De stichting Viruswaarheid wil dat Facebook de pagina’s ‘Nee tegen 1.5 meter’ en ‘viruswaanzin’ terugplaatst. Facebook had deze pagina’s weggehaald op basis van de eigen servicevoorwaarden. Facebook informeerde haar gebruikers daarover met de volgende tekst: “Nu mensen over de hele wereld worden geconfronteerd met deze ongekende noodsituatie voor de volksgezondheid, willen we er zeker van zijn dat onze richtlijnen voor de community mensen beschermt tegen schadelijke inhoud en nieuwe typen misbruik die zijn gerelateerd aan COVID-19. We werken eraan inhoud te verwijderen die mogelijk schade in de echte wereld kan toebrengen, zoals door ons beleid voor het verbod op de coördinatie van schade, verkoop van medische maskers en gerelateerde goederen, haatdragend taalgebruik, pesten en intimidatie en desinformatie die bijdraagt aan het risico op dreigend geweld of fysieke schade.” De rechter moet de vraag beantwoorden of Facebook deze pagina’s terug moet plaatsen.
Facebook werkt samen met onder andere de WHO en de Europese Commissie aan het zoveel mogelijk beperken van de verspreiding van onjuiste informatie over COVID-19 die schade aan haar gebruikers kan opleveren. Facebook verwijdert ‘posts’, pagina’s, groepen of profielen die voldoen aan dat criterium. Volgens Facebook betekent dit niet dat zij álle geluiden weert die afwijken van wat de WHO, het RIVM en andere gezaghebbende instituties op het terrein van de gezondheidszorg uitdragen, maar alléén de uitingen die schadelijk kunnen zijn voor haar gebruikers. Bijvoorbeeld doordat een post bijdraagt aan het risico van dreigend geweld of lichamelijke schade.
De rechter oordeelt als volgt (ECLI:NL:RBAMS:2020:4966). De stichting Viruswaarheid heeft recht op vrijheid van meningsuiting, maar dat recht gaat niet zo ver dat een private partij als Facebook kan worden verplicht Viruswaarheid toe te staan haar mening te ventileren via Facebook. Dat Facebook een enorm bereik heeft maakt dat niet anders. Viruswaarheid kan langs andere wegen zijn standpunten onder de aandacht van het grote publiek brengen, bijvoorbeeld door de pers te benaderen of een eigen website op te zetten. Facebook heeft een maatschappelijke plicht om zich te houden aan overheidsrichtlijnen, tenzij die evident onjuist zijn. Dat is – volgens de rechter – niet het geval. Uitgangspunt is dat Facebook niet onredelijk handelt door haar beleid, in lijn met de oproep van de Europese Commissie, toe te passen. Anders zou Facebook in een onmogelijke positie komen te verkeren: enerzijds de maatschappelijke plicht om te voldoen aan de oproep van de Europese Commissie en anderzijds het beroep op onbeperkte vrijheid van meningsuiting op haar platform.
De slotsom is dat de vorderingen van de stichting Viruswaarheid worden afgewezen.