Marijn Kingma (1987) studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam en studeerde in 2011 cum laude af in het publiekrecht. In 2010 was ze uitwisselingstudent aan Columbia University in New York. Tijdens haar studie werkte ze als buitengriffier bij de rechtbank Amsterdam. Sinds 2013 is ze als advocaat verbonden aan Höcker Advocaten, sinds 2019 als partner. Ze is gespecialiseerd in intellectueel eigendomsrecht, IT en media, en algemeen belang en collectieve acties.
Wat is de beste en wat de slechtste herinnering aan uw rechtenstudie?
Mijn beste herinnering is het half jaar dat ik in New York studeerde aan Columbia University (zie de foto). Het onderwijs was daar van een heel hoog niveau en studenten werden veel meer uitgedaagd dan in Nederland. Overigens zou ik het zonder het uitwisselingsproject van de UvA nooit hebben kunnen betalen om daar te studeren, dus aan het Amerikaanse systeem is natuurlijk ook veel aan te merken; dat hoge niveau is vrijwel alleen maar besteed aan de rijksten. Daarnaast was het ook een groot avontuur om in New York te wonen, en de vele avonden in de kroeg hebben ook zeker bijgedragen aan de ervaring. Ik heb daar ook een van mijn beste vrienden aan overgehouden.
De slechtste herinnering is mijn eerste jaar met massale colleges die je soms in de zaal ernaast moest volgen omdat er geen plek was. Ik vond dat heel onpersoonlijk en demotiverend. In het tweede jaar ben ik de honoursbachelor gaan doen, waardoor je wat meer onderwijs in kleine groepjes kreeg. Dat was beter (en ook daar heb ik een van mijn beste vrienden aan overgehouden), maar het is jammer dat studenten niet hoe dan ook wat meer persoonlijke begeleiding kregen, ook als zij niet de honoursbachelor volgden.
Wat was uw favoriete en uw minst favoriete vak?
Mijn favoriete vak was bestuursrecht. Dat lag voor een groot deel aan de docent, Peter Nicolaï. In het begin moest ik – diplomatiek gezegd – even aan hem wennen omdat hij absoluut geen blad voor de mond nam. Maar uiteindelijk heb ik – juist daardoor – heel veel van hem geleerd. Ik heb nog onder zijn begeleiding met een groepje studenten meegedaan aan de VAR-pleitwedstrijd en ik vond dat heel leuk en leerzaam. Door die ervaring ging ik twijfelen of ik niet toch advocaat wilde worden, iets wat ik daarvoor nooit wilde.
Wie was tijdens uw rechtenstudie voor u een inspiratiebron?
Behalve Peter Nicolaï dus, heb ik veel geleerd van de begeleiders van zowel mijn bachelor- als masterscriptie. Heather Kurzbauer was de begeleider van mijn bachelorscriptie over juryrechtspraak, en Aernout Nieuwenhuis begeleidde mijn masterscriptie over de aansprakelijkheid van internetproviders. Zij waren allebei streng maar rechtvaardig. Ik was ook zeker niet de makkelijkste student om te begeleiden want behoorlijk eigenwijs. Ik herinner me nog dat Aernout Nieuwenhuis zich in een gesprek wanhopig afvroeg hoe ik ooit een baan ging vinden waarbij ik met anderen zou moeten samenwerken. Dat is gelukkig toch goed gekomen.
Wat zou u achteraf aan uw curriculum willen veranderen?
Ik vond het erg jammer dat in het standaard curriculum helemaal geen vakken waren opgenomen waarin je leert pleiten, of überhaupt hoe een rechtszitting er aan toegaat. Ik hoop dat dit inmiddels is veranderd, want dat vond ik echt een gemiste kans.
Wat wilt u de huidige generatie studenten aan advies meegeven?
Probeer als het kan een semester – of langer – in het buitenland te gaan studeren. Aan de UvA waren er allerlei mogelijkheden voor een uitwisseling, en bij andere universiteiten vast ook. Ik hoop dat er corona-technisch snel weer van alles mogelijk is.
Marijn Kingma is deze week ook Mr. van de week. Lees hier het interview.
