Ze zijn hard nodig, de plaatsvervangers. Dat vindt niet alleen oud-raadsheer Tijn van Osch (gerechtshof Arnhem-Leeuwarden), maar ook de Raad voor de rechtspraak en de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak. De Raad raamde het tekort aan rechters op 200, de NVvR kwam zelfs uit op 800. Op dit moment zijn er 2.636 vaste rechters. Die krijgen het werk niet gedaan, de achterstanden lopen op. Logisch dat de Raad voor de rechtspraak aandringt op het vaker inzetten van plaatsvervangers.
Pover
Van Osch besloot om na zijn pensionering die keuze te maken en beschrijft in het NJB (nr. 2, 2014) hoe zijn loonstrook er sindsdien uit ziet. “Pover”, noemt bij dat. Hij ziet zichzelf als een zzp’er – maar voor de vergoeding die hij krijgt zou “een gemiddelde zzp’er niet in de benen komen”.
Netto € 11 per uur
Voor een zittingsdag krijgt een rechter-plaatsvervanger € 311 bruto, een raadsheer-plaatsvervanger € 409 bruto. “Uiterst goedkope flexwerkers die grote aantallen zaken afdoen”, schrijft Van Osch. Want het werk is méér dan die ene zittingsdag: minimaal een dag voorbereiden, het meelezen van de uitspraak, soms zijn er tussenuitspraken, soms raadkameren. Van Osch gaat uit van 20 uur per zitting (een halve reguliere werkweek), en daarvoor krijgt de raadsheer-plaatsvervanger € 22 bruto per uur – netto zo’n € 11 per uur. Zet dat eens af tegen wat Van Osch verdiende toen hij tegen zijn pensioen zat: € 64,08 bruto. Of wat een docent (vaak een rechter) krijgt bij het opleidingsinstituut van de rechterlijke macht (SSR): € 950 voor een dag lesgeven. Omgerekend zou een raadsheer-plaatsvervanger in vaste dienst voor die zittingsdag € 1.300 bruto krijgen, “waarbij de € 409 bruto vergoeding als plaatsvervanger toch wel karig afsteekt”.
Hard nodig
Van Osch verbaast zich erover dat dit zo maar wordt geaccepteerd, zeker nu plaatsvervangers zo hard nodig zijn. Nederland telt 531 rechter-plaatsvervangers en 503 raadsheer-plaatsvervangers. De rechter-plaatsvervangers deden in 2022 4.727 zittingen en de raadsheer-plaatsvervangers 3.411 zittingen. In de appelrechtspraak is het “bijna normaal” dat een meervoudige kamer een plaatsvervanger telt, naast twee vaste rechters.
Reële vergoeding
Van Osch roept in zijn NJB-bijdrage het ministerie van Justitie en Veiligheid, de Rechtspraak en vooral verkenner Jaap Winter (die onderzoekt hoe de werkdruk kan worden verminderd) “een einde te maken aan het niet goed te verdedigen onderscheid in honorering”. En: “Zorg nou gewoon voor een reële vergoeding voor de inzet van alle rechters- en raadsheren-plaatsvervangers.”