Hoe beroep je je op je portretrecht?

Delen:

John de Mol en André Hazes jr. kwamen onlangs in het nieuws omdat ze vonden dat het portretrecht geschonden was. Ook als ‘gewone’ burger kun je je beroepen op je portretrecht als dat nodig is. De vraag is: hoe?

In november schreef ik dat John de Mol tegenover Facebook zijn portretrecht inriep. Zonder toestemming had Facebook een foto van De Mol gebruikt in nepadvertenties voor de verkoop van bitcoins. Eerder kwam André Hazes jr. op voor zijn zoon omdat hij vond dat weekblad Privé het portretrecht van het jongetje had geschonden. Ook als ‘gewone’ burger kun je je beroepen op je portretrecht als dat nodig is.

Wat is een portret?

Als je je wilt beroepen op het portretrecht is het om te beginnen van belang om te weten wat onze wetgever verstaat onder de term ‘portret’. Bij een portret moet het gaan om een afbeelding waarop je herkenbaar bent. In 1987 breidde de Hoge Raad het begrip uit door het Naturiste-arrest. Hierin werd bepaald dat indien op de foto een “typerende lichaamshouding” te zien is, dit ook een portret kan opleveren. Naast dat er sprake moet zijn van een portret, moet het ook duidelijk zijn om wat voor soort portret het gaat. In de Auteurswet (hierna: Aw) worden er twee onderscheiden.

De eerste categorie is het portret in opdracht dat zijn wettelijke basis vindt in art. 19 lid 4 Aw. De term geeft precies weer wat ermee bedoeld wordt. Bij een portret in opdracht gaat het bijvoorbeeld om een geplande fotoshoot waarbij foto’s worden gemaakt.

Art. 21 Aw ziet toe op een portret zonder opdracht en dat verzet tegen de publicatie hiervan mogelijk is. Dit portret is gemaakt zonder opdracht. Daarmee wordt bedoeld dat een foto is gemaakt zonder toestemming van de geportretteerde.

Het is van belang om het onderscheid te weten tussen een portret in opdracht of niet. Dat heeft er namelijk alles mee te maken, dat je je tegen een portret zonder opdracht op een andere manier verzet dan tegen een portret dat in opdracht is gemaakt. In dit stuk richt ik me op een portret dat niet in opdracht is gemaakt, aangezien dat in de praktijk de meeste problemen oplevert.

Beroep op portretrecht

Vrije publicatie is in beginsel geoorloofd, tenzij de geportretteerde een “redelijk belang” heeft om zich tegen publicatie te verzetten. Dit belang heeft in veel zaken te maken met privacy, maar het kan bijvoorbeeld ook een financieel belang zijn. Een bekend arrest dat hierom draait is het Discodanser-arrest uit 1997. Hierbij werd een man gefotografeerd, zonder toestemming en/of opdracht in een club. Vervolgens is de foto gebruikt in een homoseksueel getint blad. De man had een redelijk belang bij verzet tegen het portret. Bekenden van de man konden hem door de foto associëren met homoseksualiteit terwijl de man heteroseksueel was. Dat maakte dat hij volgens de Hoge Raad een voldoende redelijk belang had om zich tegen publicatie te verzetten. Het redelijk belang wordt namelijk afgewogen tegenover het belang van de degene die het publiceert. Of je voldoende redelijk belang hebt en of dit prevaleert, beslist de rechter.

Als je je wilt beroepen op je portretrecht omdat een foto zonder toestemming is gepubliceerd, bedenk dan altijd dat je een redelijk belang moet hebben. Natuurlijk hoop ik dat het niet zo ver komt voor je, maar het is toch handig om te weten!

 

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven