Toen Wilders een belediging twitterde over het optreden van zijn collega Arib als ondervoorzitter van de Tweede Kamer, viel bijna iedereen over hem heen. Behalve de echte Kamervoorzitter. ‘Doet ze nooit’, antwoordde haar woordvoerder op de vraag waarom zij niet reageerde op de tweet.
Toen het niveau van een Kamerdebat daalde tot het elkaar uitmaken voor ‘miezerig mannetje’, vroegen journalisten waarom de Voorzitter niet ingreep. ‘Doet ze nooit,’ aldus haar woordvoerder, de Kamerleden moeten elkaar corrigeren. Wel verbeterde ze een tijdje onvermoeibaar sprekers die het over ‘minister Blok’ hadden in plaats van over ‘de minister van Wonen en Rijksdienst’. Waarom? ‘Zo doen we dat altijd.’ Onlangs was er weer een staaltje van dit soort niets-aan-de-hand-gewoon-doorlopen-persvoorlichting. Het Bureau Voorzitter van de Tweede Kamer heeft het gepresteerd om een kopie van het bonnetje over de Teeven-deal door de versnipperaar te halen omdat er geen afzender op stond. Dat was het bonnetje waaraan een minister zijn lot heeft verbonden, het bonnetje waar de halve vaderlandse pers achteraan zat en het bonnetje waarvoor later nog 50.000 euro is betaald om uit oude DOS-computers te laten halen. Dus, mevrouw de Voorzitter, waarom? ‘Doen we altijd,’ aldus haar woordvoerder.
Terwijl Van Miltenburg zo door haar zittingsduur heen struikelt, wordt het de vraag of het staatsrecht ook een regeling heeft om van een Voorzitter af te komen. Tot 1983 zat de Kamer vast aan een door de Kroon benoemde Voorzitter, zoals een gemeenteraad nog altijd aan zijn burgemeester vastzit. Sindsdien benoemen de Kamers zelf een Voorzitter. Over het weer afzetten, spreekt de Grondwet niet. De Eerste Kamer heeft zekerheidshalve in het eigen Reglement opgenomen dat ze een Voorzitter ook weer kunnen ontslaan, maar de regels van de Tweede Kamer zwijgen op dit punt. Wel heeft de Tweede Kamer het precedent: in 1912 creëerden de leden uit protest tegen hun zwakke Voorzitter zo veel chaos dat Van Bylandt aftrad ‘wegens gezondheidsredenen’.
Bij deze stand van zaken moet worden aangenomen dat de meerderheid van de Tweede Kamer moet gaan bepalen of Van Miltenburg mag blijven. Want de eer aan zichzelf houden? Doet ze waarschijnlijk nooit.