Mr. van de week is Marc van Opijnen. Afgelopen donderdag promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam op zijn proefschrift ‘Op en in het web – hoe de toegankelijkheid van rechterlijke uitspraken kan worden verbeterd’. Van Opijnen was jarenlang een drijvende kracht achter de uitsprakendatabank van Rechtspraak.nl. Hij ontwikkelde onder meer de European Case Law Identifier (ECLI) die in steeds meer landen wordt gebruikt, en in Nederland het Landelijk Jurisprudentie Nummer (LJN) heeft vervangen.
U bent een soort Willie Wortel?
Dat is een beetje te veel eer; laten we zeggen dat ik een intermediair ben tussen twee werelden. Juristen hebben vaak onvoldoende zicht op de mogelijkheden die de informatica biedt om het zoeken naar juridische informatie te verbeteren. Aan de andere kant hebben informatici weinig gevoel voor de eigenaardigheden van het juridisch domein, waardoor ze moeite hebben oplossingen te bedenken die voor juristen handig zijn. Doordat ik van beide markten thuis ben, kan ik toepassingen ontwikkelen die nuttig zijn voor de jurist en realiseerbaar voor de it’er.
Tot welke aanbevelingen komt u in uw proefschrift?
Mijn eerste aanbeveling bouwt voort op de belangrijke vooruitgang die afgelopen zomer op Rechtspraak.nl reeds is geboekt. Door de ‘formele relaties’ tussen uitspraken in beeld te brengen, kan je bij een gevonden rechtbankvonnis nu meteen doorklikken naar de uitspraak in hoger beroep of cassatie. Vroeger moest je soms uren zoeken zijn om te achterhalen of er een appeluitspraak was. Naast de reeds gedane appeluitspraken zou het wenselijk zijn om ook de nog hangende beroepen zichtbaar te maken.
Ten tweede zou ik uitspraken doorzoekbaar willen maken op basis van de erin aangehaalde jurisprudentie en (nationale en Europese) regelgeving. In mijn onderzoek heb ik laten zien hoe je met software dergelijke citaties computerleesbaar kunt maken. Daarmee weet je binnen een paar seconden waar in jurisprudentie en wetenschappelijke literatuur een bepaalde uitspraak van de Hoge Raad wordt aangehaald of besproken. Nu kost je dat nog uren zoekwerk.
Mijn volgende suggestie bouwt daar op voort. Om omvangrijke uitsprakendatabanken toegankelijker te maken, heb ik het ‘Model for Automated of Case law’ ontwikkeld, een algoritme waarmee de computer uitspraken kan indelen in vijf oplopende categorieën van juridisch belang. Zoekvragen kunnen daardoor effectiever worden omdat je de minder belangrijke uitspraken kunt uitfilteren – of juist niet.
Een laatste voorstel betreft de toegankelijkheid van de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Het Comité van Ministers van de Raad van Europa heeft reeds in 2002 aanbevolen om in ieder geval de landmark cases en de uitspraken die nopen tot nationale implementatiemaatregelen in de eigen taal ter beschikking te stellen, eventueel in samenvatting. Veel landen hebben deze aanbeveling inmiddels opgevolgd, maar Nederland laat het tot nu afweten. Een nationale website met de voor Nederland belangrijke arresten van het EHRM zou mijns inziens een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan kennis en acceptatie van de Straatburgse jurisprudentie.
Slechts een zeer klein percentage van alle jurisprudentie wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Velen vinden dat álle uitspraken te vinden zouden moeten zijn. Bent u het daarmee eens?
Dat velen dat zouden vinden, betwijfel ik. De meesten die dit roepen hebben geen flauw benul van de stortvloed aan volstrekt irrelevante uitspraken die ze dan over zich uitgestort krijgen. Praktijkjuristen die ik spreek hebben nu al moeite om alles bij te houden en hebben geen enkele behoefte aan die meer dan een miljoen uitspraken per jaar. Daarnaast heb ik in mijn onderzoek aangetoond dat van de uitspraken die inhoudelijk mogelijk interessant zouden kunnen zijn, een zeer groot gedeelte reeds wordt gepubliceerd.
De overheersende opvatting is mijns inziens dus juist dat de huidige praktijk volstaat. Dat wordt ook weerspiegeld in het Wetsvoorstel Open overheid, dat – als opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur – thans in de Tweede Kamer wordt behandeld. Terwijl in het gesneefde voorstel uit 2006 voor een Algemene Wet Overheidsinformatie het uitgangspunt nog was dat rechterlijke uitspraken in beginsel altijd en ongeanonimiseerd zouden moeten worden gepubliceerd, is dit standpunt in het huidige wetsvoorstel geheel verlaten: de wet is – met uitzondering van de hergebruikbepalingen – in het geheel niet van toepassing zijn op rechterlijke instanties. De memorie van toelichting merkt daarover op: “Voor hen gelden voldoende andere regels om openbaarheid en transparantie te garanderen. In de praktijk zijn bovendien geen of nauwelijks problemen geconstateerd.”
Als u het voor het zeggen had dan…?
Zou ik snel tegenspraak organiseren. Een samenleving waarin één iemand de dienst uitmaakt, is tot ondergang gedoemd.
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Het afronden van dit proefschrift.
Wie was bij het schrijven van uw proefschrift uw bron van inspiratie?
Het schrijven van een proefschrift vergt relatief weinig inspiratie, het vereist vooral discipline en doorzettingsvermogen. En tegen gebrek aan energie of inspiratie is een dagje eenzaam zwerven over de Veluwe voor mij de beste remedie.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Artikel 1 van de Grondwet: fundament van de Nederlandse samenleving.
Welk wetsartikel het slechtst?
Er wil me niet direct een concreet voorbeeld te binnen schieten, maar ik frons regelmatig de wenkbrauwen.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Mogen het er vier zijn? Ik bezoek ze niet alleen omdat ik er in mindere of meerdere mate bij betrokken ben, maar vooral ook omdat ze inhoudelijk onmisbaar voor me zijn.
Allereerst Overheid.nl, waar ik als medewerker van het Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) medeverantwoordelijkheid voor draag. Daarnaast natuurlijk Rechtspraak.nl; de uitsprakendatabank staat in mijn favorietenlijst, maar ook andere onderdelen gebruik ik regelmatig.
Voor mijn Europese werk is EUR-Lex onontbeerlijk. De nieuwe versie heeft lang op zich laten wachten, maar is een grote vooruitgang. Ten slotte het Europese e-Justice-portaal. Het moet uitgroeien tot de one-stop-shop voor informatie over het recht van andere EU-lidstaten en digitale grensoverschrijdende procedures, zowel voor burgers als juridische professionals. Ook de Europese ECLI-zoekmachine gaat hier binnenkort z’n plekje krijgen.
Voor al deze sites zijn nog tal van verbeteringen en uitbreidingen denkbaar; wij rechtsinformatici hebben nog jaren werk.
Welk boek las u het laatst?
‘De Welwillenden’ van Jonathan Littell. Een gewaagd maar geslaagd boek dat zich verdiept in de vraag hoe mensen er toe komen te participeren in een genocide. Om het onbegrijpelijke te begrijpen kan literatuur soms meer inzicht verschaffen dan wetenschap.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Die vraag is me net iets te privé.