Politie en justitie moeten voorkomen dat zij inbreuk maken op het verschoningsrecht van advocaten, zodra het vermoeden bestaat dat er bij in beslag genomen gegevens geheimhouderinformatie staat. Als een officier een machtiging vraagt bij een rechter-commissaris voor inbeslagname bij een communicatiedienst, moet hij vermelden of zich hierin misschien geheimhoudergegevens bevinden. Aldus de Hoge Raad dinsdag in antwoord op een aantal prejudiciële vragen van het gerechtshof in Den Bosch. De HR constateert dat een wettelijke regeling ontbreekt.
Voorwaarden
De Hoge Raad geeft ook aan dat de rechter-commissaris aan een machtiging voorwaarden kan verbinden, bijvoorbeeld over de manier waarop de vermoedelijke geheimhoudergegevens moeten worden gefilterd. Hierover mag de verschoningsgerechtigde een standpunt innemen, nadat door justitie ook met een ‘gezaghebbende vertegenwoordiger uit de beroepsgroep’ is gesproken. Als de filtering kan plaatsvinden zonder dat de gegevens zelf hoeven worden ingezien, mag de officier dat zelf doen.
Verdenking
De prejudiciële vragen van het hof komen voort uit een zaak uit 2013, waarin rechercheurs van de FIOD onder leiding van het OM in Den Bosch onderzoek deden naar vermogensbeheerder Box Consultants. Dat was op verdenking van valsheid in geschrift en witwassen. In 2015 nam het bedrijf daarom advocaat Daan Doorenbos van Stibbe in de arm.
Achteraf bleek dat de FIOD in dat jaar het mail-verkeer van Box Consultants had gevorderd bij het hostingbedrijf en dit ook had ontvangen. Hieronder vielen tevens mails tussen Box en Stibbe die onder het verschoningsrecht vallen.
De officieren van justitie kregen uit de inhoud daarvan de indruk dat Stibbe misbruik wilde maken van het verschoningsrecht, omdat zij vermoedden dat de advocaten een onderzoek door een accountant onder haar naam wilde laten uitvoeren.
Daarna werd door de Staat advies aan de landsadvocaat gevraagd, over een mogelijk tuchtrechtelijk onderzoek tegen dat vermeende misbruik. Daarop werden 150 ‘vertrouwelijke’ e-mails uit het verkeer bij een geheimhouderofficier ondergebracht, die er 50 van selecteerde als geheimhouderstukken. Intussen werd wel een onderzoek gestart naar het door Stibbe voor haar cliënt ingeschakelde accountantskantoor BDO.
Klaagschrift
Hierop diende Stibbe-advocaat Tim de Greve (die in een interview met Mr. afgelopen najaar uitgebreid vertelde over de zaak) een klaagschrift in, dat de rechtbank Oost-Brabant als gegrond verklaarde. Ze gelastte dat alle bij het accountantsonderzoek ingenomen relevante stukken als ‘geheimhouderstukken’ moesten worden aangemerkt. In deze zaak volgden nog de nodige strafrechtelijke en civiele procedures.
In een tussenarrest van 2 mei 2023 heeft het hof Den Bosch vastgesteld dat het OM het verschoningsrecht van de advocaten van Box op structurele wijze heeft geschonden. Tevens stelde het hof prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.
Afgelopen najaar gaf het OM toe dat het het verschoningsrecht had geschonden, en seponeerde het de zaak tegen Box Consultants.