Mr. van de week is dr. Miek Laemers. Zij is per 1 mei 2010 benoemd tot bijzonder hoogleraar onderwijsrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Deze leerstoel wordt gefinancierd door de Stichting Bijzondere Leerstoelen Onderwijsrecht (SBLO) en de minister van OCW. In de SBLO participeren de Besturenraad, het Landelijk Verband voor Gereformeerde Schoolverenigingen, de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs en de Vereniging VU-Windesheim.
Opvolger van Ben Vermeulen, Gouden Peer onderwijsrecht. Dat zijn grote schoenen om te vullen!
Absoluut, en zeker niet alleen vanwege de Gouden Peer onderwijsrecht. Ben Vermeulen is een fantastisch docent en schrijver van veel belangwekkende boeken op onderwijsrechtelijk terrein. Geen eenvoudige opgave om in zijn voetsporen te treden, maar ik ken hem al zo lang dat ik regelmatig de gelegenheid had om de kunst een beetje van hem af te kijken.
Vermeulen had als wens dat onderwijsrecht een structurele plaats in de Masterfase zou krijgen én een interuniversitair instituut voor onderwijsrecht, bij voorkeur samen met de Vlaamse universiteiten. Ligt u daar ook van wakker of heeft u zo uw eigen wensen?
Aan de VU zijn we al een stukje gevorderd met het verwerven van die structurele plaats, zeker nu inmiddels ook de minister van OCW heeft besloten de positie van de bijzondere leerstoelen financieel te versterken. Wanneer die ondersteuning de komende jaren wordt voortgezet, zie ik goede mogelijkheden voor oprichting van een nationaal interuniversitair instituut voor onderwijsrecht. Zeker een gedeelde wens dus! Mijn ‘eigen wensen’ houden verband met het gegeven dat bij de bestudering van het onderwijsrecht niet alleen juridische maar ook sociaalwetenschappelijke aspecten aandacht moeten krijgen. Waarom zou de wetgever bijvoorbeeld een regeling maken die ouders een toelatingsrecht geeft tot een school, als uit empirisch onderzoek blijkt dat zich daar nauwelijks problemen voordoen of dat die regeling niet leidt tot een van de beoogde doelen, zoals voorkomen van segregatie?
Onderwijsrecht lijkt wel erg gelieerd te zijn met het voormalig Gereformeerd smaldeel in ons land. Geldt dat ook voor u en de inhoud van uw vak, of zijn er ook Roomse hoogleraren onderwijsrecht?
Ik begrijp deze misvatting omdat het vaak de streng protestants-christelijken zijn die opkomen voor de vrijheid van onderwijs. Vrijheid van onderwijs is echter zeker niet voorbehouden aan deze groep. Onderwijsrecht gaat iedereen aan die met onderwijs te maken heeft, van wetgever tot scholier. Zelf ben ik niet gelieerd aan de gereformeerde bevolkingsgroep en ook mijn huidige collega’s zijn dat niet. Voor het beoefenen van het vak is het irrelevant welke godsdienst de hoogleraar aanhangt. Als je als hoogleraar uitdraagt dat je scholen op godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag achterhaald vindt, dan zou je moeten pleiten voor afschaffing of op zijn minst ingrijpende verandering van artikel 23 Grondwet. Dat doe ik niet.
Wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
De eerste die aan de VU de bijzondere leerstoel bekleedde, was prof. mr. H. Drop. Zijn ‘Algemene inleiding onderwijsrecht’ bood een kennismaking met het vak en maakte dat ik dat vak beter wilde leren kennen. Mijn promotor prof. Piet Akkermans speelde daarin een belangrijke rol. Buiten het vak laat ik me graag inspireren door verschillende sprekers die op onderhoudende wijze nieuwe vergezichten bieden.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Artikel 23 Grondwet is de alpha en de omega van het onderwijsrecht. De totstandkoming ervan is niet zonder slag of stoot gegaan en de fierheid waarmee het artikel zich handhaaft is daar waarschijnlijk een rechtstreeks gevolg van. Een onuitputtelijke bron voor eenieder die zich ervan bedient.
Welk wetsartikel het slechtst?
Ieder onbegrijpelijk of overbodig wetsartikel is slecht, welke het slechtste is, kan ik niet zeggen.
Wat is het hoogtepunt uit uw juridische carrière?
Tot nu toe: de voltooiing van mijn proefschrift.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
OpMaat, zowel om actuele wetteksten op te zoeken als om parlementaire bronnen te raadplegen.
Welk boek las u het laatst?
‘On Chesil Beach’ van Ian McEwan.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Echt alleen als celdelen onvermijdelijk was: met Charlotte Mutsaers, omdat zij zulke verrassende verhalen kan vertellen en ze nog leuk kan schilderen ook.
Weet u een goede Mr. van de Week? Mail ons: office@mr-magazine.nl