Mr. van de week is dr. Suzan Stoter, universitair hoofddocent Staats- en bestuursrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Aanstaande donderdag, 25 maart 2010, gaat het Centre for Law & Innovation (CLI) van start. In het CLI werken TU Delft en Erasmus Universiteit Rotterdam samen om technische innovaties tijdig aan het recht te toetsen. Stoter is een van de twee wetenschappelijk directeuren van het CLI.
Technologische innovaties worden meestal te laat getoetst aan het recht, lezen we in de aankondiging van het Centre for Law & Innovation. Kunt u een paar voorbeelden geven?
De Mediawet bijvoorbeeld, is zo ingericht dat regels zijn gericht op de programmering en uit te zenden reclames. Deze regels zijn in één klap verouderd door de ontwikkelingen rondom interactieve televisie waarbij het mogelijk is dat de klant zelf zijn eigen programmering samenstelt. Een ander voorbeeld is de introductie van de Segway, het elektronische stepje dat nu vaak bij wijze van experiment door handhavers wordt gebruikt. Omdat de Segway niet past in een van de voertuigcategorieën van de Wegenverkeerswet mocht er op straat geen gebruik van worden gemaakt, terwijl het voor mindervaliden juist een zeer geschikt vervoermiddel is.
Gaat het zo vaak mis dat een heel nieuw centrum nodig is?
Het Centre for Law & Innovation voorziet erin dat verschillende disciplines op structurele basis samenwerken zodat juristen en ingenieurs beter met elkaar kunnen communiceren en dus ook beter op elkaar kunnen anticiperen. Op dit moment vindt deze interactie alleen plaats op het niveau van de ministeries, vooral als de politiek een bepaalde innovatie wenselijk acht. Vaak wordt pas in dat stadium bekeken welke wetswijzigingen noodzakelijk zijn waardoor aanzienlijke vertraging ontstaat. Het CLI is het eerste wetenschappelijk forum in Nederland waarin recht en innovaties gezamenlijk worden bestudeerd zodat structurele oplossingen kunnen worden ontworpen.
Moet het juridische benul van technici niet omhoog door ze tijdens hun studie verplicht een vak Rechten te laten volgen?
Dat is inderdaad een goed idee. Daarom verzorgt het Centre for Law & Innovation ook veel onderwijs aan de TU Delft waar ingenieurs kennis maken met de hoofdlijnen en de basisbeginselen van het recht.
Gaat het CLI alleen onderwijs geven en onderzoek doen, of ‘uitvinders’ ook daadwerkelijk helpen om hun innovatie een legale status te laten verkrijgen?
Laatstgenoemde activiteit laten we graag over aan de specialisten op het gebied van de intellectuele eigendom. Het CLI opereert meer in de breedte en richt op het ontwerpen van juridische arrangementen (wetten, contracten en andere juridische instrumenten) om bepaalde innovaties met het oog op het algemeen belang te implementeren en te faciliteren.
Wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Als het gaat om Nederland, zijn Inge van der Vlies en Michiel Scheltema voor mij juristen met een bijzondere status. Zij overzien het hele publiekrecht, hebben een visie op de wijze waarop dat recht zich moet ontwikkelen en dragen die met passie uit. Internationaal gezien heb ik graag het werk van Gunther Teubner gelezen over de autopoeise van het recht.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Artikel 3:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, dat bepaalt dat het bestuur alle betrokken belangen dient af te wegen. Uiteindelijk komt al het recht neer op een belangenafweging, reden waarom ik het zo’n mooi en centraal artikel vind.
Welk wetsartikel het slechtst?
Artikel 2.4 van de Crisis- en Hersteltwet biedt de mogelijkheid om “bij wijze van experiment af te wijken van het bepaalde bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998, de Warmtewet, Wet ammoniak en veehouderij, de Wet inzake de luchtverontreiniging, de Wet milieubeheer, de Wet Ruimtelijke Ordening of de Woningwet”. Ik vind het een slechte zaak dat de economische crisis wordt aangegrepen om dergelijk vergaande carte blanche bevoegdheden in te voeren.
Wat is het hoogtepunt uit uw juridische carrière?
Ieder jaar weer beleef ik veel plezier aan het geven van onderwijs in het vak Law in Action: wetgeving. Tijdens dit vak schrijven de studenten – met behulp van ambentaren die optreden als gastdocenten – een echt voorstel van een wet over een onderwerp dat op dat moment actueel is. Een van de hoogtepunten is elk jaar weer dat de vertwijfelde blik die studenten aan het begin tonen gedurende de loop van de cursus verandert in een zeer geïnteresseerde en zelfverzekerde blik. Veel van de studenten bereikt uiteindelijk een hoog niveau van wetgeven en gaat het (onbekende maar mooie) vak van de wetgeving bovendien bijzonder leuk vinden.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Ik kijk vaak naar overheid.nl en raadpleeg als wetgevingspecialist regelmatig de site van het Kenniscentrum Wetgeving. Zo blijf ik op de hoogte van wat er in Den Haag gebeurt op dat gebied.
Welk boek las u het laatst?
Een gedichtenbundel: De mooiste van Świrszczyńska, vertaald door Jo Govaerts en Karol Lesman. Bijzondere gedichten, geschreven door een bijzondere vrouw.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Met Viviane de Muynck, een vrouw met bijzondere levenservaring, joie de vivre en bovendien een niet te evenaren actrice. Ik zou me geen moment vervelen!
Weet u een goede Mr. van de Week? Mail ons: office@mr-magazine.nl