Gefeliciteerd met uw benoeming! Waar ziet u vooral naar uit?
Hartelijk dank! Ik kijk het meeste uit naar het opzetten van de nieuwe master ‘Gegevensbescherming en privacyrecht’ samen met mijn nieuwe collega’s bij de Open Universiteit. We gaan een compleet nieuw programma opzetten en daar heb ik ontzettend veel zin in.
In uw onderzoek gaat u in op het spanningsveld tussen het belang van openbare informatie en het verder verwerken van informatie en het recht op privacy en gegevensbescherming. Waar bent u vooral nieuwsgierig naar?
Een actueel voorbeeld van dat spanningsveld is het hergebruik van persoonsgegevens over bijvoorbeeld de mobiliteit en gezondheid van mensen in de strijd tegen het coronavirus. Daarmee zijn publieke belangen gemoeid, maar het gebruik van die gegevens levert ook lastige (juridische) vragen op over het recht op privacy en gegevensbescherming. Ik wil weten of en in hoeverre het mogelijk is om dit soort gegevens op verantwoorde en privacyvriendelijke wijze te gebruiken en welke bijdrage het recht daaraan kan bieden.
U gaat ook leidinggeven aan de ontwikkeling van de nieuwe masteropleiding ‘Gegevensbescherming en privacyrecht’ en daarbij samenwerken met collega’s van de Bètawetenschappen. Wat houdt die samenwerking in?
Er bestaat een nauw verband tussen de opkomst van (nieuwe) informatietechnologieën en het gegevensbeschermingsrecht. Het lijkt mij daarom logisch dat we bij nieuwe informatietechnologieën stilstaan in de nieuwe masteropleiding. Samen met mijn collega’s van Bètawetenschappen, zoals informatica en degenen die betrokken zijn bij de nieuw te ontwikkelen master Artificiële Intelligentie, ga ik dan ook een vak ontwikkelen waarin de nieuwe technologieën en hun uitwerking op het gebruik van gegevens centraal staan. We bieden onze studenten zo een basis in technologieën zoals machine learning en blockchain en we leren hen gegevensbeschermingsrechtelijke knelpunten te signaleren.
Welke verwachtingen hebt u van opkomende technologieën in de juridische wereld en de rol van juristen daarbij?
Ik verwacht de komende jaren geen enorme veranderingen in de rol van juristen. In mijn NJV preadvies heb ik aandacht geschonken aan de vraag of de jurist in de toekomst wordt ‘vervangen’ door informatietechnologie. Dat zie ik zo snel niet gebeuren. De razendsnelle ontwikkeling van bijvoorbeeld natural language processing technologie (software die gewone mensentaal kan verwerken) biedt wel kansen voor het vergemakkelijken van het werk van juristen. In het versimpelen en versnellen van due diligence onderzoek, contract review en analyse van rechtspraak zijn de eerste stappen al gezet. Daarvoor is het belangrijk dat juridische data goed worden ontsloten. Wat dat betreft is het bijvoorbeeld waardevol dat de Raad voor de Rechtspraak de ambitie heeft uitgesproken om 75 procent van alle vonnissen te willen publiceren.
Juristen zullen zich niet alleen moeten verdiepen in de ontwikkeling van informatietechnologieën maar daar ook onderdeel van worden. Alleen dan kan de beroepsgroep zich mee ontwikkelen en tegelijkertijd ervoor zorgen dat de technologieën op verantwoorde wijze worden gebruikt.
Als u het voor het zeggen had …
Zouden we heel snel wat doen aan de enorme vermogensongelijkheid in Nederland.
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Mijn recente benoeming tot hoogleraar natuurlijk. Dat biedt enorme kansen op het gebied van onderwijs en onderzoek.
Welk boek zouden uw masterstudenten zeker moeten lezen?
‘The Circle’ van Dave Eggers. Het is heel toegankelijk geschreven, best spannend en laat je zien hoe gemakkelijk je kan worden meegezogen in de pracht en praal van de mogelijkheden van de technologie, terwijl je stapje-voor-stapje je privacy en autonomie verliest.
Wat is over u niet bekend, wat wel interessant is?
In 1999 heb ik een jojo-wedstrijd gewonnen. Ik heb toen een discman gewonnen waar ik erg veel plezier aan heb beleefd, maar die inmiddels op zolder ligt naast mijn oude Tetris-apparaat en Nokia 3310.
