het een idee dat advocaten van de Zuidas of andere grote kantoren ook regelmatig pro bono-zaken doen, om zo sociale advocatuur te ontlasten? Of hoe zouden grote kantoren op een andere manier de sociale advocatuur kunnen ondersteunen?
“Het is een prachtig gegeven dat commerciële advocaten zich maatschappelijk betrokken tonen, door zaken op pro bono-basis te doen. Mijn ervaring is ook dat commercieel advocaten daartoe bereid zijn en dit ook al doen. De commerciële advocatuur is naar mijn indruk in toenemende mate bereid ook gratis rechtsbijstand te verlenen in sommige gevallen die nu door de sociale advocatuur worden opgepakt. Tot voor kort was het uitgangspunt dat commerciële kantoren geen broodroof willen plegen bij de sociale advocatuur. Maar bij commerciële kantoren bestaat steeds vaker behoefte aan mogelijkheden om advocaat-stagiairs op te leiden met eenvoudige procedures. En er is ook wel een groeiende behoefte bij de jonge generaties om maatschappelijk relevant werk erbij te doen. Er zijn daarnaast ook nog veel andere manieren waarop de commerciële advocatuur de sociale advocatuur kan bijstaan. Door toegang tot ICT-voorzieningen, licenties en juridische bibliotheken of door advocaat-stagiairs ervaring te laten opdoen bij de sociale advocatuur. Ik zie verder een rol weggelegd voor gespecialiseerde commerciële advocaten, die zich bijvoorbeeld met een gratis helpdesk beschikbaar kunnen stellen voor advies aan een sociaal advocaat die op een moeilijke specialistische vraag is gestuit.”