Tweede Kamerleden die boos en verbaasd zijn over geschrapte rechtszaken, moeten de stukken van de begrotingsbehandeling van Justitie en Veiligheid nog maar eens doornemen. Dat wordt hen aangeraden door rechter Marc Fierstra en officier van justitie Ard Schoep, voorzitter en vice-voorzitter van de NVvR. In een opiniestuk op de site van de vakvereniging schrijven ze dat de Kamerleden dan al kunnen constateren dat er honderden magistraten te weinig zijn, en dat er pas op z’n vroegst na 2025 meer rechters bijkomen dan uitstromen. “Wat dachten ze dan dat dat betekent? De kar die al jaren piept en kraakt, komt nu soms even tot stilstand. Daar is onder andere door de NVvR al lang geleden en bij herhaling voor gewaarschuwd. En het is pijnlijk dat men nu pas boos is. Net zoals pijnlijk is de suggestie dat het enkel een kwestie is van het goed organiseren door de Rechtspraak.”
Naar de prullenbak
Het afgelopen half jaar werden wegens personeelstekort al verschillende malen strafzaken geschrapt. In juni vervielen 1500 zaken bij de rechtbank Gelderland, in september werden op verzoek van het Haagse Openbaar Ministerie 53 zaken naar de prullenbak verwezen. Begin december was het raak in Haarlem: daar werden 82 strafzaken geschrapt.
Pijnlijk, noemen Fierstra en Schoep dit, voor slachtoffers, politie, officieren en rechters, en ook voor de democratische rechtsstaat. Maar het zal volgens hen de komende jaren nog vaker gaan gebeuren.
Overwerk
Met hun stuk willen ze duidelijk maken dat de gevolgen van de bezuinigingen en onvoldoende investeringen in de rechtspleging door het huidige personeelsgebrek niet meer opgevangen kunnen worden. “En dat terwijl officieren en rechters gemiddeld structureel 30 tot 40 procent overwerken. We kunnen het u garanderen: ook wij zijn hier gefrustreerd over.”
Gesprek op hoogste niveau
Rechtspraak en Openbaar Ministerie zijn druk doende toekomstige collega’s op te leiden, maar dat zal niet tot onmiddellijke verlichting leiden. Tot er weer voldoende rechters en officieren zijn zullen keuzes moeten worden gemaakt, schrijven Fierstra en Schoep. Door de betrokken organisaties, maar misschien ook door wel de politiek. Ze roepen op daarover in gesprek te gaan: “Moet de overheid minder procederen? Kunnen we bepaalde strafzaken voorlopig laten rusten zodat we tijd maken voor andere? En zo ja, welke dan? Het is makkelijk te besturen in tijden van overvloed, nu verdelen we vooral schaarste. Dat is wat ons betreft een gesprek op het hoogste niveau waard. De Kamer is daartoe uitgenodigd.”