Mr. van de week is Lokke Moerel. Zij presenteert samen met Jeroen Smit (journalist en hoogleraar journalistiek) het congres ‘Women in Law & Leadership’ dat plaatsvindt op 31 januari en 1 februari in het Mövenpick Hotel in Amsterdam. Moerel is partner bij De Brauw Blackstone Westbroek en is gespecialiseerd in ICT-recht en data privacy. Sinds 1 maart 2013 is zij ook hoogleraar Global ICT Law aan de Universiteit van Tilburg.
Wat is het doel van dit congres?
WILL is een netwerk van vrouwelijke juristen in leidinggevende functies. Zij delen praktijkervaring en nieuwste inzichten. Met elkaar en met prominente sprekers uit binnen- en buitenland. WILL2014 staat in het teken van leiderschap in een professionele organisatie: hoe herken je een leiderschapsconstellatie, wie zijn informele leiders en wat is hun rol, hoe belangrijk is inclosure, welke rol neem je in het politiek-bestuurlijke spel? WILL wordt in de toekomst zeker herhaald, met een op dat moment actueel thema.
Vrouwen zijn nog altijd ondervertegenwoordigd in de top van de advocatuur. De afgelopen tien jaar is er maar weinig veranderd. Hoe komt dat toch denkt u?
Het is inderdaad teleurstellend dat vrouwen nog steeds zo zwaar ondervertegenwoordigd zijn. Niet juist is echter dat er de laatste tien jaar weinig zou zijn veranderd. Vergeleken met tien jaar geleden staan we er wel beter voor. Anders dan tien jaar geleden heeft elk kantoor nu een diversiteitsbeleid en is het een vast onderwerp van gesprek in de bestuurskamers. Tien jaar geleden werd door de kantoren gewoon ontkend dat het überhaupt een issue was. Ook de percentages zijn wel wat verbeterd. In 2003 was gemiddeld 11,4% van de partners vrouw, nu is dat 16,3% (het laagste percentage was toen 5,1% en nu 11,8%). Er is zelfs een kantoor (Pels Rijcken) dat het kritische percentage vrouwen in de top heeft bereikt (30%) waarbij de stem van vrouwen werkelijk wordt gehoord. Tien jaar geleden was hèt issue parttime werken voor partners. Inmiddels kan dat op nagenoeg alle kantoren, ook voor mannen. Ook zijn er meer vrouwelijke managing partners. In 2003 was dat er één (bij Houthoff Buruma), inmiddels zijn Stibbe, NautaDutilh en Boekel De Nerée gevolgd.
Hebt u advies of tips & tricks voor vrouwen die last hebben van het zogeheten glazen plafond?
Voor jonge vrouwelijke medewerkers die partner ambities hebben kan ik van harte het OSR Women Leadership Programme aanbevelen. Daar worden zij in allerlei vaardigheden getraind die nodig zijn om voor het partnerschap in aanmerking te komen en die soms bij vrouwen minder van nature zijn (of: die minder vanzelfsprekend gaan). Zoals het uitspreken van je ambities, het werken aan zichtbaarheid zowel binnen als buiten de organisatie, het werken aan een business case, en het hebben van een mentor. De deelnemers verhogen door deelname aan dit programma hun kansen op een partnerschap aanzienlijk. Uit onderzoek dat OSR in 2011 heeft verricht naar de loopbaanpaden van deze vrouwen blijkt dat 36% van de deelneemsters inmiddels partner is en dat 13% is gepromoveerd maar (nog) niet tot partner.
Als u het voor het zeggen had dan…?
Zou de 24/7 cultuur op de grote kantoren wel anders kunnen. Ik denk dat je ook top service aan cliënten kunt geven als je zeer flexibel bent. Daarvoor is het niet nodig dat je ook daadwerkelijk 24/7 werkt. Dat geeft de nieuwe generatie advocaten, zowel mannen als vrouwen, meer lucht om gezin en carrière te combineren.
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Dat was toch echt mijn allereerste kort geding als eerste helft stagiaire tegen een partner van de landsadvocaat. Beter is het niet meer geworden. Echt alles zat mee. Ik trad op namens de gezamenlijke producenten van afwasmachines tegen de overheid. Die had een folder met tips voor energiebesparing uitgebracht waarin stond dat afwasmachines slecht waren voor het milieu. Onderzoek liet echter zien dat het andersom was. Ik wilde bewijzen dat de Staat zich voor de folder op een onwetenschappelijk boek had gebaseerd. Toen ik ter ondersteuning daarvan ging citeren uit dat boek, haalden 40 ambtenaren achter me dat boek uit hun tas om ‘mee te lezen’, dit met allemaal pers in de zaal. President van Delden zag dat en kreeg de slappe lach en gaf terplekke de Staat in overweging te rectificeren.
Wie of wat is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Voor mijn juridische praktijk vind ik vooral inspiratie in andere bronnen dan de juridische, zoals literatuur op het gebied van behavioural sciences, ethiek, digitale marketing, online bedrijfsmodellen, de impact van big data en analytics op de samenleving.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Ik raak door geen enkel wetsartikel in vervoering, eigenlijk ben ik tegen alle regels.
Welk wetsartikel het slechtst?
Ik ken er vele die om die titel mogen strijden. Een totale misser is artikel 3:15a BW voor zover dit regelt dat een elektronische handtekening wordt vermoed voldoende betrouwbaar te zijn (en dan kan worden gelijkgesteld aan een schriftelijke handtekening). Dit is een geval waar de wetgever gaat bedenken hoe de techniek zich moet ontwikkelen, en eisen opstelt die in de praktijk niet haalbaar zijn. Een dode letter dus. Een goede tweede is de opt-in bepaling in de Telecomwet voor het gebruik van cookies door websites. Die geldt ook voor cookies die totaal niet schadelijk zijn. Als gevolg klikt iedereen die een website bezoekt blind op ‘OK’ voor het plaatsten van cookies, ook voor cookies die wel schadelijk zijn, zoals cross-site tracking cookies. Hier zou een opt-in alleen voor tracking cookies echt meer effectief zijn geweest.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Geen enkele. Ik krijg alerts als er belangrijke publicaties of ontwikkelingen zijn.
Welk boek las u het laatst?
Voor mijn oratie op 14 februari a.s. heb ik vele boeken gelezen over de impact van nieuwe technologie op de samenleving. Echt inspirerend zijn Extreme Trust, Honesty as a Competitive Advantage van Don Peppers en Martha Rogers en Big Data, A Revolution That Will Transform How We Live, Work and Think van Viktor Mayer-Schonberger en Kenneth Cukier.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Dat wordt dan toch echt mijn echtgenoot, om vele redenen :-).