Mr. van de week: prof. dr. Martin Buijsen

Delen:

Martin BuijsenMr. van de week is prof. dr. Martin Buijsen. Met zijn oratie ‘Theorie & definitie van het gezondheidsrecht’, over de grondslagen van deze relatief jonge juridische deeldiscipline, aanvaardde Buijsen afgelopen vrijdag, 20 november 2009, de bijzondere leerstoel Recht & Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

En, zelf al ten prooi gevallen aan de Mexicaanse griep?

Nee, gelukkig niet. Nu kan ik mij niet herinneren ooit griep te hebben gehad, maar eens moet de eerste keer zijn. Even afkloppen dus…

Wat is de reden dat tot nu toe gezondheidsrecht zo’n onderschoven kindje was binnen het recht?

Dat heeft verschillende redenen. Allereerst heeft het gezondheidsrecht in Nederland zelf heel lang een erg beperkte oriëntatie gehad. Gezondheidsjuristen hielden zich te lang eigenlijk alleen maar bezig met het recht van de arts-patiënt-relatie. Met medisch tuchtrecht dus, met zaken als het beroepsgeheim, euthanasie, de civielrechtelijke aansprakelijkheid van artsen… Men beperkte zich tot het Nederlandse recht inzake zorgverlening. Ten onrechte, want met de herziening van het zorgstelsel zijn de positie van de zorgverzekeraar en zijn relaties met verzekerden en zorgaanbieders juridisch ook heel interessant geworden. En met die stelselwijziging zijn ook het internationale en Europese recht voor de gezondheidszorg veel belangrijker geworden. In de tweede plaats hebben de andere juridische deeldisciplines er duidelijk moeite mee het vakgebied te plaatsen. Dat gezondheidsrecht, is dat nu privaatrecht of bestuursrecht? Tegelijkertijd is het gezondheidsrecht juist een van die rechtsgebieden waar momenteel echt veel gaande is.

Gezondheidsrecht zou niet of nauwelijks ‘in academia’ zijn vertegenwoordigd. Maar in 2007 werd prof. Legemate al door 25 collega’s tot Gouden Peer gezondheidsrecht uitgeroepen. Er was toch wel iets dus.

Jazeker. Gezondheidsrecht is wat je noemt ‘hot’. Maar als je kijkt naar de omvang van de leerstoelen aan de verschillende universiteiten, als je kijkt naar de mogelijkheden van studenten om zich in het vakgebied te bekwamen, dan stemt dat bepaald niet vrolijk. Terwijl de interesse onder studenten zo groot is! De masteropleiding Recht van de gezondheidszorg die wij dit academische jaar aan de rechtenfaculteit van de Erasmus Universiteit gestart zijn, is helemaal volgestroomd. Gezien de belangstelling die nu al getoond wordt voor volgend jaar, overwegen we serieus de toelating te beperken. We kunnen het werk nauwelijks aan.

Er zijn blijkbaar verschillende definities en uitgangspunten voor gezondheidsrecht. Welke zijn die?

Er zijn grofweg twee posities. Je kunt de mening toegedaan zijn dat het gezondheidsrecht eigen beginselen heeft, of je bent van oordeel dat aan het gezondheidsrecht eenvoudig de beginselen van het privaatrecht, het strafrecht, het bestuursrecht et cetera ten grondslag liggen. Ikzelf behoor tot de eerste school. Maar dan is het natuurlijk de vraag welke uitgangspunten dat gezondheidsrecht dan heeft. Heel lang heeft men – in navolging van de Amsterdamse hoogleraar Henk Leenen – het accent gelegd op het recht van individuele zelfbeschikking. Eigenlijk om de positie van de feitelijk zwakkere in de zorgverleningsrelatie, de hulpbehoevende dus, juridisch te compenseren. Vandaar de patiëntenrechten, zou je kunnen zeggen. Ikzelf denk dat het volstaat te wijzen op het grondrecht op gezondheidszorg. Dat de regeltjes voor de gezondheidszorg zo ‘anders’ zijn, heeft alles te maken met het bijzondere goed dat gezondheidszorg nu eenmaal is, met het belang dat wij allen in een goede gezondheid stellen. Daarenboven denk ik dat de grote juridische vragen van de toekomst niet ontleend zullen zijn aan het paternalisme van de man of vrouw in de witte jas. Dat wij in de toekomst gezondheidszorg als het ware door de strot geduwd zullen krijgen, dat wij tegen onze wil gezondheidzorg moeten ondergaan, daarvoor zullen we niet bevreesd hoeven zijn. Dat is echt verleden tijd. De demografische en economische gegevens doen vermoeden dat het recht op gezondheidszorg als zodanig in toenemende mate een issue gaat worden. Toegang tot zorg, en voor iedereen in gelijke mate, daar zal het om gaan.

Wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?

Mijn studenten.

Welk wetsartikel vindt u het mooist?

Artikel 1 van de Grondwet. Met stip.

Welk wetsartikel het slechtst?

Artikel 120 van diezelfde Grondwet. Doe mij maar constitutionele toetsing.

Wat is het hoogtepunt uit uw juridische carrière?

Eerlijk gezegd denk ik dat ook een hoogleraar maar zo goed is als zijn laatste publicatie of zijn laatste hoorcollege. Elke keer wanneer ikzelf met tevredenheid kan terugkijken op een schrijfsel of een optreden voor studenten, dan is dat wat mij betreft een hoogtepunt.

Welke juridische website raadpleegt u vaak?

Ik denk dat www.opmaat.sdu.nl en www.rechtspraak.nl strijden om die eer.

Welk boek las u het laatst?

‘Fidel & Che. Een revolutionaire vriendschap’ van Simon Reid-Henry, eerder dit jaar verschenen bij De Geus. Ik heb iets met oude socialisten.

Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?

Laat ik vooropstellen dat detentie niet iets is dat ik ambieer. Verder ben ik van mening dat ook voor gedetineerden privacy een groot goed is, een te respecteren mensenrecht. Als het dan toch moet, dan met niemand!

Weet u een goede Mr. van de Week? Mail ons: office@mr-magazine.nl

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven