Er zijn pensionado’s die vooral druk zijn op de golfbaan en met de kleinkinderen. U bent uit ander hout gesneden?
Ook ik zie mijn vijf kleinkinderen graag. Ik wandel en fiets.
Waarom klassieke taal en letterkunde?
De liefde voor de klassieken ontstond al tijdens mijn gymnasiumopleiding. Er zit van alles in: geschiedenis, filosofie, psychologie, recht, welsprekendheid, taalkunde, literatuur. De poëzie kon mij toen al diep ontroeren. De liefde is al die jaren blijven smeulen. Toen ik tijdens mijn studie Italiaans rond 2010 weer met de klassieken in aanraking kwam, laaide het vuurtje hevig op. Ik begreep dat ik er iets mee moest doen.
En waarom in Engeland?
Het begon met een toeval. Mijn tante Tom woonde in Liverpool. Toen ik daags na haar uitvaart langs de zonovergoten rivier de Mersey liep, bedacht ik dat ik wel een tijdje in die stad wilde studeren. De hoogleraar Latijn aan de Universiteit van Liverpool was uitstekend. Ik heb een jaar lang praktisch privéles van hem gehad. Een jaar later heb ik een voorstel voor een promotieonderzoek ingediend bij de Universiteit van Oxford. Dat werd aanvaard. Oxford trok me aan vanwege de internationale academische reputatie en omdat de klassieke faculteit de grootste ter wereld is met een evenredig aantal faciliteiten. De stad is prachtig.
Twee keer gepromoveerd: welke titels levert dat op?
Achter mijn naam: LLM LLD MA DPhil, waarbij de eerste twee lettercombinaties staan voor beide graden in het recht, MA voor mijn beide masters (Italiaans en de klassieken) en DPhil voor mijn Oxford doctoraat.
Ik beperkt me tot de doctorstitel vóór de naam. Ik zou me ook dr. mult. mogen noemen: doctor multiplex = meervoudig doctor.
Is het voor een jurist een voordeel om ook classicus te zijn, en andersom?
Het helpt als een jurist gevoel heeft voor taal- en letterkunde. Het hoeven niet speciaal de klassieken te zijn. De logische structuur van de Latijnse grammatica kan de jurist echter ten goede komen. Andersom zal een ook juridisch opgeleide classicus dingen zien die een niet-jurist zullen ontgaan.
Wat is voor u het belangrijkste juridische adagium uit de klassieke oudheid?
Honeste vivere, alterum non laedere, suum cuique tribuere: deugdzaam (of eerlijk) leven, een ander niet schaden en ieder het zijne toebedelen. Het valt op dat in deze voorschriften de nadruk ligt op de plichten jegens anderen en minder op de grondrechten van de irritante dikke ik.
Als u het voor het zeggen had dan?
Dan zou er geen armoede meer zijn.
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Bij de Arnhemse rechtbank leerde ik praktisch werken. Bij het Amsterdamse gerechtshof werd de civiele kamer waarin ik zitting had uitgeleend aan de Amsterdamse rechtbank om achterstanden weg te werken. Die twee perioden waren voor mij hoogtepunten. Het belangrijkste feit uit mijn hoogleraarstijd was de promotie van mijn vriend, ex-collega en promovendus Michiel Severein.
Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Ik werd het meeste geïnspireerd door de rechtzoekenden die ik in mijn functie als rechter ontmoette.
Wat is over u niet bekend, wat wel interessant is?
Mijn vrouw en ik zijn gastgezin voor blindengeleidehonden. We voeden ze op en geven ze, met ondersteuning van een coach, de basistraining. Na een jaar trainen ze nog vier tot zes maanden op school door. Het afscheid is altijd hartverscheurend, maar de voldoening groot als we een filmpje zien met ‘onze’ hond in functie.
Welk boek las u het laatst?
De autobiografie van oud-minister van justitie Frits Korthals Altes. Mij trof vooral het hoofdstuk waarin hij met vlijmscherpe argumenten aantoont dat de Raad voor de rechtspraak een staatsrechtelijk wangedrocht is. Het was mij uit het hart gegrepen.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Met mijn overleden vriend, de jurist en historicus Cees Fasseur. We zouden ons niet vervelen.
Klik hier voor een terugblik van Herman Hermans op zijn studietijd.