Je bent tot op het bot gefrustreerd door een slecht verlopen zitting met een rechter, die onvoorbereid was en door zijn manier van vragen stellen liet blijken er helemaal niets van te begrijpen. Zo zie jij het in ieder geval. Eenmaal terug op kantoor wil jij even je ei kwijt. Je begint tegen je kamergenoot te vertellen hoe de zitting verliep, maar je komt niet ver, want je collega onderbreekt je al snel met: “Wat mij een jaar geleden is overkomen! De rechter was niet alleen onvoorbereid, maar sloeg wartaal uit, echt waar. Mijn cliënt beweerde zelfs dat hij naar alcohol rook. ” En daar ga je. Jij vertelt iets en je collega neemt het woord over, waardoor het gesprek geen gesprek meer is maar een monoloog.
Wat is gespreksnarcisme?
Een goed gesprek bestaat vooral uit luisteren en goede vragen stellen: de basisvaardigheden van de gemiddelde jurist. Maar toch zijn ook wij maar mensen met alle onhebbelijkheden van dien. En zo’n onhebbelijkheid is dat een aanzienlijk deel van ons geneigd is andermans ervaringen ongegeneerd op zichzelf te betrekken en elke aanleiding aan te grijpen om toch weer over zichzelf te praten. De zendmaatschappij: jij zegt iets en ik ga vertellen wat ik zelf heb meegemaakt. Er is een naam voor: gespreksnarcisme. Elke kans wordt aangegrepen om het gesprek over te nemen. Een gespreksnarcist weet ieder gesprek zo om te buigen, dat het toch weer over hem of haar gaat. Ook al heb jij net verteld dat je er helemaal doorheen zit.
Waarom zijn we gevoelig voor gespreksnarcisme?
De werkvloer zit vol met gespreksnarcisten. “Over jezelf praten is lekkerder dan vragen stellen en luisteren”, stelt Elke Wiss, auteur van het veelgeprezen boek ‘Socrates op sneakers’. Over jezelf praten – zelfs als er niemand luistert – activeert volgens Wiss het beloningssysteem in de hersenen, waardoor je vergelijkbaar genot ervaart als na seks en drugsgebruik en daarom doen we dat zo graag. Bovendien voedt over jezelf praten de basisbehoefte aan erkenning en dat verklaart wellicht ook waarom we hier zo vaak in doorschieten. We willen gezien en gehoord worden. Volgens onderzoek van de Duitse hoogleraar Otto Scharmer, specialist in persoonlijk leiderschap, reageren we in een gesprek maar liefst in 80 procent van de gevallen met ‘’Dat heb ik nou ook!’’, om vervolgens te blijven hangen in de zogenaamde ‘downloadfase’: je zoekt onbewust aanknopingspunten om het gesprek weer naar je toe te trekken en filtert wat bij jouw verhaal past in plaats dat je luistert naar de ander. Als jurist wil je ook nog eens overtuigend overkomen en daarom ben je geneigd om vooral gericht te zijn op wat jouw verhaal bevestigt en te negeren wat daar niet op aansluit. Bovendien word je geacht dominant leidend gedrag te vertonen in dossiers. Je wil de regie hebben, in the lead zijn. Menig jurist schiet daarin door en gaat zich als een Bokito gedragen, die alleen zichzelf hoort, voortdurend het gesprek onderbreekt en slecht luistert.
De Amerikaanse journalist Kate Murphy geeft in haar boek ‘Je luistert niet’, nog een reden waarom we zo op onszelf gericht zijn: social media. Je kunt je gedachten volgens Murphy via een virtuele megafoon de wereld in slingeren. Bovendien voeren we door WhatsApp veel minder telefoongesprekken. Tegenwoordig kun je ook nog eens ingesproken berichten versturen, die soms op halve TED-talks lijken. Het is allemaal zenden en zo blijven we niet op de ander, maar op onszelf gericht.
Hoe ga je om met gespreksnarcisten op de werkvloer?
