Openbaar Ministerie stelt beleid op inzake procesafspraken

Het Openbaar Ministerie heeft in een aanwijzing vastgelegd hoe het in het vervolg zal omgaan met procesafspraken. De beleidsregels zijn in werking getreden per 15 augustus.

Delen:

Depositphotos_180463460_S

Het is een onderwerp dat de laatste tijd op veel belangstelling kan rekenen binnen en buiten de strafrechtketen: procesafspraken. Het Openbaar Ministerie en de verdediging van een verdachte kunnen in overleg een en ander afstemmen over zaken als afbakening van de omvang van de tenlastelegging, het al dan niet gebruikmaken van getuigenverhoren et cetera. De ontwikkelingen volgen elkaar de laatste jaren in rap tempo op. Initieel bestond er enige discussie over de rechtmatigheid van dergelijke overeenkomsten. Het OM was groot voorstander, maar het was onduidelijk of de wet de praktijk wel toestond.

Aanwijzing

Om die reden stelde procureur-generaal bij de Hoge Raad Edwin Bleichrodt vorig jaar een vordering tot cassatie in het belang der wet in. De Hoge Raad achtte procesafspraken niet onrechtmatig, zolang althans wordt voldaan aan de eisen van een eerlijk proces. Van het grootste belang is wel dat de rechter geenszins gebonden is aan wat de partijen zijn overeengekomen. Na dit verlossende woord nam het fenomeen een hoge vlucht. Tot de zomer van 2022 week de rechter in de helft van de gevallen af van de gemaakte afspraken; begin 2023 slechts in twee van de twintig. Doorgaans wordt een lagere straf uitgeruild tegen het afzien van procedurele rechten.

Het OM, dat steeds duidelijk heeft gemaakt te willen inzetten op procesafspraken om de procedures in te korten, komt nu met beleid omtrent procesafspraken. Dat legt het vast in de Aanwijzing procesafspraken in strafzaken. Deze formuleert de randvoorwaarden: afspraken dienen tot stand te komen op basis van consensualiteit, waarbij de verdachte wordt bijgestaan door een raadsman en rechterlijke toetsing wordt gegarandeerd. Ook moet recht worden gedaan aan de belangen van slachtoffers.

Procedure

De procedure begint met een verkennend gesprek op initiatief van ofwel het OM ofwel de verdediging, waarna de voorgenomen procesafspraken worden voorgelegd aan rechercheofficier. Indien deze meent dat de zaak zich ertoe leent, stellen OM en verdediging de procesafspraken “volledig en voldoende gedetailleerd op schrift”. Indien de rechercheofficier hiermee kan instemmen, formaliseert deze de ‘raamwerkovereenkomst’. Vervolgens wordt in ieder geval de strafrechter erover geïnformeerd, maar eventueel ook slachtoffers en medeplichtigen.

Tijdwinst

De te verwachten tijdwinst wordt beschouwd als een groot voordeel. “Als de officier van justitie en de verdediging tot een vergelijk komen, kunnen aanvullende, veelal tijdrovende onderzoekswensen achterwege blijven”, aldus Guus Schram van het College van procureurs-generaal. Dat de strafeis hierdoor lager uitvalt zou niet onredelijk zijn, aangezien een langere procedure in de praktijk ook vaak leidt tot strafkorting. Wel moet de eis in verhouding blijven staan tot het gepleegde feit. Schuldbekentenis is uitdrukkelijk geen onderdeel van de procesafspraken.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven