“Ik merkte direct dat een master serious business was. Het verschil tussen de bachelor en master ervaarde ik als groot. Er werd een slag geslagen naar het academisch leren denken. Dat vergde ook een actievere eigen deelname, meer concentratie en meer zelfstudie. Hard werken was de norm. Dit betekende dat het studentenleven op een lager pitje moest komen te staan. Dat vond ik niet altijd even makkelijk: het missen van gezelligheid was niet voor mij weggelegd.
Met de komst van de coronacrisis veranderde dit compleet. De kroegen gingen dicht en afspraken met huisgenoten werden gemaakt: wie mochten we nog wel en wie mochten we niet meer zien. Dit betekende tegelijk dat ik meer tijd vrijmaakte voor mijn studie. Niet zonder gevolgen. De advocatenstage die ik in de tweede helft van de master zou lopen, werd geannuleerd. De parttime bestuurscommissie die ik op dat moment deed, werd voortgezet achter de laptop. Ook de hockeycompetitie, die voor mij de ultieme uitlaatklep was, werd stopgezet. Ik werd gebeld door mijn scriptiebegeleider dat ik halsoverkop moest beginnen met het schrijven van mijn masterscriptie en deze binnen twee maanden moest inleveren, terwijl die pas na de zomer 2020 stond gepland. Dit had tot gevolg dat ik vijf maanden eerder én in een crisis zou afstuderen.
Aanpassingsvermogen
De coronacrisis vergt van mij veel flexibiliteit en aanpassingsvermogen, maar geeft ook nieuwe kansen. Inmiddels ben ik begonnen aan de tweede master Arbeidsrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en ben ik verhuisd naar Amsterdam. Helaas nog steeds midden in een crisis, met een beperkt aantal plekken in de UB en zonder hockeycompetitie. Gelukkig hoef ik nog steeds geen feestjes te missen. Die zijn er namelijk niet.
Kortom, hoe het is om te studeren tijdens een pandemie? Het is onvoorspelbaar. Het heeft mij een ander pad laten bewandelen dan ik van tevoren voor ogen had. Maar dat creëert ook weer nieuwe mogelijkheden en uitdagingen. Waar een deur dichtgaat, gaat een andere open. De gevergde flexibiliteit en inventiviteit zijn ook weer vaardigheden waarvan je kunt leren. Altijd nuttig voor later. Waar en wat dat ‘later’ is, zullen we moeten afwachten.”
Dit artikel is verzorgd door Merel Kroneman.