Is het einde van de huisjesmelker nabij?

Met de Wet goed verhuurderschap hoopt de overheid ongewenste verhuurpraktijken – zoals discriminatie, te hoge huurprijzen en gedoe met teruggave van de borg – te voorkomen en daarmee woningzoekenden, huurders én arbeidsmigranten te beschermen. Hoe dat werkt? U leest het hier.
beeld: Depositphotos

De Wet goed verhuurderschap treedt in werking op 1 juli 2023; vanaf dat moment is het dus oppassen geblazen voor (aanstaand) verhuurders. Zo wordt in de wet allereerst een (basis)norm voor ‘goed verhuurderschap’ geïntroduceerd. Een ‘goed verhuurder’ moet zich onthouden van discriminatie, door het hanteren van een transparante en objectieve selectieprocedure, en ook intimidatie is uit den boze. Verder moet een huurovereenkomst altijd schriftelijk worden vastgelegd, en moet de (potentiële) huurder ook steeds goed worden geïnformeerd over belangrijke onderwerpen als rechten en plichten, de waarborgsom en de servicekosten(afrekening). Daarnaast wordt ook aan de portemonnee van de (potentiële) huurder gedacht: het in rekening brengen van dubbele bemiddelingskosten (door verhuurbemiddelaars) is niet toegestaan. Ook moeten een te hoge waarborgsom en/of onredelijke servicekosten worden voorkomen. Een waarborgsom mag bijvoorbeeld maximaal tweemaal de kale (maand)huurprijs bedragen en moet in beginsel binnen twee weken na beëindiging van de huurovereenkomst worden terugbetaald. 

Naast de hiervoor genoemde algemene regels voor goed verhuurderschap, kan in bepaalde gebieden meer behoefte bestaan aan bescherming voor huurders en woningzoekenden, bijvoorbeeld omdat daar veel ongewenst verhuurdersgedrag is en/of er huurders wonen die in sociaal-economisch opzicht kwetsbaar zijn. In dat geval kan een gemeente bepalen dat er voor een specifiek gebied een vergunning nodig is om te mogen verhuren. Aan een dergelijke vergunning kunnen dan ook bepaalde voorwaarden worden verbonden door de betreffende gemeente. 

Om het voorgaande in goede banen te leiden, zijn gemeenten verplicht om een ‘meldpunt’ in te richten. Bij dit meldpunt moeten huurders, woningzoekenden en arbeidsmigranten (kosteloos en anoniem) terechtkunnen met klachten over ongewenst verhuurdersgedrag.

Ook krijgen gemeenten verschillende mogelijkheden om daadwerkelijk tot handhaving over te gaan. Zo kan de gemeente een bestuurlijke boete opleggen van maximaal € 22.500,- en bij herhaalde overtreding zelfs een boete van maximaal € 90.000,-. Ook een last onder bestuursdwang behoort tot de mogelijkheden. 

Het meest verregaande instrument van gemeenten is het in beheer nemen van een verhuurde woning. In dat geval zal de gemeente, of een door haar aangewezen beheerder, de woning gaan beheren als ware zij verhuurder. Daarmee krijgt de gemeente de mogelijkheid om de huurprijs in redelijkheid opnieuw vast te stellen, en zal zij (of de aangewezen beheerder) de huurpenningen innen. Na aftrek van een redelijke beheervergoeding, komen de huurpenningen uiteindelijk wel toe aan de verhuurder van het gehuurde. Deze mogelijkheid is uiteraard een ultimum remedium, hetgeen betekent dat de gemeente pas tot ‘inbeheername’ kan overgaan in uitzonderlijke gevallen. Hopelijk hoeft het bij de meeste verhuurders niet zover te komen!

Overigens lijkt er nog meer spanning in huurwetgevingsland te ontstaan; de stemming over het initiatiefwetsvoorstel om een einde te maken aan tijdelijke huurcontracten is opgeschort na een stevige ruzie in de Tweede Kamer (link). Mogelijk in de volgende editie meer!

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Ook interessant:

Scroll naar boven