Gespreksnarcisten hebben meestal geen slechte intenties met hun gebabbel. Ze bedoelen het vaak goed. Ze willen hun interesse tonen en verbinding met je maken door zelf te vertellen wat ze hebben meegemaakt. Maar ze schieten daarin door zonder dat ze dat zelf beseffen.
Hou zelf de regie
Uiteindelijk heb je alleen de controle over je eigen gedrag. Daarom moet je accepteren dat je collega is zoals hij/zij is. De invloed die je hebt zit vooral in jouw manier van omgaan met de situatie. Je kunt je bijvoorbeeld richten op de positieve eigenschappen van je collega. Maar je kunt ook proberen iets te veranderen: je houdt voortaan afstand van je collega, je gaat vaker thuiswerken enz.
Overige tips om gespreksnarcisme te bestrijden:
Onderbreek je collega
Door te onderbreken hou je de regie over het gesprek. “Hé Jan, ik wil even mijn verhaal afmaken, anders raak ik de draad kwijt.’’ “Ik onderbreek je even en wil terug naar mijn punt.’’ “Ik pak het weer even terug, want ik was aan het woord.” ‘’Hé, ik ga weer even verder met mijn verhaal.’’ ‘’Ik wil even dat je naar me luistert, want ik heb je advies dringend nodig.’’ ‘’Jij hebt natuurlijk ook nog andere mensen te spreken, dus ik wil even mijn verhaal afmaken.’’ In de laatste twee voorbeelden zal je collega zich waarschijnlijk nog belangrijk voelen ook.
Gebruik een heads-up
Dit betekent dat je vooraf een seintje geeft door een limiet te verbinden aan de tijdsduur van het gesprek. Dat bevordert in ieder geval dat je collega zal inbinden en minder zal uitweiden. “Jan, ik heb maar 5 minuten. Laat me even mijn verhaal doen.’’
Houd je antwoorden zo kort mogelijk
Hoe meer jij terugpraat, des te meer je jouw collega aanmoedigt om nog meer te praten. Je kunt beter weinig zeggen.
Geef non-verbaal signalen
Als iemand non-stop tegen je praat, ben je meestal geneigd uit automatisme en beleefdheid oogcontact te zoeken en te knikken of hummen. Aardig bedoeld, maar helaas werkt dit averechts, omdat je collega zich hierdoor alleen maar bevestigd zal voelen en dus geneigd zal zijn om door te praten. Het advies luidt dan ook: vertoon non-verbaal afwijzend gedrag. Vermijd oogcontact. Het klinkt onbeleefd (en als je het te opzichtig doet, is het dat ook), maar probeer af en toe weg te kijken. Je kunt bijvoorbeeld verveeld naar buiten kijken, op je telefoon kijken of doorgaan met typen achter je laptop. Een paar keer diep zuchten kan ook effect hebben.
Stap uit de context
Je hebt altijd de keus om uit een situatie te stappen. Je kunt bijvoorbeeld even koffie gaan halen. Langzaam maar zeker naar de deur bewegen is ook een optie. Een tikkeltje drastisch misschien, maar de boodschap komt waarschijnlijk wel over.
Bewaak je eigen grenzen
Als het probleem zich steeds blijft herhalen, dan is het raadzaam duidelijk je grenzen aan te geven en ervoor te zorgen dat je collega stopt met dit gedrag. Je kunt je collega op een vriendelijke manier aangeven dat hij/zij te veel praat en dat jij door dat vele praten niet altijd gehoord wordt. Geef een paar concrete voorbeelden. Vervolgens geef je duidelijk aan welk gedrag je in de plaats van zijn/haar gedrag zou willen zien. Sluit af met een positieve boodschap: je kunt bijvoorbeeld benadrukken dat je heel graag met hem/haar samenwerkt.
En ben je zelf een gespreksnarcist? Bedenk dan dat jouw gesprekspartner OOK wil praten en dus ga jij even in standje KOE: Kaken Op Elkaar!
Literatuur en bronnen
Wiss, E., Socrates op Sneakers, 9789026346897.
Murphy, K., Je luistert niet, 9789038805696.
Erikson, T., Omringd door idioten, 9789402710236.
Derber, C., The Pursuit of Attention, 9780195135497.