Is er uws inziens in het rechtenonderwijs voldoende aandacht voor ethiek?
“Van oudsher ligt de nadruk in het rechtenonderwijs op de bestudering van het rechtssysteem en hoe dat systeem uitpakt voor een concreet geval. Het perspectief van de rechter is daarbij vaak leidend. Inmiddels is er wel meer aandacht voor de vraag hoe een individuele jurist zich zou moeten verhouden tot het rechtssysteem waarbinnen hij of zij werkt. Ook wordt meer aandacht besteed aan andere perspectieven dan dat van de rechter – denk aan het perspectief van de bedrijfsjurist of de overheidsjurist. Na het Watergate-schandaal, waar opvallend veel juristen bij betrokken waren, werd in de Verenigde Staten het vak juridische beroepsethiek aan iedere rechtenfaculteit verplicht gesteld. Het zou mij niet verbazen als de Toeslagenaffaire uiteindelijk een vergelijkbaar effect zal hebben op de rechtenopleidingen in Nederland. Aan de UvA starten we volgend jaar in ieder geval met een verplicht eerstejaars vak Het Juridische Beroep en Beroepsethiek.”
Een belangrijke vraag die de rechtenstudent zichzelf vanaf dag één stelt: ‘wat voor jurist wil ik zijn?’ Wat was daarop uw antwoord als eerstejaars?
“Dat is een goeie gewetensvraag. Dat antwoord had ik als eerstejaars absoluut nog niet. Ik stond bij verschillende studies ingeschreven, had een intensief studentenleven, en was echt nog zoekende. Achteraf gezien, voel ik mij heel geprivilegieerd dat de rechtenstudie van toen tijd en ruimte bood om een en ander uit te zoeken over mijzelf en de (juridische) wereld. De huidige opleiding heeft vanwege de korte duur en de verplichte civiel effect vakken soms iets weg van een stoomcursus recht met vele hoepels waar studenten doorheen moeten. Maar ook voor de rechtsstaat is het belangrijk dat studenten, als juristen van de toekomst, voldoende tijd en ruimte hebben om te reflecteren op het recht, en de hiermee samenhangende vraag wat voor jurist zij zouden willen zijn.”
U heeft samen met collega’s uit Leiden vorig jaar een symposium over ‘Dubbele Petten en de rechtswetenschap’ georganiseerd. Onlangs werd bekend dat uw UvA-collega’s van belastingrecht het aantal dubbele petten willen terugdringen, onder meer door het aanstellen van een voltijdshoogleraar. Een goede ontwikkeling?
“Ja, dat lijkt me een goede ontwikkeling. Onafhankelijkheid is een cruciale kernwaarde van de wetenschap. Juist ook bij die vakgebieden waarbij een krachtig economisch, politiek, en/of professioneel krachtenveld speelt, hebben universiteiten een belangrijke zorgtaak om de randvoorwaarden voor onafhankelijk onderzoek en onderwijs te waarborgen. Het bieden van voltijdsaanstellingen is zo’n randvoorwaarde. Ik hoop dat de rechtenfaculteiten op dit complexe thema wat meer samen gaan optrekken voor de ontwikkeling van concreet beleid.”
Na de invasie van Oekraïne verbraken Nederlandse advocatenkantoren een voor een hun banden met Russische cliënten. Heeft niet iedereen recht op een advocaat?
“In het debat over de Russische cliënten van de Nederlandse kantoren loopt een en ander door elkaar. Inderdaad, het recht op een advocaat geldt voor iedereen wiens rechten in het geding zijn, zeker ook in de context van een juridische procedure. Maar, dat is niet hetzelfde als zeggen dat alle bedrijven en burgers het recht zouden hebben op bijstand van een partijdige advocaat ongeacht de doelen die met de dienstverlening worden nagestreefd of ongeacht de belangen die op het spel staan. In de discussie over de Russische cliënten gaat het dus ook over het type van juridische dienstverlening en de doelen die hiermee worden beoogd. Is de fiscale advies en transactiepraktijk nog wel te zien als de uitoefening van een advocatuurlijke taak, is dan een van de vragen die gesteld worden. Het zou mooi zijn als in Nederland het wetenschappelijke onderzoek naar deze maatschappelijk relevante kwesties echt op gang komt. Vergeleken met het internationale wetenschappelijke debat is er in ieder geval nog een wereld te winnen.”
Staatssecretaris Van der Burg kreeg van zijn ambtenaren te horen dat de recente asieldeal mogelijk juridisch onhoudbaar was, maar die kwam er toch. Wat kan een individuele jurist doen binnen een groter systeem?
“Dat zal een zware dobber zijn geweest voor die ambtenaren, die zelf in hun ambtseed hebben moeten beloven de Grondwet en de wetten te eerbiedigen. Al zullen zij natuurlijk wel vaker hebben ervaren dat politiek het soms wint van recht. Het nieuws deed mij ook denken aan de seniorjurist bij de belastingdienst die al voordat de Toeslagenaffaire onder de politieke aandacht kwam een zeer kritisch memo had geschreven dat vervolgens intern volledig werd genegeerd. De vraag naar wat te doen als jurist in een onrechtvaardig systeem is een klassieke vraag die recent ook weer stevig werd bediscussieerd naar aanleiding van het functioneren van juristen onder Trump. Moet je terugduwen, opstappen, conformeren (uit gehoorzaamheid of om erger te voorkomen) of wellicht een bepaalde werkomgeving al op voorhand mijden? De rechtsfilosofie biedt een scala van relevante gezichtspunten om over dergelijke prangende vragen na te denken.”
Wat staat er bovenaan uw bucketlist?
“Die heb ik niet – of het moet een tweede leven zijn als flamencodanseres.”
Als u het voor het zeggen had…
“De vele crises die nu gaande zijn, plaatsen veel in perspectief en geven een gevoel van onmacht. Maar, vanuit mijn leerstoel bezien zou ik in ieder geval de rechtenstudent, de praktijkjurist, en de rechtswetenschapper meer tijd en speelruimte bieden om op een ongedwongen manier na te kunnen denken over de kleine en grote vragen van het recht. Als ik met praktijkjuristen spreek, valt het mij op dat bij velen het water aan de lippen staat.”