Mr. van de week is prof. Freek W.J.M. Schols, hoogleraar Privaatrecht in het bijzonder notarieel recht aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Radboud Universiteit Nijmegen. Schols sprak afgelopen vrijdag, 16 oktober, samen met zijn broer, prof. dr. Bernard M.E.M. Schols, tijdens de studiedag van Licent Academy over ‘Werken met de nieuwe Successiewet’.
Dat lijkt me wel gezellig, samen met uw broer spreken op een studiedag.
Dat is het ook. Het heeft iets huiselijks. We doen het wel vaker en zijn op elkaar ingespeeld; het blijft inspirerend. Niet zelden komen we al pratende tot nieuwe inzichten. Soms evalueren we zo’n dag onder het genot van een glaasje wijn, mooi toch?
Notarissen maken zware tijden door. Samen met zes collega-hoogleraren vindt ook u dat het KNB-bestuur in beweging moet komen richting politiek. Komt het allemaal wel goed?
Het is vijf voor twaalf. Een notaris kan alleen functioneren zoals het hoort in een door de overheid beschermde omgeving. Deze bescherming is sinds oktober 1999 weg. Het systeem klopt niet, we wisten dat al lang, maar het komt nu pijnlijk tot uiting in crisistijd. De notaris is verworden tot een geknevelde ondernemer, losgelaten op een markt terwijl hij een staatstaak heeft die hij voor nop moet uitoefenen. De spagaat (ondernemer versus ambtenaar) is te groot. Als een spagaat te scherp wordt, scheur je door midden. Vorm en inhoud gaan dan uit elkaar lopen. Hetgeen door de marktwerking nu goedkoop lijkt, wordt straks duurkoop voor de samenleving.
Wie zal zich als het zo doorgaat nog opwerpen om overmorgen het notariële ambt in deze vorm uit te oefenen, zo zou ik Albayrak wel eens willen vragen.
Op de studiedag komt onder meer het ‘ik-opa-testament’ aan de orde. Geestig vak, dat successierecht.
Geestig is dat staatssecretaris De Jager de term schenkingsrecht wijzigt in ‘schenkbelasting’. Dat doet toch denken aan accijns op alcoholische dranken? Het ik-opa-testament is jargon voor een testamentvariant waarbij opa bij zijn overlijden louter en alleen om de heffing van successierecht te drukken aan de kleinkinderen ‘papieren vermogen’ toekent. Men kan er vele euro’s successierecht mee besparen, zij het dat het civielrechtelijk ondingen zijn. De agressieve varianten worden nu terecht aangepakt. Het successierecht kent nog meer aardig vakjargon. Wat dacht u van de ‘handmatige ventieltechniek’, het ‘afvullegaat’ of ‘containertestament’?
Wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Dat zijn er velen, op diverse onderdelen van de sport (onderwijs, wetenschap, bestuur, wetgeving, praktijk). Ik kan ze niet allemaal noemen. Vanzelfsprekend is mijn leermeester Van Mourik een grote inspirator. Maar ook mijn juridische broers Bernard en Dominique en collega Burgerhart, allen in theorie en praktijk. Wat dacht u van namen als Kortmann, Verbeke en De Boer? Ook de jonge hooggeleerde notariële rechtshistoricus Roes kan ik noemen, alsmede collega’s op de universiteit die naast het besturen (het leven van een hoogleraar gaat niet meer alleen over wetenschappelijke rozen) nog toekomen aan de beoefening van de wetenschap. Thans put ik vooral inspiratie uit degenen die van het positieve recht kunnen abstraheren, over grenzen heen kijken, durven te leren en voortborduren op de geleerde lessen.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Art. 4:126 BW (de quasi-legatenregeling in het erfrecht). Het generalistische denken – dat men terug ziet in de notariële opleiding – straalt er vanaf. Een smeltkroes van erfrecht, huwelijksvermogensrecht, levensverzekeringsrecht, schenkingsrecht en algemeen vermogensrecht. De fijnproever ontwaart ook fiscale aspecten. Kortom, een aanrader voor het weekend.
Er zal wel niet snel een mooier wetsartikel komen. Broer Bernard en ik zijn nog steeds van mening dat een gedegen successiewet opgehangen had moeten worden aan deze civielrechtelijke bepaling. Nu is het wat knip- en plakwerk.
Welk wetsartikel het slechtst?
Een wetsartikel dat – in mijn optiek – niet beantwoordt aan de maatschappelijke behoefte of opgezet is met onvoldoende kennis van zaken, en dus een ‘slecht’ artikel is, is 5.4 Wet Inkomstenbelasting 2001 (erfrechtelijke verkrijgingen en box III). Het artikel geeft (onder meer) aan wanneer kinderen met niet opeisbare erfrechtelijke aanspraken naar aanleiding van het overlijden van een ouder uit box III (vermogensrendementheffing) gehouden worden. De regeling is niet goed doordacht en niet ruimhartig genoeg. De ontwerper ontbrak het denk ik aan erfrechtelijke kennis. Maar er is hoop. De Jager heeft tijdens de behandeling van de Successiewet aangegeven er nog eens naar te kijken. Ik ga er dan maar van uit dat het goed komt. Of is dat naïef?
Wat is het hoogtepunt uit uw juridische carrière?
Mijn promotie in 2005 (‘quasi-erfrecht met bindende elementen’).
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Welk boek las u het laatst?
Met de kinderen samen ‘Puk en Muk op de Tandem’ van Jos Haens (Zwijsen 1979). Ik stond alleen voor het boek ‘Het verslag van Brodeck’ van Phillippe Claudel (De Bezige Bij 2008) dat ik van een vriend kreeg. Het betreft een parabel op de Holocaust. Zeer intens, maar de liefde overwint.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Met niemand! Degenen van wie ik veel houd, gun ik, hoewel ik ze graag dichtbij me heb, alle vrijheid.
Weet u een goede Mr. van de Week? Mail ons: office@mr-magazine.nl