De toeslagenaffaire heeft ons eens te meer het belang van de sociale advocatuur doen inzien. Alle burgers, ongeacht in welke sociaaleconomische klasse zij zich bevinden, moeten gebruik kunnen maken van een goed functionerend rechtsbijstandstelsel.
Vicieuze cirkel
Toch gaat het al langere tijd niet goed met de sociale advocatuur. Zo kunnen sociaal advocaten die hun cliënten pro Deo bijstaan vanwege de lage tarieven soms nauwelijks rondkomen. Dit leidt er weer toe dat advocaten steeds vaker geneigd zijn dit soort zaken te weigeren. Hierdoor wordt het met name voor burgers met een laag inkomen steeds moeilijker om een geschikte advocaat te vinden. Het is een vicieuze cirkel die de toegang tot het recht bemoeilijkt.
De sociale advocatuur heeft daarbij ook te kampen met een tekort aan aanwas. Steeds meer jonge advocaten kiezen eerder voor een carrière in de commerciële advocatuur of het bedrijfsleven. De sociale advocatuur lijkt mede vanwege de hierboven genoemde negatieve ontwikkelingen minder populair onder net afgestudeerden. Ook deze trend komt de toegankelijkheid van het recht niet ten goede. Het is de hoogste tijd dat de overheid deze problematiek onder de loep neemt en met een plan van aanpak komt. De eerste stap hiertoe lijkt gezet.
Motie GroenLinks en PvdA
Op 29 april jl. dienden Tweede Kamerleden Klaver (GroenLinks) en Ploumen (PvdA) een motie in om de rechtspositie van burgers te versterken. Klaver en Ploumen willen onder meer dat er meer financiële middelen beschikbaar worden gesteld voor de sociale advocatuur. De motie sluit aan bij het advies van de Commissie van der Meer.
Al in 2017 adviseerde deze commissie het stelsel van de gesubsidieerde rechtsbijstand, met name op het gebied van vergoedingen, te verbeteren. In het rapport van de commissie werd de conclusie getrokken dat de vergoedingen niet meer aan hun doelstelling voldoen, te weten het ontvangen van een redelijke bijdrage voor de in een onder het stelsel vallende zaak geleverde rechtsbijstand.
Meer financiële middelen
Een groot deel van de Tweede Kamer schaart zich achter de gedachte dat ons huidige rechtsstelsel en de sociale advocatuur meer aandacht en vooral financiële middelen verdienen. De motie is op die donderdag namelijk met een geruime meerderheid in de Kamer aangenomen. PVV, FvD en JA21 stemden tegen.
Het is nog onduidelijk hoeveel geld er precies beschikbaar wordt gesteld. De plannen zijn dus een begin en moeten om echt een verschil te kunnen maken nog verder geconcretiseerd worden.